Speech tijdens de conferentie 'Een plaats in het groen'

Speech door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mw. Gerda Verburg, tijdens de conferentie "Een plaats in het groen", Maasland, 9 oktober 2007.

Dames en heren, jongens en meisjes,

Graag heet ik u van harte welkom op deze belangrijke bijeenkomst. Belangrijk, omdat we vandaag invulling gaan geven aan een van de beleidsprioriteiten van het kabinet: het creëren van maatschappelijke stageplaatsen voor leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Voordat ik doorga over nut en noodzaak van dit soort stages, en dan met name in het groene domein, wil ik eerst de schoolleiding van het Holland College van harte gelukwensen met de prachtige nieuwbouw die hier in Maasland verrezen is. Mijn complimenten daarvoor.

Ik wil ook graag mijn vreugde uitspreken over het feit dat er zoveel groene stagebiedende organisaties aanwezig zijn, zoveel vertegenwoordigers van scholen en van bemiddelende en begeleidende clubs. Want deze partijen zijn onmisbaar bij het verwezenlijken van onze plannen voor maatschappelijke stages en voor een snelle start van de pilot-projecten, waarover straks meer.

Ook ben ik blij dat de leerlingen vandaag zelf acte de présence geven en in actie komen. Want de betrokkenheid van leerlingen zelf is belangrijk. Ik ga er van uit dat jullie als leerlingen in de debatworkshop ook invloed hebben uitgeoefend op de invulling van de maatschappelijke stage. En ik wil ook kort memoreren dat de leerlingen van het Holland College deze dag en alles wat er omheen zit zelf hebben verzorgd, zoals de catering.

Heel blij ben ik met de aanwezigheid van Marja van Bijsterveldt, staatssecretaris van OCW. Want wij staan samen voor de taak om te zorgen voor voldoende maatschappelijke stageplaatsen. Staatssecretaris Van Bijsterveldt is in het kabinet verantwoordelijk voor de invoering van de maatschappelijk stage op alle Nederlandse scholen. Geen geringe opgave, want het gaat jaarlijks om maar liefst 195.000 leerlingen - en daar is een flink aantal stageplaatsen voor nodig.

Het doet me deugd dat staatssecretaris Van Bijsterveldt en ik vandaag samen een begin kunnen maken met het scheppen van 10.000 stageplaatsen in het groen. 10.000 plaatsen - dat is een ambitieus streven. Maar ik vind dat voedsel en groen een vitale functie hebben in de maatschappij.

En daarom is het belangrijk dat de generatie die nu op school zit inzicht krijgt in het maatschappelijk belang van voedsel en groen, van landbouw en natuur, en zich te ontwikkelen tot wat ik "natuurdragers" heb genoemd, mensen die bereid en in staat zijn een bijdrage te leveren aan natuurbescherming, -beheer en -ontwikkeling. Niet alleen in hun eigen belang, maar ook dat van de generaties die na ons komen.

Dames en heren, jongens en meisjes!

De groene sector is bij uitstek geschikt voor het vorm geven aan maatschappelijke stages. U kent de algemene argumenten die voor dit soort stages pleiten: ze verstevigen de maatschappelijke samenhang, ze onderstrepen de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de stagebiedende organisaties en ze brengen schoolgaande kinderen het nut bij van vrijwilligerswerk.

Over dat laatste zegt de vorige president van de Verenigde Staten, Bill Clinton, in zijn recente bestseller Giving: "We hebben het allemaal in ons om belangrijke dingen te doen. (…) Burgeractivisme en vrijwilligerswerk zijn effectieve manieren om de wereld ten goede te veranderen."

Zo is het maar net, en ik zie de stages als een ideale aanpak om aan deze verandering ten goede bij te dragen.

Waarom komen maatschappelijke stages zo goed tot hun recht in het groene domein? Dat komt, denk ik, vooral omdat ze zo effectief zijn in het versterken van de samenhang in de maatschappij. Ik heb soms de indruk dat stad en platteland totaal van elkaar aan het vervreemden zijn. Stadskinderen die geen idee meer hebben van de koe en de melk en die de natuur alleen nog maar kennen van tv-programma's op Discovery Channel of National Geographic. Omgekeerd hebben kinderen die op het platteland opgroeien soms een vreemde opvatting over hoe het er in de stad aan toegaat.

Stages kunnen helpen die tegenpolen weer bij elkaar te brengen: stadskinderen die een tijdje ervaring opdoen bij een boer of natuurbeschermingsorganisatie, kinderen uit het landelijk gebied die stage lopen bij, bijvoorbeeld, een zorginstelling in de grote stad.

Groene stages zijn dus een goede manier om niet alleen de maatschappelijke samenhang, maar ook de sociale functie van het groen te versterken. Bovendien helpen ze kinderen en jongeren zich medeverantwoordelijk te gaan voelen voor de natuur en, het woord is al eerder gevallen, dragers te worden van de waarden die de natuur en het boerenbedrijf in zich bergen.

Dat kan bijvoorbeeld door plaggen te steken in een natuurgebied, zoals leerlingen van een AOC in Doetinchem deden, of tijdens een stage in de biologische landbouw, zoals op de Warmonderhof in Dronten. Maar ook op een boerderij, een tuindersbedrijf, in de fruitsector of als schaapherder. Het kan allemaal, mits effectief georganiseerd.

En dan nog iets. Ik denk dat kennis van de natuur in de naaste toekomst een veel verder gaande rol gaat spelen dan puur weten wat er in het buitengebied zoal gebeurt. Ik denk namelijk dat wie niet heeft leren leven met de natuur en de ontwikkelingen die daarin plaats vinden - denk aan klimaatverandering - later moeite zal hebben om in te spelen op de grillen van diezelfde natuur, of - in sommige gevallen - zelfs te overleven.

Daarmee wil ik zeggen dat als je kennis draagt van de processen die zich in de natuur afspelen, je beter kunt anticiperen op de effecten die die processen op ons dagelijks leven kunnen hebben.

Kennis van de natuur wordt zo een existentiële kwestie. Jongeren kunnen die kennis nu al opdoen via de maatschappelijke stages in het groen.

Dames en heren, jongens en meisjes!

Dat wat het nut voor de leerlingen betreft. Ook voor de scholen en stagebieders zijn maatschappelijke stages interessant. Want gaat u maar na: veel groene organisaties kampen met een vergrijzend vrijwilligersbestand. De stages kunnen zorgen voor verjonging: de stagiair van vandaag is immers de vrijwilliger van morgen. Zo betrekken we de jeugd van nu alvast bij de natuur van de toekomst.

Daarnaast kunnen de stages jongeren interesseren voor een baan in de groene sector. Dit is voor de groene sector de kans om zich in de arbeidsmarktetalage te positioneren en te vermarkten.

Vandaag laat u met z'n allen zien dat u de schouders eronder wil zetten om groene maatschappelijke stages voortvarend en effectief van de grond te krijgen. Ik kijk dan niet alleen naar de AOC-raad, die druk bezig is met de voorbereiding en uitvoering van een aantal pilotprojecten, maar ook naar de "stage-coalitie" die is gesmeed door Landschapsbeheer Nederland, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Het Geldersch Landschap en het IVN. En ook LTO Nederland maakt zich sterk om groene stages in het agrarische bedrijfsleven te organiseren. Initiatieven, die het verdienen succesvol te worden om zo de loper uit te rollen voor de maatschappelijke stages van 195.000 leerlingen.

Dames en heren, jongens en meisjes!

Tot slot. De media hebben de laatste weken aardig wat aandacht besteed aan het onderwerp : "maatschappelijke stages in het groen". Het komt er nu op aan te laten zien dat het de groene sector menens is, dat we er concreet van alles aan doen om te investeren in scharrelkinderen om hangjongeren te voorkomen. En dat niet alleen. Maar ook om er voor te zorgen dat er een nieuwe generatie natuurvragers en "-dragers" opgroeit.

Ik ben er dan ook echt heel blij mee dat we met de intentieverklaring die we straks zullen tekenen al zicht hebben op circa 7500 plaatsen. Een prachtig resultaat op zo'n korte termijn! Ik roep andere groene organisaties op het goede voorbeeld van de deelnemende organisaties te volgen: dan halen we die 10.000 plaatsen zeker!

Aan LNV zal het niet liggen, want wij stellen in elk geval 1 miljoen euro beschikbaar om de pilots op zo kort mogelijke termijn van start te laten gaan. Om de samenwerking vast te leggen, zullen de staatssecretaris en ik na het volgende programma-onderdeel samen met een aantal groene partners de intentieverklaring tekenen.

Ik ben ervan overtuigd dat we op de juiste weg zitten. Ik wens iedereen veel succes met de uitvoering van onze goede voornemens!