Antwoorden op kamervragen over de vertrouwenscommissie voor de benoeming van de burgemeester in de gemeente Raalte

Antwoorden op kamervragen van het lid Van Raak (SP) over de vertrouwenscommissie voor de benoeming van de burgemeester in de gemeente Raalte.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat in de gemeente Raalte een tweetal fracties zijn uitgesloten van de vertrouwenscommissie voor de benoeming van een nieuwe burgemeester? Wat is uw oordeel hierover? 1)

Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van de ontwikkelingen in Raalte; de commissaris van de Koningin heeft mij daarover op mijn verzoek geïnformeerd. Ingevolge artikel 61 van de Gemeentewet wordt de burgemeester door de Kroon benoemd op aanbeveling van de raad. De vertrouwenscommissie adviseert de raad over de aanbeveling. De raad bepaalt de samenstelling van de commissie. Hoewel niet noodzakelijk is het zeker wenselijk dat vertrouwenscommissies en gemeenteraden streven naar zo breed mogelijke steun en liefst unanimiteit voor advies en aanbeveling. Het verdient om die reden de voorkeur dat vertrouwenscommissies breed zijn samengesteld, ook al is dat niet verplicht. Het is daarom te betreuren dat niet alle partijen vertegenwoordigd zijn in de vertrouwenscommissie.

Vraag 2
Wat is uw oordeel over de aangenomen verordening door de gemeenteraad, waarin als voorwaarde voor deelname aan de vertrouwenscommissie wordt vermeld dat een verklaring moet worden ondertekend dat men zich houdt aan de geheimhoudingsplicht, zoals geschetst in de Gemeentewet?

Vraag 3
Hoe verhoudt deze verordening zich volgens u met de Gemeentewet, waarin zaken rondom de benoeming van een nieuwe burgemeester expliciet geregeld zijn (artikel 61)? Bent u het met mij eens dat het ondertekenen van de genoemde verklaring overbodig is, gezien het feit dat ieder raadslid gebonden is aan de Gemeentewet en dus ook aan de hierin opgenomen geheimhoudingsplicht?

Antwoord 2-3
De gemeenteraad van Raalte heeft mede op verzoek van de commissaris van de Koningin in december 2006 werkafspraken gemaakt ten behoeve van de vertrouwenscommissie voor de benoeming van een nieuwe burgemeester, in het bijzonder op het punt van de geheimhouding. De SP heeft zich van die werkafspraken gedistantieerd. Deze werkafspraken zijn vervolgens naar aanleiding van een advies van de VNG opgenomen in de verordening op de vertrouwenscommissie. De SP en GemeenteBelangen hebben daar uiteindelijk tegen gestemd. Eén van die afspraken was het afleggen van een geheimhoudingsverklaring. Met het doen afleggen van een dergelijke verklaring heeft de raad, in het licht van ervaringen uit het verleden, nader accent willen geven aan de wettelijke geheimhoudingsplicht van artikel 61c van de Gemeentewet. Nu de geheimhouding echter rechtstreeks uit de wet voortvloeit, is het afleggen van een geheimhoudingsverklaring inderdaad een overbodige handeling. Gezien de omstandigheden is het echter begrijpelijk dat de raad naar middelen heeft gezocht om de geheimhouding goed te regelen.

Vraag 4
Deelt u de mening dat de genoemde verordening in strijd is met de Gemeentewet, op het moment dat een gekozen volksvertegenwoordiger niet toegelaten wordt tot de vertrouwenscommissie? Zo ja, bent u bereid in overleg te treden met de gemeente Raalte over de uitvoering van de genoemde verordening? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4
Zoals hiervoor al is aangegeven, staat het de raad vrij de samenstelling van de vertrouwenscommissie te bepalen. Ik heb waardering voor de intentie en het doel dat de raad voor ogen stond. De vorm die daarvoor is gekozen, acht ik echter kwetsbaar en – na zorgvuldige overweging – juridisch niet houdbaar. Nu de wet de geheimhouding uitputtend heeft geregeld, bestaat ter zake geen aanvullende verordenende bevoegdheid. De geheimhoudingsverklaring is dus niet alleen overbodig, zij is ook in strijd met de wet. Het is in strijd met de artikelen 61, derde lid, en 61c van de Gemeentewet dat kandidaten voor het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie alleen voor benoeming worden voorgedragen als zij een geheimhoudingsverklaring hebben afgelegd. De desbetreffende bepaling uit de verordening functioneert zo als selectiemechanisme. Dat verhoudt zich niet met het feit dat voor de wet alle raadsleden zonder nadere voorwaarden in aanmerking komen voor benoeming door de raad in de vertrouwenscommissie.

Inmiddels heb ik de gemeenteraad van Raalte in kennis gesteld van mijn standpunt en de raad verzocht de verordening op dit punt aan te passen. Tot die tijd zal de burgemeestersvacature niet worden opengesteld.

Vraag 5
Vindt u dat de aangenomen verordening voor vernietiging voorgedragen kan worden bij de Kroon, gezien het feit dat de uitvoering ervan in strijd is met de Gemeentewet? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u in dat geval tegen de gemeente Raalte ondernemen?

Antwoord 5
Spontane vernietiging is een discretionaire bevoegdheid van de Kroon. Het betreft een ultimum remedium.[1] Op dit moment acht ik het voorbarig om tot spontane vernietiging over te gaan. Zoals hiervoor uiteengezet, heb ik de raad inmiddels verzocht de desbetreffende passage uit de verordening aan te passen. Ik ben gaarne bereid persoonlijk bij te dragen aan een oplossing voor de in de raad ontstane situatie.

1) http://www.destentor.nl/salland/article1600635.ece http://www.destentor.nl/salland/article1605335.ece

[1] Zie ook het beleidskader spontane vernietiging, Kamerstukken II 2005/06, 30 300 VII, nr. 75.