Agressie en geweld tegen werknemers met publieke taak moeten 15 procent omlaag

Agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak moeten met 15 procent omlaag. Het kabinet stelt daar de komende drie jaar in totaal 6,5 miljoen euro voor beschikbaar. Het kabinet vindt agressie en geweld onacceptabel, in het bijzonder tegen hulpverleners (politie, brandweer, ambulancepersoneel), toezichthouders, dienstverleners, baliemedewerkers, onderwijs- en ziekenhuispersoneel, politici en bestuurders. De ministerraad heeft op voorstel van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingestemd met toezending van het programma Veilige publieke taak aan de Tweede Kamer. Het programma is een uitwerking van het actieprogramma van het vorige kabinet. Ook de onderzoeksresultaten over ongewenst gedrag tegen werknemers zijn in het stuk opgenomen.

Uit onderzoek blijkt dat in 2006 66 procent van de werknemers die werken voor het publiek, te maken heeft gekregen met ongewenst gedrag. In de meeste gevallen ging het om verbaal geweld, maar ongeveer een kwart van de werknemers kreeg ook fysiek geweld te verduren (slaan en schoppen). Het ergst is de situatie voor treinconducteurs, gevangenispersoneel en mensen op de ambulance: zij hadden bijna allemaal (90 tot 100 procent) last van agressie en geweld. Dit varieerde van schelden, vernederen en treiteren tot fysiek geweld. De schade hiervan is ruwweg 100 miljoen euro per jaar aan ziekmeldingen of minder functioneren, nog los van andere schade en medische kosten, en alleen in een aantal onderzochte sectoren. De werkelijke totale schade zal nog veel groter zijn.

Uitgangspunt van het programma is dat de werkgevers in de verschillende sectoren hun werknemers moeten beschermen tegen geweld en goed moeten reageren als het toch plaatsvindt. Van de 6,5 miljoen euro die het kabinet de komende drie jaar voor het programma uittrekt, is 2,5 miljoen euro bestemd voor werkgevers die een bijzondere aanpak ontwikkelen. Daarbij is het de bedoeling de ervaringen en oplossingen te verspreiden zodat de verschillende sectoren en werkgevers van elkaar kunnen leren. Daarvoor zal een kennisbank worden ingericht. Ook is afgesproken dat politie en Openbaar Ministerie adequaat en overal op dezelfde manier optreden. De officieren van justitie eisen nu al bij geweld tegen mensen die werken voor het publiek een twee keer zo hoge straf als normaal.

Hoewel de meeste activiteiten door werkgevers in de verschillende sectoren ondernomen moeten worden, bestaat bij deze partijen ook behoefte aan centrale regie en ondersteuning. Dit om meer afstemming, eenduidigheid en samenwerking tot stand te brengen. Zo kan bijvoorbeeld voorkomen worden dat een gemeentelijke dienst in de ene gemeente heel anders opereert dan in de andere gemeente, of dat bijvoorbeeld ziekenhuizen geheel anders op agressie reageren dan scholen of het openbaar vervoer. Daarom zal er centrale regie komen als ondersteuning voor de verschillende sectoren. Ook zal een uniforme norm worden ontwikkeld over wat nog wel en niet meer acceptabel is: klagen mag uiteraard wel, je hart luchten ook, maar schelden niet en geweld al helemaal niet.
Verder zal onderzoek gedaan worden naar de oorzaken van geweld tegen toezichthoudend, hulpverlenend en dienstverlenend personeel. Waarschijnlijk biedt ook het verbeteren of verduidelijken van de dienstverlening soelaas: minder klachten en daardoor minder agressie en geweld.