Minister Van der Steur: meerouderschap en meeroudergezag mogelijk maken

Nieuwsbericht | 07-12-2016 | 13:45

Het mogelijk maken van meerouderschap en meeroudergezag, het instellen van een regeling voor draagmoederschap en het vastleggen van het recht van een kind om te weten waar het vandaan komt. Dit is een aantal van de 68 aanbevelingen die de Staatscommissie herijking ouderschap in haar rapport "Kind en ouder in de 21e eeuw" doet. Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) nam dit rapport 7 december in ontvangst van voorzitter Aleid Wolfsen. `Ik ben de commissie erkentelijk voor het zorgvuldige rapport, waarin veel aanbevelingen staan om het familierecht te moderniseren. Voor het kabinet staan net als bij de commissie de belangen en rechten van het kind voorop bij het verder uitwerken van het rapport', aldus minister Van der Steur. Steeds meer kinderen groeien op in een andere leefvorm, zoals bij een samenwonende vader en moeder, bij een alleenstaande ouder, bij twee moeders of twee vaders of in meeroudergezinnen (ook wel `regenbooggezinnen' genoemd). De minister onderstreept dat er meer flexibiliteit in vormen van juridisch ouderschap moet komen. Hij wil daarom meerouderschap en meeroudergezag mogelijk maken. De voorwaarden waaronder dit zou moeten kunnen, worden nog uitgewerkt. Het rapport wordt met een eerste kabinetsreactie aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer.

Ook staat de minister positief tegenover het inrichten van een wettelijke regeling voor draagmoederschap. Op deze manier kan rechtszekerheid worden geboden aan alle betrokkenen, in het bijzonder het kind. De Staatscommissie maakt zich zorgen over sommige praktijken rondom draagmoederschap, zoals de onbeschermde positie van de draagmoeder en de kans op kinderhandel. De commissie ziet daarom een toegevoegde waarde in het instellen van een regeling onder strikte voorwaarden. Via een dergelijke regeling worden wensouders vanaf het tijdstip van geboorte juridisch ouder van het kind.

Enkele andere van de 68 aanbevelingen zijn de aanleg van een register voor ontstaansgeschiedenis, het voor ongehuwden of niet-geregistreerde partners mogelijk maken om de wens tot gezamenlijk gezag voor de geboorte kenbaar te maken en de aanbeveling om kinderen vanaf acht jaar in de gelegenheid te stellen om te worden gehoord in procedures rondom afstamming en gezag.

Om het maatschappelijk draagvlak voor de aanbevelingen te toetsen en de opvattingen van betrokken organisaties te horen, is het ministerie van plan in februari 2017 een congres over dit onderwerp te organiseren. Daarnaast wordt in het voorjaar een bijeenkomst met en voor kinderen gepland, omdat hun mening nadrukkelijk telt bij het verder uitwerken van de aanbevelingen. Uiteindelijk is het doel het familierecht te moderniseren en aan te passen aan de diversiteit aan leefvormen waarin een groeiende groep kinderen opgroeit.

De Staatscommissie werd op 1 mei 2014 ingesteld in reactie op een motie van de Eerste Kamerfractie van de SP. De opdracht aan de Staatscommissie was de regering te adviseren over vraagstukken rond afstamming, het meerouderschap, meeroudergezag en het draagmoederschap. De Staatscommissie heeft de afgelopen tweeeneenhalf jaar uitvoering gegeven aan deze opdracht. Het rapport wordt de komende periode zorgvuldig bestudeerd en nader uitgewerkt met de betrokken organisaties en ministeries. Een substantieel aantal aanbevelingen moet onder andere getoetst op onder meer financiele en uitvoeringsconsequenties. De uitkomsten hiervan zullen meegenomen worden in de afwegingen rondom het vervolg.

Documenten

* TK Kabinetsreactie op rapport "Kind en ouders in de 21e eeuw" van de Staatscommissie Herijking Ouderschap

Kamerstuk: Kamerbrief | 07-12-2016

* Rapport van de Staatsommissie Herijking ouderschap "Kind en ouders in de 21ste eeuw"

Rapport | 07-12-2016

* Samenvatting van het rapport Staatscommissie Herijking Ouderschap "Kind en ouders in de 21ste eeuw"

Rapport | 07-12-2016