Antwoorden op kamervragen van Gill'ard over het klonen van mensen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

PG-K-U-2815344

17 december 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het lid Gill’ard (PvdA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het klonen van mensen. (Ingezonden 16 november 2007).

Vraag 1.
Bent u bekend met de wetenschappelijke doorbraak bij het klonen van embryo’s van apen door de wetenschapper Shoukhrat Mitalipov? 1)

Antwoord 1.
Ja. In het wetenschappelijk tijdschrift Nature is in november door Byrne e.a., waaronder genoemde Mitalipov, een artikel gepubliceerd over een onderzoek waarin makaken-embryo’s tot stand zijn gebracht door middel van celkerntransplantatie. Bij deze techniek wordt een lichaamscel (in dit geval van een makaak) in een ontkernde eicel geplaatst. Tot nu toe was celkerntransplantatie bij primaten niet gelukt. Byrne e.a. geven aan dat dit hun wel gelukt is. Zij stellen dat de oorzaak voor dit slagen ligt in een wijziging van de behandeling van de eicellen in de procedure van celkerntransplantatie. Het artikel vermeldt voorts dat er uit de makakenembryo’s die vervolgens tot stand zijn gekomen, twee stamcellijnen zijn gemaakt.

Vraag 2.
Meent u, gezien het feit dat de aap het dichtst bij de mens staat, dat het klonen van mensen door deze doorbraak vele stappen dichterbij is gekomen?

Antwoord 2.
Ondanks het feit dat celkerntransplantatie bij makaken is gelukt, zijn er voor het tot stand brengen van een humaan embryo door middel celkerntransplantatie nog vele belemmeringen. De onderzoekers wijzen hier zelf op.

Vraag 3.
Kent u het rapport ‘Is Human Reproductive Cloning Inevitable: Future Options for UN Governance’ door de UN University's Institute of Advanced Studies? Zo ja, wat is uw reactie op dit rapport?

Antwoord 3.
Ja, ik ken dit rapport, en meen dat de strekking daarvan in lijn is met de huidige Nederlandse opvattingen. In het rapport is onder meer gesteld dat een discussie over mogelijke stappen inzake de verschillende vormen van kloneren in vervolg op de niet bindende ‘Declaration on Human Cloning’ van de Verenigde Naties (VN) van 2005 wenselijk is. Er lijkt dringend behoefte aan een daadwerkelijk verbod op reproductief kloneren; weliswaar bestaat daarover verregaand internationale consensus, maar is dat nog niet alle landen gerealiseerd. Het rapport stelt in dit verband dat aan zo’n verbod tot nu toe met name de verschillen in de ethische benaderingen ten aanzien van therapeutisch kloneren van de verschillende landen in de weg staan. Een totaal (en permanent) verbod op alle vormen van kloneren zou onder meer een belemmering vormen voor (onderzoek naar) nieuwe behandelingsmogelijkheden. Het rapport eindigt met de conclusie dat er in de discussies over toelaatbaarheid van therapeutisch kloneren meer respect voor ethische diversiteit tussen de verschillende landen nodig is, wil er sprake kunnen zijn van een mogelijk compromis in VN-verband.

Vraag 4.
Wat bent u voornemens met deze kennis te doen?

Antwoord 4.
Ik wacht eventuele initiatieven van de VN af. Zo de VN het onderwerp kloneren weer agendeert voor debat zal Nederland daar zeker een bijdrage aan leveren.

1) http://www.telegraph.co.uk/earth/main.jhtml?xml=/earth/2007/11/12/sciclone112.xml