Toespraak tijdens het jaarcongres van de Vereniging van Bloemenveilingen

Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw G. Verburg, tijdens het jaarcongres van de Vereniging van Bloemenveilingen (VBN) op 2 april 2007 in Noordwijk.

Hartelijk dank voor de uitnodiging om uw jaarcongres bij te wonen.

Ik zie dit bezoek als een eerste kennismaking, met de belofte om op korte termijn een aantal bedrijven in de tuinbouw te bezoeken. Niets ten nadele van de heren en dames bestuurders of van bijeenkomsten als deze, maar ik hoor en zie ook graag wat er speelt in contacten met de ondernemers.

Want de tuinbouwsector, waar u deel van uitmaakt, vertegenwoordigt zo’n veertig procent van de agroproductie. En dat is niet kinderachtig. U bent daarmee in de agrarische sector een factor van belang. Sterker nog, u bent voor heel Nederland van belang. Op de wereldmarkt van bloemen en planten zet u de toon.

Vooral de proactieve houding van de ondernemers in uw sector spreekt mij erg aan. U vernieuwt voortdurend, wacht niet af, maar kijkt vooruit, en u gaat er vervolgens voor.

Een paar voorbeelden. Uw voorzitter zal zometeen de fusie tussen Flora Holland en de Bloemenveiling Aalsmeer noemen. Ik ga niet inhoudelijk op de plannen in, dat is een zaak tussen u en de NMa. Maar ik heb bewondering voor de aanpak, want die is gestoeld op een omgevingsanalyse, op vooruitkijken, en vervolgens een lijn kiezen. Nou weet ik dat er ook mensen zijn die hun bedenkingen hebben. Ik benadruk daarom het belang van een goede dialoog, omdat het de kans vergroot op een stabiel afzetsysteem zonder al te veel spanningen. En dat vind ik belangrijk.

U laat hetzelfde vooruitkijken zien bij Greenport Nederland, bij innovatie en bij energie. Ik ga op alledrie de thema’s in.

Om te beginnen gaat het u bij Greenport Nederland, en mij trouwens ook, om de ambitie dat in Nederland ook in 2020 ruimte is voor een vitaal en concurrerend tuinbouwcluster van wereldformaat. In juni onderschrijven we met elkaar een actieprogramma. We tekenen een intentieverklaring en gaan we aan de slag. Met de ruimtelijke opgaven, met de betekenis daarvan voor kennis- en innovatie- en duurzaamheidsopgaven en met het aanpakken van knelpunten in infrastructuur en logistiek. Daarbij helpt in elk geval alvast dat ik circa 45 miljoen euro aan Fesmiddelen (Fonds Economische Structuurversterking) beschikbaar heb voor de herstructurering van de vijf Greenports. Deze Fesgelden zijn vooral bedoeld voor verbetering van de infrastructuur in deze gebieden.

Dan innovatie. De tuinbouw is terecht één van de sleutelgebieden van Nederland, onder de noemer Flowers & Food. In 2005 heeft de tuinbouw de handen ineengeslagen en een innovatieagenda opgesteld. Op onderdelen is de agenda al in uitvoering, bijvoorbeeld met het Topinstituut Groene Genetica.

Tot slot het thema energie. Voor u een belangrijk onderwerp, want energie is een stevige kostenpost. Energiebesparing heeft daarom al vele jaren uw aandacht. Voor mij is het óók een belangrijk thema. Het zal u niet ontgaan zijn dat dit kabinet duurzaamheid hoog in het vaandel draagt. De afgelopen maanden is de aandacht voor het thema klimaatverandering met sprongen toegenomen. De Europese Unie heeft een lijvig rapport met stevige doelen gepubliceerd. Ook het kabinet zet stevige ambities neer. Die moeten voor een deel nog uitgewerkt worden, maar de trend is duidelijk.

Projecten als de Kas als Energiebron zie ik dan ook als belangrijke voorbeelden van hoe we economie en ecologie tegelijkertijd kunnen dienen. Een fantastisch concept. U werkt aan het energieneutraal maken van de sector en positioneert de tuinbouw als energieleverancier in plaats van als energiegebruiker. Ik ben er – net als u ongetwijfeld – trots op dat er ter viering van 50 jaar Europese samenwerking een energiezuinige kas prijkte in Berlijn. Er is veel aandacht voor deze kas, niet alleen in het binnenland, maar ook in het buitenland.

De overheid heeft de ontwikkelingen rond energiebesparing in de tuinbouw steeds toegejuicht en we werken intensief samen. Dit heeft mede geleid tot een ambitieus versnellingsprogramma met subsidies en fiscale regelingen. Daarmee verwachten we tot 2010 veel te bereiken. Maar daarmee zijn we er niet. We moeten ook op weg naar 2020 goede afspraken maken. Het denken kan en mag nooit stilstaan. We kijken de toekomst in de ogen en de toekomst ons.

Terug naar vandaag. Binnenkort zal ik twee subsidieregelingen openstellen. In mei komt er twintig miljoen vrij voor investeringen in energiebesparing en over twee weken al 28 miljoen voor marktintroductie van energie-innovaties, waaronder de semi-gesloten kas, aardwarmte, en dergelijke. Ik wil bijna zeggen: Maak er gebruik van! Maar ik realiseer me dat ik dat ondernemers als u beslist niet hoef te vertellen.

Over energie valt nog veel te zeggen. Ik beperk me nu tot u te verzekeren dat ik me, als het kan, samen met mijn collega’s van Financiën, VROM en EZ, zal inzetten voor voortzetting van het tuinbouwtarief energiebelasting. Dat zal alleen lukken met een goed zichtbare tegenprestatie van de sector: energiebesparing en CO2-reductie op weg naar 2020. Alleen dán hebben we een goed en aannemelijk verhaal richting Brussel, en u weet, daar valt de uiteindelijke beslissing.

Ik reken erop dat uw sector toekomstige uitdagingen net zo voortvarend zal aangaan als de huidige. Want één ding is zeker: er zullen zich steeds nieuwe uitdagingen blijven voordoen. Ze dienen zich zelfs al aan. Bijvoorbeeld als het gaat om fytosanitaire aangelegenheden. Wilt u een betrouwbare handelspartner blijven – voor al uw handelspartners – dan zult u de fytosanitaire vereisten serieus moeten nemen. Dat is in mijn ogen op de lange termijn de beste, maar ook enige strategie.

Ook op het gebied van duurzaamheid, zullen de maatschappelijke eisen op termijn alleen maar toenemen. Ik reken er dan ook op dat uw sector niet alleen zijn economische belang, maar ook het belang van een duurzame leefomgeving niet uit het oog zal verliezen de komende jaren.

Als u die uitdagingen oppakt op de manier zoals u dit steeds hebt gedaan, en daar twijfel ik niet aan, dan ontmoet u bij mij een positieve benadering. Ik ben bereid met u die uitdagingen aan te gaan en me er voor in te zetten. Vanzelfsprekend ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid; Positief-kritisch met elkaar omgaan en elkaar scherp houden in dialoog en samenwerking; Daar hou ik van.

Dames en heren, ik rond af. Ik wens u een zeer interessant en leerzaam congres toe. En ik zie u graag terug tijdens werkbezoeken aan bedrijven in uw sector. Want zulke toekomstgerichte ondernemers, die wil ik zo snel mogelijk leren kennen.

Ik dank u voor uw aandacht.