Antwoorden op kamervragen van Joldersma, Sterk en Schermers over het eventueel gedwongen opnemen van verslaafde zwangere vrouwen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-K-U-2801468

19 oktober 2007

Antwoorden van minster Klink en mede mede namens de minister voor Jeugd en Gezin, op kamervragen van de Kamerleden Joldersma, Sterk en Schermers over het eventueel gedwongen opnemen van het eventueel gedwongen opnemen van verslaafde zwangere vrouwen (2070800220).

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het pleidooi om verslaafde aanstaande moeders gedwongen op te nemen? 1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Deelt u de opvatting dat het gevaarscriterium van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet bopz) ook van toepassing kan zijn op ernstig verslaafde zwangeren waar het risicovolle verslavingsgedrag schadelijk is voor henzelf en het nog ongeboren kind?

Antwoord 2
Ja. Het is overigens vooral belangrijk wat de opvatting is van rechters op dit punt. Uit de jurisprudentie van de Wet bopz blijkt dat een ernstige verslaving onder bepaalde condities wordt gezien als een stoornis van de geestvermogens in de zin van de Wet bopz. Een ernstige verslaving die leidt tot gevaar voor de persoon zelf of zijn of haar omgeving, kan dus een grond zijn voor gedwongen opname. De jurisprudentie stelt dat de Wet bopz van toepassing is als bij de patiënte sprake is van een zodanige verslaving met sterke psychische en lichamelijke afhankelijkheid van de gebruikte stoffen, dat deze leidt tot een ernstige belemmering in haar denken, willen en doelgericht handelen, zodanig dat zij niet in staat is gebleken adequate prenatale zorg te aanvaarden voor zowel zichzelf als haar ongeboren kind.

Vraag 3
Welke aanvullende maatregelen zijn nodig om de Wet bopz ook van toepassing te kunnen verklaren op deze groep verslaafde aanstaande moeders of ziet u andere mogelijkheden om deze ongeboren kinderen en hun aanstaande moeders beter te beschermen, waarbij tegelijkertijd sprake is van goede prenatale en postnatale zorg?

Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2: de Wet bopz kan al van toepassing zijn op deze groep verslaafden. Ik acht de wettelijke mogelijkheden voldoende. De Wet bopz biedt naast gedwongen opname namelijk meer mogelijkheden om gevaar af te wenden: een voorwaardelijke machtiging bijvoorbeeld, waarbij een behandelingsplan wordt opgesteld gericht op het afwenden van het gevaar voor de vrouw en het (ongeboren) kind. Wanneer de vrouw zich niet aan de voorwaarden van het behandelingsplan houdt, kan ze alsnog gedwongen worden opgenomen. Is er, ondanks de voorwaarden alsnog sprake van gevaar door de geestesstoornis dan moet zelfs gedwongen opname volgen.
Daarnaast kan de verslavingszorg via aanhoudende bemoeizorg vaak veel bereiken. Dit is niet altijd helemaal vrijblijvend: soms wordt bijvoorbeeld huisvesting geregeld onder voorwaarde dat de patiënte zich houdt aan afspraken met zijn behandelaar.
Wat wel verbetering behoeft, is de eenduidigheid in de uitvoeringspraktijk. Tot enkele jaren geleden werd de Wet bopz onvoldoende benut voor verslaafden. Daar komt nu verandering in. In het kader van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang is bijvoorbeeld een richtlijn ‘Verslaving en de Wet bopz’ opgesteld, als richtsnoer voor de beoordeling van verslaafden in verband met een rechterlijke machtiging.
Overigens moet de zorg juist vanwege het belang van bescherming van deze vrouwen en hun ongeboren kinderen, soms ook terughoudend omgaan met dwangmaatregelen. Angst voor eventuele gedwongen opname en de angst dat hun kind wordt ‘afgepakt’ bij de geboorte, weerhoudt verslaafde zwangeren er soms van om hulp te zoeken.

Vraag 4
Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat alle aanstaande moeders ervan doordrongen raken dat bij zwangerschap de enige norm moet zijn: geen alcohol, niet roken en geen drugs?

Antwoord 4
Wij hechten aan goede, consistente voorlichting over het thema middelengebruik en zwangerschap. Onder andere op de websites van het NIGZ en het Trimbos-instituut is goede informatie te vinden en wordt duidelijk aangegeven dat niet roken, niet drinken en geen drugs tijdens de zwangerschap de enige verantwoorde keuze is. In het recente verleden was daarvan vooral bij alcohol niet altijd sprake. Sinds de publicatie van het rapport van de Gezondheidsraad over alcohol en zwangerschap in 2005 zijn de belangrijke voorlichtingsorganisaties echter allemaal een gelijkluidende boodschap gaan uitdragen, namelijk dat niet drinken vanaf het moment dat je een kinderwens hebt, de veiligste keuze is. Ook tijdens de preconceptie consulten die tegenwoordig in verloskundigenpraktijken worden gehouden (“kinderwensspreekuur”), wordt veel aandacht besteed aan (stoppen met) roken, drinken en drugsgebruik.

1) Trouw, 15 september 2007