In hoger beroep werkstraf en rijontzegging geeist voor fataal verkee..


3 maart 2017 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft in hoger beroep een werkstraf van 200 uur en een rijontzegging van een jaar geeist tegen een inmiddels 68-jarige man. In de visie van het OM heeft hij schuld aan een verkeersongeval in Malden op 10 maart 2014 waarbij een 30-jarige man om het leven
kwam.

Het slachtoffer reed op de bewuste dag op zijn motor op de J. Ludenlaan in Malden. Hij werd plotsklaps geconfronteerd met een op de verkeerde weghelft rijdende - door de verdachte bestuurde - auto. Een botsing was het gevolg waardoor de motorrijder overleed. "De schok van zijn dood ligt tot op
de dag van vandaag als een zware en zwarte deken over de schouders van zijn vrouw en andere familieleden", aldus de advocaat-generaal. "Echter niet alleen voor het slachtoffer en zijn nabestaanden, maar ook voor de verdachte gaat het om dramatische gebeurtenissen. Hij moet voor de rest van
zijn leven meedragen dat hij ongewild en onbewust een verkeersfout heeft gemaakt en dat hij daardoor een ander heeft gedood. Het kan menselijkerwijs niet anders dan dat deze last zwaar op hem drukt."

De rechtbank sprak verdachte vrij omdat de rechtbank het op basis van een rapport van de behandeld cardioloog aannemelijk vond dat verdachte last heeft gehad van een hartstilstand met bewustzijnsverlies. De officier van justitie had bewezenverklaring van dood door schuld in het verkeer
gevraagd en stelde hoger beroep in omdat in zijn visie de rechtbank te lichtvaardig tot het oordeel is gekomen dat de verdachte geen verwijt treft.

In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een rapportage laten opmaken door een onafhankelijk forensisch arts over de medische situatie van verdachte. Op basis van deze rapportage komt de advocaat-generaal tot de conclusie dat verdachte weliswaar onder behandeling was van een cardioloog maar
dat geen sprake was van een zodanige problematiek dat op de bewuste dag een hartstilstand met bewustzijnsverlies in de lijn der verwachting lag. Ook na 10 maart 2014 zijn geen problemen geconstateerd die achteraf een dergelijke hartstilstand aannemelijk maken.

Verdachte heeft dan ook in juridische zin schuld aan het fatale verkeersongeval ook al is er in dit geval sprake van onbewuste schuld. Bij onbewuste schuld gaat het veelal om verkeersfouten die voor alle betrokkenen, ook voor de verdachte, onvoorstelbaar en onbegrijpelijk zijn en waarbij
sprake is van weinig tot geen herinneringen. Deze vorm van schuld laat zich alleen maar indirect afleiden uit het onjuiste verkeersgedrag en de omstandigheden waaronder dat heeft plaatsgehad. Het gaat dan om de waardering van het geheel van omstandigheden.

Een passende straf is in zaken waarbij sprake is van onbewuste schuld altijd lastig, zo stelde de advocaat-generaal. "De speciale preventie kan bij de bestraffing geen rol spelen, omdat verdachte niet hoeft te worden ingeprent dat hij niet opnieuw vergelijkbare verkeersfouten moet maken." Het
doel van de straf zit vooral in de inscherpingsfunctie richting de samenleving. "Met de bestraffing van veroorzakers van verkeersongevallen wordt aan medeweggebruikers duidelijk gemaakt dat verkeersongelukken in een klein hoekje kunnen schuilen en dat in het dagelijkse verkeer een hoge mate
van oplettendheid wordt gevraagd om verkeersongevallen te voorkomen. Ook bestaat er tussen enerzijds de op te leggen straf en anderzijds het leed dat is berokkend aan de nabestaanden per definitie een wanverhouding. De op te leggen straf wordt bepaald door de mate van - in dit geval: onbewuste
- schuld en die mate van schuld verbleekt bij het leed van de nabestaanden."

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Deel dit op

*