Antwoorden op kamervragen van Van der Staaij over een onderzoek naar de gevolgen van echtscheiding voor kinderen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJB-K-U-2767666

6 juni 2007

Antwoorden van minister Rouvoet en mede namens de minister van Justitie, op kamervragen van het Kamerlid Van der Staaij over een onderzoek naar de gevolgen van echtscheiding voor kinderen.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming waaruit blijkt dat kinderen veel zwaarder gedupeerd worden door echtscheiding dan tot nu werd aangenomen? 1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de conclusies van dit onderzoek?

Antwoord 2
Wij achten het van belang dat dit overzicht van bevindingen uit onderzoek is gegeven. Uit het onderzoek blijkt dat bij kinderen in scheidingssituaties bijna twee keer zo vaak problemen voorkomen als bij kinderen uit intacte gezinnen. Kinderen van gescheiden ouders vertonen op langere termijn gemiddeld meer problemen zoals angstgevoelens en depressieve gevoelens (geïnternaliseerde problemen), agressief gedrag en delinquent gedrag (geëxternaliseerde problemen) en verminderde schoolprestaties en riskante gewoonten als roken, drinken en blowen (sociale problemen). Ernstige conflicten tussen ouders zijn een belangrijke risicofactor voor kinderen.
Uit de door Spruijt beschreven onderzoeken blijkt dat van belang is dat conflictueuze situaties zoveel als mogelijk voorkomen worden, ook vóór een scheiding aan de orde is, onder meer door informatie en ondersteuning te bieden en die te blijven bieden, (verplichte) counseling voor scheidingsparen en programma’s voor kinderen om onder deskundige begeleiding met leeftijdgenoten te kunnen praten. De conclusies van het onderzoek onderstrepen het belang van preventieve maatregelen waardoor ernstige conflicten tussen de ouders over de kinderen zoveel als mogelijk voorkomen worden. Het verplicht stellen van het ouderschapsplan bij echtscheiding zoals dat in het wetsvoorstel bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (Kamerstukken II, 30 145) is opgenomen, ook genoemd door Spruijt, is hier een voorbeeld van maar ook het stimuleren van mediation tijdens de echtscheiding en het realiseren van een adequaat aanbod van ondersteuning voor de ouders.

Vraag 3
Deelt u de conclusie dat de nadelige consequenties van echtscheiding door beleidsmakers structureel is onderschat? Hoe valt dit naar uw mening te verklaren?

Antwoord 3
De afgelopen jaren is er vanuit de rijksoverheid veel aandacht geweest voor echtscheiding en de gevolgen daarvan voor de kinderen. Wij noemen onder meer de inventarisatie die de toenmalige Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft verricht naar het lokaal aanwezige hulpaanbod voor kinderen van ouders in (echt)scheidingssituaties (Kamerstukken II 2005–2006, 30 300 XVI en 29 815, nr. 166) en de discussies die zijn gevoerd naar aanleiding van onder andere het aanhangige wetsvoorstel bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Het onderwerp is naar onze mening niet onderschat. Dit onderzoek laat nog eens zien hoe hardnekkig de problematiek voor de betrokken kinderen kan zijn.

Vraag 4
Welke consequenties voor uw beleid verbindt u aan de resultaten van dit onderzoek?

Antwoord 4
Zie vraag 5.

Vraag 5
Ligt het – gelet op de schokkende conclusies – niet in de rede om in het beleid veel sterker dan nu het geval is in te zetten op het voorkomen van echtscheiding? Welke mogelijkheden, bijvoorbeeld in de sfeer van een snelle en tijdige hulpverlening of bemiddeling, liggen hier?

Antwoord 5
Het is van groot belang dat preventieve maatregelen worden genomen waardoor ernstige conflicten tussen de ouders over de kinderen zoveel als mogelijk voorkomen worden. Dergelijke preventieve maatregelen kunnen van invloed zijn op de keuze van de ouders om al dan niet uit elkaar te gaan.
Tevens wil het kabinet maatregelen nemen waardoor zoveel als mogelijk schadelijke situaties voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind worden voorkomen. Een stap daartoe is het ouderschapsplan zoals opgenomen in het wetsvoorstel bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Het wetsvoorstel beoogt dat ouders tijdig nadenken over de invulling van hun ouderschap na de scheiding en hierover goede afspraken maken opdat onnodige conflicten nadien worden voorkomen. Ook opvoedondersteuning is van groot belang in relatie tot het voorkomen van (ernstige) gevolgen van echtscheiding. Het kan leiden tot minder of minder heftige conflicten. Bij de Centra voor Jeugd en Gezin zal opvoedondersteuning een essentieel onderdeel uitmaken van het aanbod. Ook (verplichte) omgangsbegeleiding verdient onze aandacht. Deze voorstellen zullen wij nader uitwerken en zullen onderdeel vormen van de Gezinsnota die in 2008 aan uw Kamer zal worden gezonden.

Vraag 6
Welke consequenties zou dit onderzoek moeten hebben voor het aanhangige wetsvoorstel inzake administratieve echtscheiding?

Antwoord 6
Het wetsvoorstel bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding voorziet niet in een vorm van administratieve echtscheiding. Een van de redenen hiervoor is het belang dat wij hechten aan de ambtshalve toets van de rechter of de door de ouders gemaakte afspraken in het ouderschapsplan de belangen van de kinderen niet schaden. Wij zijn van mening dat het wetvoorstel niet op basis van de uitkomsten van het rapport gewijzigd behoeft te worden.
Zoals wij in het antwoord op vraag 5 hebben aangegeven, zullen de voorstellen nader uitgewerkt worden in de Gezinsnota. Het is in het belang van kinderen om het wetsvoorstel zo snel mogelijk in werking te laten treden.

Vraag 7
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voordat de behandeling van dit wetsvoorstel in de Kamer wordt voortgezet?

Antwoord 7
Ja.

1) ‘Scheidingskinderen’, Ed Spruijt