Toespraak bij de aftrap van 'Proeftuin Amsterdam'

Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevr. G. Verburg, uitgesproken door DG mevrouw mr. R.M. Bergkamp, bij de aftrap van ‘Proeftuin Amsterdam’ op 5 juni 2007 in Amsterdam

Dames en heren,

Amsterdam en LNV hebben elkaar gevonden. En daar worden wij bij LNV erg vrolijk van. Niet in de laatste plaats onze minister Gerda Verburg. Zij vindt het dan ook erg jammer dat zij hier vandaag niet kan zijn. Zij heeft mij gevraagd haar te vertegenwoordigen. En ik moet u zeggen, dat doe ik graag.

Niet alleen omdat ik zelf Amsterdammer ben, geboren in Oud-West en opgegroeid in Buitenveldert. Of vanwege de prachtige boerenmarkt op de Noordermarkt op zaterdag. Maar vooral omdat het zo belangrijk is dat stedelingen zich bewust zijn van de betekenis van het platteland. Daarom deed onze minister tijdens één van haar eerste werkbezoeken Amsterdam aan. Zij ziet deze stad als een belangrijke partner. U moet weten: Tot voor kort kwamen LNV'ers, zoals ik, beroepsmatig niet veel in de stad. Buiten Den Haag dan. LNV was tot voor kort toch meer het departement van Beerta of Borculo dan van Amsterdam of Utrecht.

Ik zei tot voor kort, want daar zit verandering in. We zijn ons er steeds meer van bewust dat platteland en natuur er voor zestien miljoen mensen zijn. Dat het platteland en de natuur ook steeds belangrijker worden voor mensen, vooral voor de stedeling. Voor ons welzijn, om op adem te komen, om weer in contact te komen met de herkomst van voedsel. Groen is zelfs goed voor onze welvaart. Ik hoef u niet te vertellen dat wijken met groen aantrekkelijk zijn om te wonen, vooral onder hoger opgeleiden. Dat geldt ook voor steden, en voor landen. Bovendien zal een stedeling alleen goed voor het platteland, het landschap en de natuur zorgen, als hij zich ermee verbonden voelt.

Daarom heeft LNVmet de grote steden en andere partners, zoals de ANWB en Jantje Beton afspraken gemaakt in een programma genaamd 'Groene Partners'. Het doel is te bevorderen dat steden meer groen en dan vooral meer speelruimte in het groen bovenaan op hun agenda zetten. Ook investeert LNVstevig in groen in en om de stad. Simpelweg omdat mensen meer hebben aan groen dichtbij dan aan mooie natuur ver weg. Daarom steunen we vernieuwende initiatieven, zoals van de Amsterdam School of Management. Via het project 'Stad zoekt Boer' daagt dit instituut gemeenten uit om na te denken wat ze met het ommeland kunnen doen als het gaat om voedsel, ondernemen, recreatie, enzovoorts. Er is ons bij LNVdan ook veel aan gelegen om de band tussen stad en platteland te verstevigen. Om het platteland naar de stad te brengen en de stedeling naar het platteland.

De band tussen LNV en Amsterdam staat wat mij betreft symbool voor de band tussen stedeling en platteland. Ik ben daarom blij dat Marijke Vos en Gerda Verburg weinig tijd nodig hadden om te zien hoeveel we gemeen hebben en hoe we elkaar kunnen aanvullen. Onze doelstellingen passen uitstekend bij elkaar. Het bevorderen van gezonde, duurzame voeding, gezonde eet- en leefgewoonten, vooral onder jongeren. Voor onze minister zeer belangrijke thema’s, waar zij extra op inzet in deze kabinetsperiode. Ook vinden wij dat de relatie tussen een stad en de producten uit het landelijk gebied eromheen een uitstekende basis biedt om mensen dichterbij het platteland te brengen. Bovendien hebben wij bij LNV bewondering voor de creativiteit en de daadkracht van Amsterdam. Bijvoorbeeld omdat u, soms tegen de stroom in, met de schooltuinen bent doorgegaan. Jongeren krijgen zo de kans om zelf mee te maken hoe de natuur zich ontwikkelt. Ik ben daarom blij dat Amsterdam LNV heeft gevraagd om te helpen om van de Proeftuin een succes te maken. Wij geven graag gehoor aan uw verzoek, in de vorm van ondersteuning, meedenken, het beschikbaar stellen van kennis en contacten, menskracht en eventueel door specifieke projecten mede te financieren.

Voor LNVis het een cadeautje dat de grootste stad van ons land dit thema omarmt. Ik hoop dat vele andere steden zullen volgen. Daarom vind ik het belangrijk dat de ervaringen en de kennis die u de komende tijd opdoet, hun weg vinden naar andere Nederlandse steden en provincies. Ik ben ook erg te spreken over de medewerking van alle partners, waaronder de provincie Noord-Holland. LNV heeft goede ervaringen met deze provincie. Zo dragen wij bij aan het project Biobites, waarin de provincie Noord-Holland biologische voeding onder middelbare scholieren promoot. Onderdeel daarvan is scholen te overtuigen om biologische producten in de kantine te verkopen. Met succes, inmiddels doen 26 scholen mee, waardoor 80.000 leerlingen biologisch kunnen lunchen.

We merken bij LNVtot ons genoegen dat de herkomst en de duurzaamheid van voedsel bij veel maatschappelijke partijen op de agenda staat. Er zijn steeds meer initiatieven om ook het grote publiek meer bewust te maken van de noodzaak om duurzaam en bewust om te gaan met voedsel. Bij LNVzien we het als onze taak om die initiatieven samen te brengen, te ondersteunen en extra kracht te geven. Dat levert mooie projecten op. Zo werken we mee aan een scholencompetitie 'Ga voor gezond' om een gezonde levensstijl onder kinderen te bevorderen en allerlei initiatieven en lesprogramma’s rond dit thema te verbinden. We investeren ook in smaaklessen om jongeren bewust te maken van de kwaliteiten van gezonde voeding. We geven zelf het goede voorbeeld met biologische catering op het departement en zijn ook hard op weg om dit te introduceren op alle andere departementen, overheidsinstanties, in het onderwijs en de zorg. Ook financieren we belangrijke campagnes van het Voedingscentrum, zoals over de herkomst van voeding en binnenkort over dierenwelzijn.

En zo kan ik nog vele voorbeelden noemen. Het gaat bij veel van die projecten over voedselkwaliteit, maar ook om de band tussen mensen en platteland en natuur. Dat is in één adem te noemen. Als het gaat om de gevoelens van mensen voor hun omgeving, voor het landelijk gebied, dan gaat de liefde door de maag. Een belangrijke liefde, want ze is bepalend voor de manier waarop wij omgaan met onze natuur, met onze omgeving. Dat zal ongetwijfeld ook gelden voor de Amsterdammers. En gezien de intenties die we vandaag uitspreken, heb ik er alle vertrouwen in dat de voedselstrategie van de gemeente Amsterdam zal leiden tot beter, duurzaam voedsel en een betere band tussen Amsterdam en het platteland in zijn omgeving.

Ik hoop en vertrouw er ook op dat Amsterdam en LNVelkaar zullen blijven vinden en aanvullen. Met andere woorden: wij rekenen op u en u kunt op ons rekenen! Ik dank u voor uw aandacht.