Islamitisch College Amsterdam blijft onder verscherpt toezicht

Het Islamitisch College in Amsterdam (ICA) behoudt vooralsnog de bekostiging van het ministerie van OCW maar de school blijft wel onder verscherpt toezicht staan. De Inspectie van het Onderwijs en de Auditdienst concluderen dat het ICA de overeengekomen prestatieafspraken in voldoende mate heeft gerealiseerd. De situatie op de school is nog steeds zorgelijk maar het ICA heeft in korte tijd wel verbeteringen laten zien. Zo zijn leerlingen in het examenjaar beter voorbereid en de kwaliteit van lesgeven is verbeterd. Met het bestuur van de school worden op korte termijn nieuwe harde prestatieafspraken gemaakt om de leerresultaten van de leerlingen verder te verbeteren. In december van dit jaar wordt opnieuw gekeken naar de vorderingen die de school heeft gemaakt. Bij onvoldoende verbetering grijpt staatssecretaris Van Bijsterveldt alsnog in.

Dit staat in een brief aan de Tweede Kamer die vandaag met het Inspectierapport is verstuurd. Elk half jaar wordt de staatssecretaris op de hoogte gebracht over de vorderingen van het ICA. In deze rapportage wordt gemeld hoever de school is met het behalen van de prestatieafspraken. Een onderdeel van de afspraken zal zijn dat er bestuurlijke versterking komt. Dit kan inhouden dat het bestuur samengaat met een ander schoolbestuur.

Voorgeschiedenis
In april 2006 kwam uit het Periodiek Kwaliteitsonderzoek van de Onderwijsinspectie naar voren dat het ICA een zeer zwakke school is. De Onderwijsinspectie heeft in december 2006 onaangekondigd Incidenteel Onderzoek uitgevoerd omdat er signalen waren over uitingen op school die integratie in de weg staan. De observaties van lessen, gesprekken met leerlingen, ouders en personeel, evenals de analyse van lesmaterialen hebben daar geen aanwijzingen voor opgeleverd. De school besteedt wel aandacht aan integratie en burgerschap, maar daar ligt geen expliciete visie van het schoolbestuur aan ten grondslag.
De Auditdienst van OCW heeft in december onderzoek gedaan naar de bestemming van de uitgaven van het ICA in de jaren 2004, 2005 en 2006 en naar de vermogenspositie van de school. Er is geen sprake van betalingen aan extremistische organisaties. Ook is er geen sprake van ‘oppotten’ van het geld.