Speech tijdens opening Horti Fair en uitreiken Innovation Award

Speech van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, opening Horti Fair en uitreiken Innovation Award, 9 oktober 2007.

Dames en heren,
'Het slimste jongetje van de Europese klas'. Zo karakteriseerde ik de Nederlandse tuinbouwsektor afgelopen 28 juni, tijdens de opening van de nieuwe onderzoekslokatie van Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk.

En daar neem ik geen woord van terug. De Nederlandse tuinbouwsektor is een van de meest innovatieve sectoren van onze economie. De sector blijft zich vernieuwen op veel verschillende manieren: nieuwe variëteiten in teelt, in techniek, automatisering en marketingconcepten.

De tuinbouwsector is dan ook een bruisende sector. Met bepaald geen - zoals MP Balkenende dat noemt - ' zesjes'- mentaliteit. Ik voel me dan ook vereerd dat ik vandaag de Horti Fair - deze week toch het mondiale focuspunt van de tuinbouw - mag openen.

De Horti Fair is er ook dit jaar weer in geslaagd om een actueel thema op de beursagenda te zetten. Water en energie - de mondiale zorgenkindjes - zijn natuurlijk ook essentieel voor de productie van tuinbouwproducten. Maar water en energie worden schaars. Dus verhoging van de productie, verbetering van kwaliteit en besparing op kosten kan alleen worden bereikt als er slimme, innovatieve oplossingen worden gevonden.

Combineer dit met toenemende internationalisering en de opkomst van landen als China en India en dan weet je dat het gevecht om de klant wordt gewonnen door diegene die kennis verder ontwikkelt en tegelijkertijd succesvol toepast.

Gelukkig is dat een les die hier in Nederland al is geleerd. Innovatie is het meest succesvol als bedrijven, overheid en de onderzoekswereld de koppen bij elkaar steken en effectief samenwerken. En dat is wat er gebeurd.

  • 1. U werkt onderling steeds beter samen: Kijk naar LTO en het Tuinbouwplatform van het VNO. En kijk natuurlijk naar de ultieme vorm van samenwerking: de fusie tussen de veilingen van Aalsmeer en FloraHolland die op 19 september jl. is goedgekeurd door de leden!
  • 2. U werkt goed samen met overheden. Ik noem Greenport(s) Nederland, waar bedrijfsleven en overheden afgelopen juni een intentieverklaring hebben getekend en dat nu wordt uitgevoerd.
  • 3. En u heeft goede contacten met de onderzoekswereld. Ik verwees net al even naar het nieuwe kassencomplex van de WUR in Bleiswijk.

Ook de manier waarop u bezig bent met innovatie, stemt tot grote tevredenheid. U constateert dat innovatie in de eerste plaats een taak van de sector zelf is en u gaat aan de slag. Ik moet daarbij natuurlijk meteen denken aan 'Winnen aan Waarde', het innovatieprogramma dat de sector afgelopen vrijdag (5/10) aangeboden heeft aan mij en mijn collega Van der Hoeven.

Ik heb dit weekend wat meer tijd gehad om het programma te bestuderen. Het is een breed programma en biedt een goede basis voor verdere samenwerking met - en ondersteuning vanuit LNV en EZ. Verder vormt ' Winnen aan Waarde' een goed vertrekpunt om initiatieven als ' Markt en consument', 'Gezondheid en welbevinden', ' Intelligente kas in een intelligente keten' en 'Leren innoveren', verder te ontplooien.

Samen met de sector wil ik een start maken met 'Winnen aan Waarde' via bestaande programma's en instrumenten. En op basis van goede projectvoorstellen moet het mogelijk zijn om voor dit innovatieprogramma de komende vijf jaar zo'n 5 miljoen euro te halen uit de beschikbare instrumenten en lopende programma's. Goede projecten vinden altijd hun weg naar geld.

En een groot voordeel is natuurlijk dat - door gebruik te maken van bestaande programma's - een snelle start van 'Winnen aan waarde' mogelijk is. En de tuinbouw ondertussen kennende, zal ze hier op korte termijn gebruik van maken.

Dames en heren,
Met uw innovatie-gehalte zit het dus wel goed. Alleen; al dat gepraat over 'de koploper' en 'het beste jongetje van de klas zijn', draagt natuurlijk wel een risico in zich. Niet dat ik denk dat u genoegzaam achterover zult leunen, maar het is een feit dat koploper blijven, oneindig veel moeilijker is dan koploper worden. Blijf dus scherp. Blijf dus alert.

Dit zeg ik met enige nadruk omdat de sector aan de vooravond staat van grote veranderingen. Ik noemde al de opkomst van landen als China en India.

Overigens, daar heb ik nog een nieuwtje voor u. Gezien het groeiende belang van de sierteelttuinbouw-driehoek Zuid China, Thailand en Vietnam heb ik besloten om een steunpunt in Kunming, het sierteeltcentrum van Zuid China, in te richten. Dus mocht u plannen hebben in die regio, klop dan vooral aan bij dit Netherlands AgriBusiness Support Office. Zij kunnen u helpen met het opbouwen van een netwerk en het uitvoeren van uw werkplannen.

Naast die opkomst van buitenlandse concurrenten, dames en heren, spelen ook een aantal - zeg maar - 'binnenlandse' kwesties. Kwesties die maatschappelijk gezien prioriteit hebben. Ik denk aan meer nadruk op gesloten systemen, het verbeteren van arbeidsomstandigheden en meer aandacht voor meervoudig landgebruik.

Ook energie is zo'n maatschappelijk aandachtspunt. En het doet me deugd dat u ook op dat gebied al grote slagen maakt. De semi gesloten kas is natuurlijk een mooi voorbeeld. En de levering van elektriciteit aan het net door tuinders met behulp van hun warmte kracht centrale. Er ligt zelfs een plan om in de Wieringermeer energie te leveren dat voldoende is om 200.000 huishoudens van elektriciteit te voorzien!

Op energiegebied worden dus al grote stappen gezet. Toch zijn we er nog niet, want telen in semi gesloten kassen vergt nog de nodige inspanningen, met name van de telers zelf.

Ik wil hen hierbij helpen met subsidieregelingen op het gebied van investeringen. U heeft in de Rijksbegroting hebt kunnen zien dat het Kabinet daar in niet geringe mate aan wil bijdragen.

Echter, alleen investeren is niet voldoende. Er zijn nog belangrijke kennisvragen over hoe de verschillende gewassen in een semi gesloten kas moeten worden geteeld. En welke de best passende systemen zijn. Met prioriteit zal daarom samen met het bedrijfsleven worden gewerkt aan verdere kennisontwikkeling, kennisverpreiding en kennistoepassing. Tal van deze nieuwe ontwikkelingen kunt u overigens hier op de beurs al zien.

Ook in de handel en afzet is nog een wereld te winnen. Kijk naar de consument die door-de-week gemiddeld niet langer dan 12 minuten in de keuken wil staan om zijn maaltijd te bereiden. Gesneden groenten zijn dan wel het minste wat hij verlangt.

Dat zijn zaken waar de sector op moet inspelen. Luister naar je afnemers en verplaats je in hun wensen. Want naast gemak gaat de consument voor genieten (Week van de Smaak), gezondheid, geweten (MVO) en goedkoop.

En daar moet u naar handelen, want zo slaat u twee vliegen in een klap. Immers, wij hier in de RAI weten allemaal hoe creatief en baanbrekend de tuinbouw bezig is. Sterker nog, de Nederlandse tuinbouwsector wordt onder deskundigen wereldwijd geroemd om zijn innovatief vermogen.

Let wel: onder deskundigen in binnen en buitenland. De man op de straat heeft echter geen idee hoe innovatief en duurzaam de tuinbouwsector bezig is. En dat heeft zijn weerslag op uw maatschappelijk imago en de waardering vanuit de samenleving. Onbekend maakt nu eenmaal onbemind. Dus ook daar ligt een schone taak: be good and tell it! Want de Nederlandse tuinbouwsector is het waard, gezien te worden!