Toespraak minister Plasterk bij de Eerste Associate degree manifestatie

Toespraak minister Plasterk bij de Eerste Associate degree manifestatie, 23 mei 2007


(alleen het gesproken woord geldt)


Dames en heren,

Als je als minister van OCW aantreedt, komt er nogal wat op je af. De grote lijnen van je portefeuille ken je natuurlijk wel. Maar bij sommige zaken heb je niet direct een beeld.

Toen ik me in de Associate degree-materie verdiepte, werd me meteen duidelijk dat dit geen modegril in het onderwijs is.

De afgelopen maanden ben ik op verschillende scholen geweest. Er is veel dat mijn aandacht heeft getrokken. Maar wat me echt opviel, is dat geen leerling hetzelfde is. Ze hebben allemaal hun eigen verhaal. Hun persoonlijke verhaal, hun culturele verhaal, en hun ‘schoolverhaal’.

Bij dat ‘schoolverhaal’ moest ik soms denken aan het servet en het tafellaken. Hbo is het dan voor studenten om verschillende redenen nét niet, maar mbo is het ook nét niet. En iets er tussenin, dat bestond niet. Maar nu is er de Associate degree.

De Ad programma’s vormen een nieuwe dimensie in het beroepsonderwijs en op de arbeidsmarkt. Ze spelen in op de behoefte van studenten, én op die van werknemers en van de arbeidsmarkt. Niet als een zouteloos compromis, maar als het antwoord op de vraag van verschillende groepen.

Om te beginnen beantwoordt de Ad aan een vraag van
mbo’ers die aanhikken tegen het idee om vier jaar door te leren voor een hbo-bachelor, maar die zich wél verder willen ontwikkelen. Op www.kennisnet.nl stond vorige maand een artikeltje met de kop: ‘Twee op de drie mbo’ers hadden liever hbo gedaan.’ Voor deze mensen is het aantrekkelijk om twee jaar verder te studeren, mét een diploma in het vooruitzicht.

Ook voor mensen die al werken en hun werkgevers, is vier jaar studeren vaak te lang, of te kostbaar. Maar ook zij willen zich graag verdiepen. Een studie van twee jaar is dan goed te overzien. Werkgevers zitten echt te wachten op mensen met een Ad, zoveel heb ik inmiddels wel begrepen.

De Associate degree biedt voor sommigen ook een tweede kans. Ik heb het dan over hbo’ers die dreigen uit te vallen uit de bacheloropleiding en over havisten en vwo’ers die na de middelbare school zijn gaan werken. Begin dit jaar kwam het CBS met een rapport (Jaarboek onderwijs in cijfers 2007), waaruit blijkt dat ruim tien procent van de jongeren tussen de 15 en 22 jaar de schoolbanken verlaat zonder startkwalificatie. Maar als deze mensen er nog twee jaar aan trekken en uitstromen met een Ad op zak, hebben ze een prima diploma om de arbeidsmarkt mee op te gaan. Als we de uitval kunnen ombuigen naar uitstroom met de Ad-graad, is dat winst.

Kortom: de Ad kan een sleutelrol spelen bij de doorstroom van mbo naar hbo en bij een leven lang leren. Uit een eerste enquête onder huidige Ad-studenten door het SEO, blijkt dat de Ad echt in die behoefte voorziet. Ik wil drie interessante resultaten met u delen:

• Ruim een kwart van de huidige studenten - het grootste deel komt overigens vanuit het mbo - zou zonder de Ad waarschijnlijk nooit hoger onderwijs zijn gaan volgen. Het zijn vooral de mbo-ers die dit zeggen. Zeker als je beseft dat het hier om de eerste lichting Ad-studenten gaat, is dat een mooi resultaat. De kans was namelijk groot dat alleen studenten die sowieso al een ho-opleiding wilden doen, een Ad zouden volgen.

• Het is ook goed nieuws dat 42% van de ondervraagden van plan is na de Ad door te gaan met de hbo-bacheloropleiding. 44% procent denkt na de Ad door te gaan in zijn huidige baan, of klaar te zijn voor een nieuwe baan. De Ad heeft dus een dubbelfunctie: voor sommigen is het de toegangspoort tot de arbeidsmarkt, voor anderen is het een stimulans om de rest van de bachelor te gaan doen.

• De tevredenheid met de Ad-programma’s onder de studenten is groot: ruim de helft van de studenten is tevreden.

De studenten, de werkgevers en ik zijn niet de enigen die enthousiast zijn over de Ad. In 2004 heeft de Tweede Kamer al gevraagd om tweejarige trajecten in het hbo. Vorige week werd het wetsvoorstel behandeld waarin de Ad is opgenomen. Het enthousiasme bleek onverminderd. De Kamer maakt zich wel zorgen dat havisten en vwo’ers zonder werkervaring aan een Ad zullen beginnen. Net als u en ik, ziet de Kamer mbo’ers en werkenden als de belangrijkste doelgroepen van de Ad. Laten we met z’n allen aan de havisten en vwo’ers duidelijk blijven maken dat een bacheloropleiding voor hen echt een betere keuze is.

Politieke steun is natuurlijk onmisbaar. Maar zonder hogescholen die goede Ad-programma’s aanbieden, beginnen we niks. Daarom ben ik blij dat er nu 57 mooie pilotprogramma’s van start gaan. Deze aantallen wijzen op behoorlijk wat enthousiasme van hogescholen en van roc’s, werkgevers en brancheorganisaties. Die hebben er allemaal stevig in geïnvesteerd. Je ziet dat de Ad de samenwerking tussen deze partijen stimuleert: bestaande banden zijn aangehaald en nieuwe van de grond gekomen. Deze gemeenschappelijke inspanning om van de Ad een succes te maken, zie ik als grote winst.

De animo voor de Ad programma’s is dus groot. Vandaag blijkt dat ook. U bent hier in groten getale aanwezig. In die zin is de naam ‘eerste landelijke Ad-manifestatie’ wel treffend gekozen.

Dames en heren,

De Ad als concept overtuigt. Nu moeten we er ook echt iets van maken. Daarbij is het van belang dat we de Ad een grotere bekendheid geven. Om de studenten te trekken die we met de Ad willen bereiken. En om te garanderen dat de Ad-afgestudeerden straks een baan vinden die bij hun opleiding past. De aansluiting met de arbeidsmarkt moet naadloos zijn. Daarom moeten we samen optrekken: hogescholen, roc’s, brancheorganisaties, werkgevers en OCW.

We zijn nog maar net onderweg en er is nog een hoop werk aan de winkel. Maar al met al zijn de voorlopige resultaten zeer bemoedigend. Een felicitatie is hier dus wel op z’n plaats! Ik wil u veel succes wensen met de 57 pilots en bij het verder ontwikkelen van de programma’s.

Ik dank u wel.