Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011

Het kabinet ziet polarisatie en radicalisering als een breed maatschappelijk probleem en wil dit voorkomen, belemmeren en indammen. Polarisatie en radicalisering kunnen de sociale samenhang en de onderlinge solidariteit in de samenleving bedreigen. Individuen en groepen zoeken de confrontatie met elkaar, keren zich af van de samenleving en raken mogelijk geïsoleerd. Wanneer een radicaliseringproces niet wordt afgewend of geremd, bestaat in het uiterste geval de kans dat een persoon/ groep geweld gebruikt en een (terroristische) aanslag pleegt. Deze problematiek wordt in samenhang aangepakt.

Het actieplan heeft de volgende doelstellingen:

  1. Het voorkomen van (verdere) processen van isolatie, polarisatie en radicalisering door het (weer opnieuw) insluiten van mensen die dreigen af te glijden of zich af te keren van de Nederlandse samenleving en democratische rechtsorde. Daarbij dient met name gedacht te worden aan insluiting door scholing, stages en werk. (preventie)
  2. Het vroegtijdig signaleren van deze processen door bestuurders en professionals en het ontwikkelen van een adequate aanpak. (pro-actie)
  3. Het uitsluiten van mensen die duidelijke grenzen hebben overschreden en ervoor zorgen dat hun invloed op andere zoveel mogelijk beperkt wordt. (repressie)


Op 22 november is het Operationeel Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2008 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Achtergrond
Op 27 augustus 2007 ontving de Tweede Kamer het vierjaren actieplan polarisatie en radicalisering 2007-2011. Daarin werd aangekondigd dat de Tweede Kamer jaarlijks een operationeel actieplan ontvangt met daarin een overzicht van de voorziene concrete acties en activiteiten. Dit operationeel actieplan biedt een nadere uitwerking van de acties en inzet op dit thema voor het jaar 2008. De concrete acties zoals omschreven in de aan de Tweede Kamer eerder toegezonden brief zijn tevens in dit operationeel actieplan opgenomen.

Drie sporenaanpak
De aanpak van polarisatie en radicalisering is vooral een zaak van het lokaal bestuur, op lokaal niveau. Gericht op preventie, signalering en interveniëren. Samen met professionals als wijkagenten, jeugdwerkers, leraren, WI-medewerkers, leerplichtambtenaren en ingebed in het lokaal (veiligheids)beleid.
Daarnaast is het van belang algemeen en specifiek beleid in te zetten op nationaal niveau dat deze lokale aanpak ondersteunt en faciliteert.
Het derde spoor betreft de samenwerking op internationaal niveau bij de reductie van polarisatie en radicalisering (binnen en buiten de EU) én de aansluiting op het buitenlands beleid.

Betrokken partijen
Effectief beleid tegen polarisatie en radicalisering raakt vele beleidsterreinen. Daarom zijn bij de uitvoering van het actieplan acht ministers betrokken, namelijk BZK , Justitie, WWI, SZW, VWS, Jeugd en Gezin, OCW en BZ. Uiteraard zijn ook de AIVD en de NCTb betrokken. De VNG is co-auteur van het actieplan.