Antwoorden op kamervragen van Agema over het programma Tijd voor vechtsport

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DS-K-U-2762303

23 april 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het Kamerlid Agema over het programma Tijd voor vechtsport (2060711430).

Vraag 1
Bent u bekend met het overheidsprogramma dat een onterecht onderscheid maakt tussen westerse kinderen en niet-westerse allochtone kinderen door alleen de niet-westerse allochtone kinderen aan dit landelijke vechtsportproject deel te laten nemen? Zo ja, wat gaat u eraan doen om een einde aan dit onterechte onderscheid te maken? Zo neen, kunt u uitleggen waarom dit geen onterecht onderscheid is?

Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het project ‘Tijd voor vechtsport’ van de Koninklijke Nederlandse Krachtsport en Fitness Federatie (KNKF). Dit project maakt onderdeel uit van het programma Meedoen allochtone jeugd door sport, dat in de nota Tijd voor Sport (september 2005) wordt aangekondigd en op 22 februari 2006 door de Minister van Integratie en de Staatssecretaris van Sport aan de Tweede Kamer is aangeboden2. De KNKF is één van de negen sportbonden die aan het programma deelnemen en heeft als één van de eerste partners op het programma ingetekend. Daarnaast nemen nog elf gemeenten aan het programma deel, alsmede de MO Groep. Voor het tweede deel van uw vraag verwijs ik naar de onderstaande antwoorden.

Vraag 2
Deelt u de mening dat de overheid helemaal geen vechtsport voor kinderen moet bekostigen?

Antwoord 2
De overheid bekostigt niet de sport voor kinderen, maar subsidieert de plannen van de partners (sportbonden, gemeenten en MO Groep). Deze plannen zijn erop gericht de sportverenigingen te versterken en bruggen te bouwen tussen school, wijk en sportvereniging, en wel zodanig dat:

  • de (aanzienlijke) achterstand in de sportdeelname van de allochtone jeugd wordt ingelopen;
  • 500 sportverenigingen kunnen worden ingezet ten behoeve van het preventief jeugdbeleid (opvoeding en integratie);
  • 50 sportverenigingen kunnen worden ingezet bij jeugdzorgtrajecten (jeugdzorg en
    re-integratie).

Vraag 3
Wat kost dit landelijke programma in zijn totaliteit? Uit welke post op de begroting wordt dit project gedekt? Betreft het de begrotingspost waarvoor bij amendement bij de begrotings-behandeling 2007 van VWS is gepleit om deze post toegankelijk te maken voor alle kinderen in plaats van voor alleen allochtone kinderen?

Antwoord 3
Het programma Meedoen allochtone jeugd door sport loopt van 2006 t/m 2010. Voor de totale periode is een bedrag beschikbaar van euro 65 mln: euro 11,5 mln in 2006 en 2007 en
euro 14 mln in 2008, 2009 en 2010.

De totale sportbegroting bedraagt per jaar ca. euro 100 mln. Dit beleid, dat zich kenmerkt door de pijlers Bewegen, Meedoen en Presteren is voor een groot deel generiek (bijv. Buurt en Sport, School en Sport, Talentontwikkeling), maar kent op onderdelen ook een focus.
Zo is er binnen de pijler Bewegen extra aandacht voor inactieve groepen (bijv. ouderen, chronisch zieken); binnen de pijler Meedoen voor groepen met achterstand in de sportdeelname (bijv. allochtone jeugd) en achterstanden bij het sportkader (scheidsrechters) en binnen de pijler Presteren voor sporten die uitzicht bieden op de top-10-ambitie.

Bij de vaststelling van de begrotingsstaten van mijn ministerie is op artikel 46 (Sport) een amendement van het lid Agema ingediend3 dat door uw Kamer niet is aangenomen.

Vraag 4
Kunt u zich voorstellen dat autochtone kinderen erg boos kunnen worden omdat niet-westerse autochtone kinderen gratis naar (vecht)sportlessen mogen terwijl eerstgenoemden het wellicht niet kunnen bekostigen en dus ook helemaal niet kunnen deelnemen?

Antwoord 4
Hiervan is geen sprake; zie het antwoord onder 2.
Voor (alle) kinderen met een sociaal-economische achterstandspositie bestaan bij (alle) gemeenten mogelijkheden voor financiële ondersteuning via de Wet Werk en Bijstand. Om financiële drempels voor (alle) kinderen te slechten bestaan in veel gemeenten bovendien kortingspassen en wordt in steeds meer gemeenten een jeugdsportfonds opgericht.

Vraag 5
Deelt u de mening dat het beter is om alle allochtonenorganisaties en -projecten die vanuit de overheid worden gefinancierd per direct te staken (honderden miljoenen euro's per jaar en veelal zonder noemenswaardige outcome) en in plaats daarvan alle kinderen gratis naar een sportvereniging te laten gaan omdat daar de ware integratie plaatsvindt?

Antwoord 5
Sport kan een belangrijke bijdrage leveren aan integratie. Juist daarom is het programma Meedoen allochtone jeugd door sport, mede op initiatief van de toenmalige minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, tot stand gekomen. Ook het huidige kabinet onderschrijft de waarde van sport voor integratie. Met minister Vogelaar voor Wonen, Wijken en Integratie ben ik in gesprek om ook in de ‘wijkenaanpak’ de waarde van sport voor de sociale cohesie en integratie in de wijk optimaal te benutten.