Antwoorden op vragen van de vaste commissie van Defensie over het project Link-16

In de bijlage bied ik u de antwoorden aan op de vragen van de vaste commissie van Defensie over de BCD-brief van het project Link-16 (27487, nr. 3).

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

BIJLAGE

1. Betekent het inbouwen van de modificatiepakketten tijdens het instandhoudingsprogramma Pacer Amstel tussen 2002 en 2009, dat het laatste F-16 toestel mogelijk pas in 2009 gemodificeerd wordt en gebruik zal maken van Link-16?

Ja. De oudste vliegtuigen worden het eerst gemodificeerd. Vanaf 2010 zullen deze vliegtuigen volgens plan ook het eerst worden vervangen. De jongste vliegtuigen worden het laatst gemodificeerd en zullen ook nog geruime tijd na 2010 doorvliegen.

2. Wanneer is bekend geworden dat er drie in plaats van twee terminals nodig zijn?

6. Waarom is pas bij de herijking van de kwantitatieve behoefte vast komen te staan dat een extra terminal nodig is voor het netwerkmanagement? Had niet zonder deze herijking al duidelijk moeten zijn dat voor het kunnen garanderen van dekking op zeeniveau deze terminal noodzakelijk was?

Bij de oorspronkelijke behoeftestelling was alleen bekend wat de totale radiodekking zou moeten zijn. De ontwikkeling van de hiervoor benodigde terminals was toen nog niet voltooid. Na het beschikbaar komen van de terminals kon eind 2002 het dekkingsgebied per terminal worden onderzocht en is berekend hoeveel terminals nodig zijn voor de totale radiodekking. Hiervoor bleken drie in plaats van twee terminals nodig te zijn.

3. Wanneer is bekend geworden dat er twee extra terminals voor het Air Operation Control Station (AOCS) nodig zijn en waarom is hier niet eerder aangedacht?

De noodzaak voor terminals voor het AOCS is altijd onderkend. Link-16 capaciteit voor het AOCS maakt evenwel deel uit van het Navo Air Command and Control System (ACCS) project. Invoering van ACCS voor het AOCS is intussen vertraagd tot 2007/2008. De Nederlandse F-16 vliegtuigen worden echter al vanaf 2004 voorzien van de link-16 datalink. Om de datalink binnen Nederland te kunnen gebruiken, dienen zowel de jachtvliegtuigen als het AOCS vanaf dat moment te beschikken over terminals.

4. Kan de regering aangeven hoe de logistieke reserve van 11 stuks tot stand is gekomen?

5. Waarom is het uitgangspunt dat er vier gescheiden locaties zijn? Kan er niet één centraal punt zijn?

Een gemodificeerd vliegtuig kan niet vliegen zonder een link-16 terminal. Het betreft dus een bijzonder kritisch onderdeel dat bij defecten direct moet kunnen worden vervangen. Om de kans op het ontbreken van een reserveterminal te voorkomen is ervoor gekozen om alle bases waar met de Nederlandse F-16s wordt gevlogen te voorzien van twee reserveterminals. In de berekeningen is uitgegaan van vier bases: de twee F-16 bases in Nederland en twee bases in het buitenland in verband met uitzendingen en/of internationale oefeningen. Voorts moeten defecte terminals worden gerepareerd. Volgens berekening zullen steeds drie terminals niet beschikbaar zijn, omdat deze voor reparatie zijn aangeboden. In totaal zijn dus (8 + 3) elf reserveterminals benodigd.

7. Is het waar dat de Kamer eigenlijk geen nee meer kan zegen tegen het voornemen van de regering om de Koninklijke Luchtmacht toestemming te geven voor de aanschaf van de terminals, gezien de onbruikbaarheid van gemodificeerde toestellen zonder deze terminals? Is de regering niet van mening dat zij de Kamer dit in maart 2001 (27 487, nr. 2) expliciet had moeten melden?

In de behoeftestellingsbrief (Kamerstuk 27487, nr. 1, d.d. 31 oktober 2000) is vermeld dat het noodzakelijk is dat elk gemodificeerd vliegtuig wordt voorzien van een terminal. 8. Hoe verhoudt de noodzaak van het aanschaffen van terminals op het land (Nieuw Milligen, Den Helder) zich tot de omstandigheid dat 'network centric warfare' vooral een aangelegenheid is die zich ver buiten onze landsgrenzen afspeelt?

Zoals in de Prinsjesdagbrief van 16 september jl. is gesteld, heeft de toenemende beschikbaarheid van technologisch hoogwaardige wapen-, sensor-, informatie- en commandovoeringsystemen belangrijke gevolgen voor het militaire optreden. De integratie van eenheden en middelen met behulp van ICT-mogelijkheden ("network centric warfare," NCW) is hierbij noodzakelijk om gegevensuitwisseling mogelijk te maken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van tactische datalinks. In NAVO-verband wordt hiervoor link-16 de standaard. NCW is dus een concept dat los van landsgrenzen moet worden beschouwd. Om dit concept ook binnen onze landsgrenzen te kunnen beoefenen, moeten er voldoende grondstations in Nederland worden geïnstalleerd (zie ook het antwoord op de vragen 2 en 6).

9. Welke redenen waren er voor Data Link Solutions (DLS) om geen Not To Exceed(NTE)-prijs voor de exploitatiekosten te geven?

10. Is DLS uitgenodigd om een NTE-prijs voor de exploitatiekosten te geven? Zo nee, waarom niet?

Alle leveranciers zijn verzocht een NTE-prijs te offreren. DLS is op dit verzoek niet ingegaan, ondanks herhaald aandringen.

11. Hoeveel ftes zijn er gemoeid met de interservice-organisatie? Komt deze interservice-organisatie onder het Defensie Interservice Commando? Zo nee, waarom niet?

Om ervaring op te doen, worden eind 2004 negen personen op de Nationale Datalink Management Cel (NDMC) geplaatst. In 2005/2006 volgt een evaluatie waarbij het definitief aantal benodigde functies zal worden vastgesteld. De oprichting van de NDMC leidt niet tot uitbreiding van het formatiebestand, maar wordt binnen Defensie gecompenseerd. De NDMC heeft een operationele taak en dient derhalve in de operationele lijn te worden ondergebracht. De precieze wijze van onderbrenging in de defensieorganisatie zal in de loop van 2004 worden vastgesteld.

12. Hoe groot is de kans dat andere landen gaan aanhaken bij de Nederlandse aankoop?

Andere landen hebben interesse getoond om bij de Nederlandse aankoop aan te sluiten. Over de kans dat deze landen werkelijk aansluiten wil ik niet speculeren.

13. Hebben de andere leveranciers ook aangeboden om op termijn onder dezelfde voorwaarden extra terminals aan te schaffen?

EuroMIDS heeft ook aangeboden om op termijn onder dezelfde voorwaarden extra terminals aan te bieden. Zoals in mijn brief aangegeven (Kamerstuk 27487, nr, 3) is EuroMIDS echter als mogelijke leverancier afgevallen, omdat dit consortium niet op tijd heeft kunnen aantonen te voldoen aan de luchtwaardigheids- en integratie-eisen.