Minister-president over de missie in Uruzgan en de sfeer in het kabinet

Gesprek met minister-president Balkenende na de ministerraad (TV, NOS, Nederland 1)

Missie Uruzgan

VAN GALEN:
Eerst even het begin van deze week: lachende ministers op de voorpagina van de Telegraaf dinsdag. Groeten aan Uruzgan. Ik vraag me af: valt er eigenlijk wel wat te lachen?

BALKENENDE:
Wij zijn natuurlijk niet verantwoordelijk voor de foto's, maar het is wel heel goed om nog eens aan te geven dat wij grote waardering hebben voor het werk dat de mannen en vrouwen, onze militairen, daar verrichten. Ze zijn daar om te werken aan veiligheid, vrede en opbouw. Dat is de reden waarom ze daar zitten. En ik vind ook dat zij de volle steun verdienen. Van het kabinet, van het parlement en ook van de Nederlandse bevolking.

VAN GALEN:
Dat begrijp ik, maar het viel mij op dat u zo makkelijk de Kamer kon overtuigen dat we daar een zinvolle missie gaan doen. Hoe weet u zo zeker dat wij daar iets kunnen bereiken?

BALKENENDE:
Omdat als je de situatie nu in Afghanistan vergelijkt met 5 tot 10 jaar geleden, je ziet dat de gezondheidszorg behoorlijk aan het verbeteren. Veel meer kinderen gaan naar school. Er worden wegen aangelegd. Er wordt meer geïnvesteerd. Buitenlandse ondernemingen worden actief. Er ontstaan nieuwe mogelijkheden voor mensen om hun brood te verdienen. En dat gaat niet vanzelf. De Taliban is actief, maar je ziet wel verbeteringen.

VAN GALEN:
U zegt 'je ziet', maar ik zie helemaal niks. Ik zie alleen maar vechtende soldaten. Waarom zien we nooit die scholen en die gezondheidszorg?

BALKENENDE:
Dat gebeurt ook.

VAN GALEN:
Maar we zien het niet.

BALKENENDE:
Alles wat, laat ik zeggen, u laat zien, is niet het hele verhaal.

VAN GALEN:
U zegt: we worden in Nederland verkeerd of eenzijdig voorgelicht.

BALKENENDE:
Ik zeg dat het zo is, precies zoals ik het nu aangeef en ik heb het er met president Karzai ook over gehad, dat je op meerdere fronten ziet dat het beter gaat. Onderwijs, gezondheidszorg, economie, infrastructuur. Dat kan omdat de internationale gemeenschap bijdraagt aan de ontwikkelingen in Afghanistan. En natuurlijk is het zo dat er wordt gevochten. Natuurlijk is het zo dat de Taliban probeert het proces van opbouw te verstoren. Natuurlijk is het zo dat de Taliban daar mensen ophangt. Dat is de realiteit.

VAN GALEN:
Ja, maar aan de andere kant heb ik begrepen dat de gewaardeerde denktank Senlis zegt dat 54% van het grondgebied van Afghanistan wordt beheerst door die mensen van de Taliban. Er zijn allerlei onzekere factoren. De opbouw loopt niet echt goed. Hoe kunt u dan de Kamer verzekeren dat straks als er mensen sneuvelen, dat voor een zinvolle zaak is?

BALKENENDE:
Soms dan hoor je indrukwekkende verhalen, bijvoorbeeld van ouders van omgekomen militairen, die natuurlijk groot verdriet hebben, ook in deze kersttijd. Want je mist je zoon of je man. En juist zij weten hoe belangrijk het is dat het werk wordt gedaan. Dat hoor je ook.

VAN GALEN:
Kunt u ze uitleggen dat het zinvol is?

BALKENENDE:
Ja. En dat hoor je van de mensen zelf ook. Want uw vraag, ik snap natuurlijk best dat er vragen zijn over een missie. Maar gesteld dat Nederland zou zeggen: wij doen het maar niet. En als een land als Australië zou zeggen: we doen het niet. En de Canadezen zeggen: we doen het niet. Wat gebeurt er dan? Dan heeft u over het over de invloed van de Taliban. Wat zou er dan gebeuren? Dan komt het hele land onder de invloed van lieden die in het verleden hebben bewezen schurken te zijn.

VAN GALEN:
Je kunt ook zeggen: we gaan Kamp Holland verdedigen, dat is een schietschijf voor de Taliban, en over 2 jaar gaan we daar weg en is er niets gebeurd. Is dat het schrikbeeld dat Nederland voor ogen heeft?

BALKENENDE:
Waarom? Ik begrijp uw vraag wel, maar waarom praten we nu met de Afghaanse regering, met president Karzai? Waarom trainen wij de mensen van het Afghaanse leger? Dat is omdat zij dan delen van die taken kunnen overnemen. We hebben ook gezegd: de komende jaren willen we dat ook andere landen meedoen. Bijvoorbeeld de Fransen zullen ook actief zijn bij het trainen van de Afghaanse…

VAN GALEN:
Dat gaat om een paar mannen.

BALKENENDE:
Ja, maar het zijn wel trainingsactiviteiten. Het is goed dat ze dat doen. En wat we dus op het ogenblik zien, dat is dat wij… We hebben gezegd in Nederland: we gaan nog 2 jaar door, maar dan stoppen we er ook mee. Dan hebben we een behoorlijke bijdrage geleverd. De Afghanen zelf zullen de zaken over moeten nemen en dan zal de NAVO moeten kijken hoe het zit met opvolgende landen. Alleen één ding staat vast: Afghanistan kan niet zonder de hulp van de internationale gemeenschap. Er is sprake van vooruitgang op meerdere terreinen en laten we dan ook onze bijdrage daaraan leveren. En dan vind ik dat onze militairen, die geweldig goed werk doen, de volle steun verdienen.

VAN GALEN:
En u kunt als straks die ouders naar u toe komen en er sneuvelen opnieuw mensen met de hand op het hart zeggen: ze zijn niet voor niets gestorven?

BALKENENDE:
Dat zeg ik met de hand op het hart. En ik heb grote waardering voor onze militairen en natuurlijk heb ik ook verdriet wanneer ik weer een telefoontje krijg van de minister van Defensie dat er iemand is omgekomen. Dat is verschrikkelijk. Natuurlijk denk ik aan de families, maar datgene dat ze daar doen is ontzettend belangrijk. Ik heb zelf eens gezegd tegen een veteraan die toen destijds in 1944 in Zeeland heeft gevochten: ik groeide op eind jaren '50 en de jaren '60 in een vrij land en daar heeft u voor gevochten. Dat doen onze mensen nu ook daar.

Kabinet Balkenende IV

VAN GALEN:
U gaat straks naar het kerstdiner in het Catshuis. Ik hoor van mensen om u heen dat de sfeer wel eens beter is geweest in de coalitie. Kunt u dat beamen?

BALKENENDE:
Ik moet zeggen dat wij vandaag een goede ministerraad hebben gehad. Ik heb de nodige ministerraden gehad waarin behoorlijk is gelachen. Er zijn wel eens moeilijke momenten geweest het afgelopen jaar. Bijvoorbeeld rondom het ontslagrecht. Dat was moeilijk. Dat wisten we ook. En ik heb ook vandaag gezegd tegen de leden van de ministerraad, tegen de aanwezige ministers en staatssecretarissen: behalve het ontslagrecht hebben we op alle terreinen beslissingen genomen. Het wijzigingsverdrag in Europa: geen referendum. Uruzganverlenging. Anders betalen voor mobiliteit. Vandaag weer een commissie die zich gaat buigen over de participatie, zodat meer mensen aan het werk komen. Er zijn geen zaken blijven liggen.

VAN GALEN:
Nou zegt de heer Slob, een van de steunpilaren van uw coalitie, dat al die goede dingen worden overschaduwd door die ruzies en ik citeer even: pas op dat je geen niksig kabinet wordt dat maar doormoddert. Wat vind u daarvan?

BALKENENDE:
Ik heb de heer Slob wel eens beter meegemaakt. Ik vind het erg zwaarmoedig en ik vind het ook niet echt op de feiten gebaseerd. Natuurlijk hebben we pittige discussies gehad. Dat is ook zo, maar aan het eind van het jaar hoor je de balans op te maken. En de balans die opgemaakt kan worden is dat datgene wat we hadden voorgenomen om dit jaar te besluiten allemaal is gedaan. En dat is een hele andere conclusie dan die de heer Slob trekt.

VAN GALEN:
Nou kun je ook zeggen dat u zoveel besluiten heeft genomen dat u na een jaar uitgeregeerd bent.

BALKENENDE:
Dat vind ik zo leuk hè. Als je nog bezig bent met te discussiëren in het kabinet om besluiten voor te bereiden, dan zegt de oppositie en ook sommige kranten: er wordt niet geregeerd. Nou, nu zeg ik gewoon aan het eind van het jaar: we hebben alles besloten behalve het ontslagrecht. En dan zegt men: nu bent u uitgeregeerd.

VAN GALEN:
Het is nooit goed hè.

BALKENENDE:
In ieder geval is er dus wel geregeerd het afgelopen jaar.

VAN GALEN:
Ja, maar toch stel ik vast dat u geen grote hervormingen op stapel heeft gezet. Dat heeft uw vorige kabinet gedaan. De AOW, de woningmarkt, de hypotheekrente et cetera laat u met rust. Nu heeft u vandaag in de ministerraad vastgesteld: we gaan vooral in de uitvoering zitten. Maar ja, daar neem je mensen toch niet mee mee?

BALKENENDE:
Nou ja, ik zie het zelf heel anders. Op de eerste plaats is het zo dat de nodige veranderingen worden doorgevoerd. U heeft het over hervormingen. Als wij nu zeggen dat Nederland minder regels moet kennen voor degenen die voor de klas staan, mensen in de zorg en ondernemers. Daar gaan we gewoon mee door…

VAN GALEN:
Dat horen we al 10 jaar.

BALKENENDE:
Maar we zijn bezig. De afgelopen jaren is het gelukt en dat gaan wij ook doen. De innovatie en het ondernemerschap. Wij willen dat we excelleren internationaal. Dat gaat allemaal door…

VAN GALEN:
Dat doet u ook al vijf jaar: voorzitter van het Innovatieplatform.

BALKENENDE:
Ja. En je hebt ook gezien de afgelopen jaren dat de positie van Nederland is gesterkt op het gebied van innovatie. Alleen de buitenwereld is ook verbeterd…

VAN GALEN:
Dat zijn allemaal abstracte onderwerpen met uw welnemen. Het is toch niet waar mensen in het café over praten.

BALKENENDE:
Nee, omdat u te gemakkelijk zegt: ach, er gebeurt eigenlijk niks. Dan eens 'n punt waar de mensen in het café over praten. Dat is bijvoorbeeld geweld. Je veilig voelen op straat. Aanpak van voetbalvandalisme. Daar gaan we gewoon mee aan de slag en dat zetten wij nu op tafel. Daar gaan wij mee aan de slag en het wordt gerealiseerd. Wanneer we het hebben over alcoholmisbruik onder jongeren, een ander voorbeeld, dan zeg ik: dat pakken we gewoon aan. En daar heb je de komende jaren ook voor nodig, want je verandert de werkelijkheid niet van de ene op de andere dag. Als wij zeggen dat we zorgen dat mensen die nu nog geen kansen hebben op de arbeidsmarkt - ouderen, mensen met een beperking - mee kunnen doen, dan gaan we daar de komende jaren mee aan de slag. Dat zijn allemaal zaken die mensen merken en die ze ook van ons mogen verwachten.

VAN GALEN:
Maar toch hoor ik in de kringen van de coalitie dat de geest van Beetsterzwaag toch een beetje weg is. Het is toch een beetje een verstandshuwelijk. Voelt u dat ook zo?

BALKENENDE:
Nee.

VAN GALEN:
Het is wat zakelijker geworden.

BALKENENDE:
Nou, weet u, eerst was natuurlijk toch de interessante ontdekking: wij willen met z'n drieën een kabinet vormen en wij hebben een gemeenschappelijke toekomstagenda. Dat gaf een goed gevoel. Daarna was er een behoorlijk positief commentaar en naderhand kwam er wat meer kritiek van: neemt het kabinet wel besluiten? Ik constateer aan het eind van het jaar dat onze agenda voor de toekomst behoorlijk is vastgesteld en nu ook op de rails is gezet. Ik heb te maken met gemotiveerde bewindslieden. En natuurlijk is niet alles vlekkeloos. Natuurlijk zijn er wel eens conflicten. Natuurlijk heb je wel eens discussies. Maar de vraag is niet zozeer hoe het hele spel is geweest de afgelopen tijd, maar vooral: hoe staan we er nu voor? Heb je gedaan wat gedaan wat gedaan moest worden? En dat geeft mij dus een goed gevoel.

VAN GALEN:
En u gaat met een goed gevoel het kerstdiner in straks?

BALKENENDE:
Absoluut.

VAN GALEN:
Wat staat er eigenlijk op het menu? Weet u dat al?

BALKENENDE:
Dat ga ik niet verklappen.

VAN GALEN:
Toch geen fout vlees hè?

BALKENENDE:
U hoeft zich geen zorgen te maken.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)