Overlijden aan hepatitis B of C kan eenvoudig voorkomen worden

In Nederland overlijden jaarlijks naar schatting 500 mensen aan virale hepatitis B of C. Er zijn wel goede therapieen beschikbaar, maar die bereiken de tienduizenden mensen met een hepatitisinfectie niet goed. Een groot aantal mensen dat een hepatitis B- of C-besmetting onder de leden heeft, is zich daar niet van bewust. Dat komt door de vage klachten. Ook huisartsen kunnen daardoor niet altijd de juiste diagnose stellen. Daar moet iets aan gedaan worden, zo zegt Solko Schalm, emeritus hoogleraar leverziekten van het Erasmus MC.

Vijfhonderd sterfgevallen teveel

Solko Schalm zet zich in voor het programma dat het onnodig overlijden aan hepatitis B of C wil tegengaan. Samen met de Nederlandse Leverpatienten Vereniging en het Erasmus MC trekt hij ten strijde. "In de beeldvorming is hepatitis een acute ziekte die je vooral op kunt lopen via seksueel of bloedcontact en vuile naalden. Dat is vanzelfsprekend een probleem, maar leidt slechts in circa drie gevallen per jaar tot de dood. Tienduizenden mensen hebben echter een chronische hepatitis B- of C-besmetting. Bijna iedereen voelt zich nauwelijks ziek, maar de ziekte heeft wel invloed op je lever en na jaren kun je er ineens heel veel last van krijgen. Zo erg dat het zelfs tot de dood kan leiden. Dat gebeurt zo'n 500 keer per jaar. Dat is veel te veel, juist omdat er hele goede therapieen beschikbaar zijn. Ik vind dat er te weinig aandacht is voor dit probleem."

Migranten

Meer dan de helft van de geschetste problemen doet zich voor bij eerste generatie migranten uit niet-Westerse landen. Het hepatitis B virus wordt daar vaak overgedragen van moeder op kind bij de geboorte. "Wat ook veel voorkomt is dat jonge kinderen het krijgen, bij het spelen met vader, broers, zusters of andere kinderen". Het hepatitis C virus wordt in die landen vaak overgedragen door besmette naalden of besmet bloed, meestal in het kader van medische zorg. Zowel bij hepatitis B als -C doen de symptomen zich vaak pas jaren later voor. Dat is een sluipend gevaar. Juist voor de eerste generatie niet-Westerse migranten is het belangrijk om alert te zijn op de mogelijkheid dat men hepatitis B of C heeft als er sprake is van klachten aan de lever."

Goed medicijn

Tot 2005 was er nog geen goede therapie tegen deze aandoeningen. In dat jaar kwamen de medicijnen entecavir en tenofovir voor chronische hepatitis B in het therapeutisch arsenaal. In 2015 kwamen de medicijnen sofosbuvir, daclatasvir en ledipasvir op de markt voor chronische hepatitis C. Solko Schalm is onder de indruk van de resultaten. "De nieuwe medicijnen hebben - en dat is bijna niet te geloven- nagenoeg geen bijwerkingen." Toch bereiken deze medicijnen de patienten onvoldoende en daar zijn meerdere oorzaken voor. Onbekendheid met het probleem chronische hepatitis B en -C, het niet opsporen van de virusdragers, maar ook het niet effectief verwijzen en behandelen van opgespoorde virusdragers. "Het is belangrijk dat huisartsen alert zijn op de mogelijkheid dat een patient met problemen aan de lever besmet is met hepatitis B of C. Dat geldt ook voor medisch specialisten. Vaak wordt eerder gedacht aan oorzaken als alcohol", zegt Solko Schalm. "Wij vinden het belangrijk dat er bij leverafwijkingen altijd getest wordt op de mogelijkheid van deze vormen van hepatitis." Als de uitslag van zo'n test positief is moet een verwijzing naar een hepatitis specialist plaats te vinden, die de patient met de juiste medicatie en minimale bijwerkingen in drie tot zes maanden volledig kan genezen (hepatitis C) of het virus volledig inactief kan maken (hepatitis B). Eventuele schade aan de lever herstelt grotendeels. 80 % van de sterfgevallen aan hepatitis B of C is zo te voorkomen", aldus Schalm.

Tweesporenbeleid

Een andere reden voor de te beperkte toepassing van de nieuwe medicijnen is dat mensen zich vaak zelf niet bewust zijn dat ze hepatitis B of C kunnen hebben en niet op de hoogte zijn van de beschikbare therapieen. "We volgen dan ook een tweesporenbeleid in onze activiteiten om de te hoge sterfte tegen te gaan", vertelt Solko Schalm. Aan de ene kant door huisartsen en medisch specialisten beter te informeren en te attenderen op de mogelijkheid van hepatitis B of C bij leverafwijkingen. Aan de andere kant willen we mensen uit de risicogroepen er bewust van maken dat er sprake kan zijn van dit ziektebeeld als zij klachten aan hun lever krijgen en dat dit goed te behandelen is. In 2012 zijn we gestart met het organiseren van interactieve workshops bij ziekenhuizen, speciaal voor huisartsen en medisch specialisten. Sinds 2016 voeren we ook een publiekscampagne. In 2016 werd in de media veel aandacht besteed aan de hoge sterfte door chronische hepatitis B en C. In 2017 proberen wij vooral de oplossingen in de schijnwerpers te plaatsen: het Nationale Hepatitis Plan met aandacht voor de organisatie van de zorg, en de uitwerking van het Gezondheidsraadrapport met focus op Opsporing en heropsporing van hepatitis B en -C.

Workshops: de lever, van vet tot virus

In 2016 is de nieuwe Virushepatitis richtlijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) verschenen, gericht op huisartsen. In het hele land worden regelmatig workshops in ziekenhuizen georganiseerd gericht op huisartsen, maar ook op medisch specialisten en arts-assistenten. De workshops vinden plaats in het kader van het nationaal programma BIBHEP (Bewustwording Identificatie en Behandeling van Hepatitis B en C) en geven een toelichting op de nieuwe richtlijnen, zodat huisartsen beter weten waar zij op moeten letten om hepatitis B of C tijdig te kunnen onderkennen en wat zij voor hun patienten kunnen doen. Een voorbeeld case van een patient met hepatitis B of C die makkelijk te missen is in de diagnose komt daarbij uitgebreid aan de orde. Op dinsdag 21 maart van 18.00 tot 21.00 uur is de eerstvolgende workshop bij het Havenziekenhuis in Rotterdam. Artsen ontvangen tijdens de workshops handvatten om chronische hepatitis B of C, tijdig bij patienten te kunnen identificeren en door te verwijzen naar een leverspecialist in een ziekenhuis.