Kamervragen Voordewind over Olympische kinderarbeid

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

S-K-U-2779777

20 juli 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het Kamerlid Voordewind over Olympische kinderarbeid (2060718200).

Vraag 1
Kent u het bericht 1) over Olympische kinderarbeid, waarin melding wordt gemaakt van een rapport van Playfair waaruit zou blijken dat officiële Olympische producten geproduceerd worden in Chinese fabrieken waar kinderarbeid plaatsvindt? Bent u op de hoogte van de inhoud van het rapport, dat naast kinderarbeid ook melding maakt van andere ‘grove schendingen’ van de rechten van arbeiders?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening van Guy Ryder, topman van de Internationale Vakbondsfederatie, dat het een schande is voor de hele olympische beweging dat dergelijke overtredingen plaatsvinden in fabrieken met een olympische licentie? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
De Nederlandse regering keurt kinderarbeid ten stelligste af. Uit het rapport blijkt niet dat de Olympische beweging op de hoogte was van de geconstateerde misstanden. Daarom vind ik het in het rapport geconstateerde niet specifiek een schande voor de Olympische beweging en deel ik de mening van Guy Ryder op dat punt niet.

De Nederlandse regering is zeer bezorgd over de excessen die zich met betrekking tot de arbeidsomstandigheden in China voordoen. Daartoe heeft de Nederlandse regering bij herhaling de Chinese regering opgeroepen om de ‘basis’-conventies van de International Labour Organisation (ILO) te ratificeren, met name 29 en 105 (dwangarbeid) en 87 (vrijheid van vakvereniging en bescherming van het recht om zich te organiseren).

Vraag 3
Deelt u de mening dat juist een evenement als de Olympische Spelen, waar veel landen aan deelnemen die kinderarbeid afkeuren, vrij van kinderarbeid dient te zijn, en een podium biedt om een krachtig signaal te laten horen tegen kinderarbeid? Zo ja, wat is de rol van de Nederlandse regering hierin? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3
De Nederlandse regering is van mening dat kinderarbeid in alle landen en onder alle omstandigheden afgekeurd moet worden. Dat geldt ook voor de Olympische Spelen. De regering roept in dit verband de desbetreffende autoriteiten op om maatregelen te nemen teneinde een einde te maken aan kinderarbeid.

Voorts zou ik u willen verwijzen naar het antwoord op vraag 5.

Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u om het Internationaal Olympisch Comité (IOC) aan te sporen controle in te voeren op de merchandise? Welke mogelijkheden ziet u om het IOC aan te moedigen om handhaving te versterken van de naleving van de IOC-richtlijnen door gecontracteerde producenten?

Antwoord 4
Formeel heeft de Nederlandse regering geen mogelijkheden. Het IOC is een internationaal privaatrechtelijke organisatie waarbinnen overheden geen bevoegdheden hebben. Die zeggenschap is voorbehouden aan de individuele leden van het IOC. Door NOC*NSF worden de Nederlandse IOC-leden geattendeerd op de wenselijkheid van gerichte controle en sterke handhaving. Waar mogelijk zal ik dat ook namens de Nederlandse regering doen.
Overigens verwijst NOC*NSF bij die contacten naar haar eigen beleid, waarbij met suppliers contractueel wordt vastgelegd dat de productie van (sport)kleding voor het Olympisch Team plaatsvindt in overeenstemming met internationale normen voor eerlijke arbeidsomstandigheden.

Vraag 5
Op welke wijze kunt u bilateraal en in Europese Unie-verband druk uitoefenen op de Chinese regering om kinderarbeid terug te dringen en kansen voor deze kinderen op onderwijs te vergroten?

Antwoord 5
Net zoals in het verleden zullen in de komende periode rechten van werknemers en arbeidsomstandigheden (en de bestrijding van kinderarbeid) een belangrijk onderdeel vormen van de mensenrechtenconsultaties van Nederland met China. Bij de jaarlijke consultaties over de mensenrechten van de Mensenrechtenambassadeur met vertegenwoordigers van de Chinese overheid, zijn rechten van werknemers en arbeidsomstandigheden daartoe in de afgelopen jaren prioritaire onderwerpen geweest.

Voorts ondersteunt Nederland VN-organisaties zoals UNICEF en ILO, welke in China activiteiten uitvoeren ter bestrijding van kinderarbeid. Zo draagt Nederland bij aan het programma van de ILO om de ergste vormen van kinderarbeid uit te bannen (IPEC). IPEC voert in dat kader ook projecten uit in China. Ook via maatschappelijke organisaties worden programma’s ondersteund om kinderarbeid te voorkomen.

Bij de mensenrechtendialoog van de Europese Unie met China zal de aandacht ook blijven uitgaan naar rechten van werknemers en arbeidsomstandigheden en de bestrijding van kinderarbeid.

Ook de versterking van de rechtsstaat in China kan overigens bijdragen aan de bestrijding van kinderarbeid en het tegengaan van excessen zoals genoemd in het rapport van Playfair 2008. Nederland en de Europese Unie ondersteunen dan ook verschillende projecten met het doel de rechtsstaat in China te versterken.

1) Het Parool, 11 juni 2007