Pensioenfondsen niet goedkoper uit in buitenland

Nederlandse pensioenfondsen zijn uiteindelijk niet goedkoper uit als zij zich in een ander land van de Europese Unie vestigen. De kosten van een pensioenregeling hangen niet af van de eisen van de toezichthouder maar vooral van de afspraken die werkgevers en werknemers maken over de hoogte van het uit te keren pensioen. Hoe meer pensioenfondsen in een regeling werknemers beloven, hoe hoger de kosten.

Minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer over hoe in de Europese Unie toezicht wordt gehouden op pensioenen en welke gevolgen dat heeft voor de kosten van een pensioenregeling. De minister had de Tweede Kamer dit voorjaar zo’n vergelijking toegezegd naar aanleiding van berichten dat België aantrekkelijker zou zijn voor pensioenfondsen om zich daar te vestigen omdat de eisen van de toezichthouder daar minder streng zouden zijn dan in Nederland. In Nederland houdt De Nederlandsche Bank toezicht op het functioneren van pensioenfondsen.

De eisen van de toezichthouder zijn uiteindelijk niet van invloed op de kosten. De toezichthouder bepaalt alleen wie het risico draagt en wanneer. Als de toezichthouder minder strenge eisen aan de reserves stelt, lopen de werknemers meer kans dat ze niet krijgen wat hen is beloofd. Ook kan de werkgever dan gedwongen zijn meer premie te gaan betalen. Werknemers kunnen verplaatsing van een pensioenfonds naar het buitenland tegenhouden. Werknemers maken immers deel uit van het pensioenfondsbestuur. Ook moet de ondernemingsraad met verplaatsing instemmen. Pensioenfondsen moeten werknemers en gepensioneerden helder voorlichten over de risico’s die zij lopen als het pensioenfonds zich in het buitenland vestigt.

In Nederland staat in de wet hoe groot de reserves van pensioenfondsen moeten zijn. In België is dat niet het geval. Daar mogen pensioenfondsen zelf hun reserves vaststellen, maar hebben ze wel goedkeuring van de toezichthouder nodig. Die toezichthouder kan per geval een andere beslissing nemen. Het is dus voor de pensioenfondsen minder zeker welke eisen de Belgische toezichthouder stelt. Minister Donner meent dat het Nederlandse toezichtkader een grote mate van duidelijkheid, voorspelbaarheid en zekerheid biedt. Bovendien kent Nederland een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor pensioenfondsen. Hij verwacht dan ook niet dat veel fondsen naar andere lidstaten zullen verdwijnen. Bovendien zouden bedrijfstakpensioenfondsen waarbij de pensioenen zijn ondergebracht van 70 procent van de werknemers, de verplichting om deel te nemen aan dat pensioenfonds kwijtraken bij vestiging in het buitenland. Betrokken werkgevers en werknemers zullen een dergelijke stap daarom niet snel overwegen.