Verdere beperkingen visvangst

De toegestane vangsthoeveelheden voor veel vissoorten gaan weer omlaag. Dit hebben de Europese ministers van Landbouw en Visserij vandaag in Brussel besloten. Het is in lijn met het streven van de Europese Unie naar een duurzame visserij.

"Ik heb ingezet op verduurzaming van de visserijsector en zorgvuldig beheer van de visbestanden", aldus minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. "Dat is gelukt. Met deze vangsthoeveelheden worden de visbestanden voldoende beschermd of krijgen de kans te herstellen. Tegelijkertijd blijven er perspectieven voor de visserijsector."

Toegestane vangsthoeveelheden

Europese vissers mogen in 2008 12.800 ton tong vangen op de Noordzee. Dit is 15% minder dan in 2007. De verlaging is in overeenstemming met het dit jaar afgesproken Europese meerjarig beheerplan voor tong en schol. De toegestane vangsthoeveelheid voor schol gaat met 2% omlaag naar 49.000 ton. Voor de Nederlandse visserijsector zijn tong en schol de belangrijkste vissoorten. 75 procent van de totale vangsthoeveelheid van tong in de Europese Unie gaat naar de Nederlandse platvissector. Voor schol is dat 37%.

Voor andere platvissoorten in de Noordzee (de zogenoemde 'geassocieerde soorten') zoals tarbot en griet, schar en bot, tongschar en witje is een status quo en voor sommige soorten een lichte verhoging van de vangsthoeveelheid overeengekomen. Minister Verburg is blij met dit besluit. De 'geassocieerde' soorten worden bijgevangen in de schol- en tongvisserij. Het bestand is stabiel en van toenemend belang voor de Nederlandse visserijsector.

De Raad heeft verder de in november gemaakte afspraak met Noorwegen overgenomen. Dit betekent onder meer een toegestane vangsthoeveelheid voor Noordzeeharing van 201.227 ton. Dit is 41% minder dan vorig jaar. Verburg is wel tevreden dat de visserijsector een grotere hoeveelheid horsmakreel kan opvissen dan in 2007, namelijk 170.000 ton. De Commissie had hier aanvankelijk een kleine reductie voorgesteld, terwijl de internationale visserijbiologen groen licht hadden gegeven voor een verhoging van 20%.

Elk jaar stellen de visserijministers tijdens de decemberraad de TACs (Total Allowable Catches oftewel toegestane vangsthoeveelheden) voor de verschillende vissoorten vast. Zij doen dat op basis van adviezen van internationale visserijbiologen van de International Council on the Exploration of the Sea (ICES) en de Scientific Technical Economical Committee on Fisheries (STECF), en het Regionale Advies Raad voor de Noordzee (Noordzee-RAC). De TAC wordt volgens een vaste verdeelsleutel in nationale quota opgedeeld en aan de Europese lidstaten toegewezen.

Stabiliteit, selectiviteit, flexibiliteit

Verburg pleitte tijdens de Landbouw- en Visserijraad voor stabiliteit wat betreft zeedagen (voldoende zeedagen om de toegestane vangsthoeveelheid op te vissen), selectiviteit (bijvoorbeeld stimuleren van het gebruik van grotere maaswijdten, hetgeen leidt tot selectievere visserij) en flexibiliteit (bijvoorbeeld het meenemen van meer dan één vistuig op een visreis). Ook riep zij de Europese Commissie op de adviezen van de Regionale Advies Raden serieus te nemen. In deze raden zijn alle betrokken partijen vertegenwoordigd zoals de visserijsector, maatschappelijke organisaties en wetenschappers (visserijbiologen).

Zeedagen

Het aantal zeedagen (aantal dagen dat platviskotters mogen uitvaren) wordt verlaagd met 10%. Minister Verburg is hierover teleurgesteld omdat zij vindt dat vissers wel de gelegenheid moeten hebben om de quota op te vissen. Wél is afgesproken dat het aantal zeedagen in 2008 tussentijds kan worden verhoogd als blijkt dat vissers het quotum niet kunnen opvissen. Verburg vindt het positief dat het besluit van de Raad grotere selectiviteit in de visserij bevordert. Zo is er de mogelijkheid om over te schakelen van de boomkor op een ander, meer selectiever vistuig zoals de twinrig met grotere maaswijdten. Het besluit leidt ook tot meer flexibiliteit voor de lidstaten. Zij krijgen onder meer de mogelijkheid om de zeedagen zelf over de vloot te verdelen.

Voorkomen van teruggooien van vis (discards)

De Europese Unie gaat samen met Noorwegen zoeken naar maatregelen om het teruggooien van wijting (die in een andere soort visserij wordt bijgevangen) tegen te gaan. Eén van de mogelijkheden is een ontsnappingsluik. Minister Verburg heeft verder kunnen bereiken dat vissers maximaal twaalf extra zeedagen krijgen als zij minder kabeljauw, schol en tong teruggooien.

Pulsvisserij

De pulskor krijgt, net als vorig jaar, voor nog één jaar vrijstelling voor 5% van de vloot. De pulskor is een vistuig waarbij tong en schol met behulp van elektrische prikkels los komen van de zeebodem. De pulskor leidt tot minder bodemberoering, aanzienlijke besparing van brandstof, selectievere visserij en betere kwaliteit van de vis. Verburg hoopt dat de Commissie spoedig een voorstel doet voor definitieve toelating van het pulsvisserij zodat vissers over kunnen gaan tot lange termijninvesteringen gericht op duurzaamheid.

Overzicht van TACs en quota

Soort Gebied TAC 2008 Quotum Nederland TAC 2007 Quotum Nederland
Tong Noordzee 12.800 9.563 15.020 11.226
Schol Noordzee 49.000 18.414 50.261 18.901
Kabeljauw Noordzee 22.152 2.125 19.957 1.914
Haring Noordzee 201.227 36.908 341.063 62.900
Makreel West. wat.* 385.366 21.719 422.551 23.786
Horsmakreel West. wat. 170.000 58.102 137.000 46.801
Blauwe wijting West. wat. 1.266.282 33.341 1.700.000 51.951

* West. wat. = Westelijke wateren.

De getallen zijn x 1000 kg oftewel 1 ton. Bij de definitieve uitwerking kunnen nog kleine wijzigingen optreden.