Persconferentie na de ministerraad, 8 februari 2008

Minister-president Balkenende geeft in zijn wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad een toelichting op de besluitvorming in de ministerraad

Minister-president Balkenende:

Goedemiddag. Het is voor mij de tweede keer vandaag dat ik in deze zaal ben. Vanochtend was het bij Lornah Kiplagat, bij de presentatie van haar boek. Dat was heel wat anders. Een indrukwekkende sportieve vrouw die geweldige prestaties levert maar tegelijkertijd heel veel doet aan sociale verhoudingen, goede initiatieven onderneemt in Kenia. Daar heeft ze ook al prijzen voor gekregen. Het was mooi om daar vanochtend bij aanwezig te zijn.

Nu dan de persconferentie na onze ministerraad vandaag. Er waren veel dingen aan de orde. Uiteraard zijn we begonnen, zoals altijd, met de punten van buitenlands beleid. We hebben ook stilgestaan bij de situatie in Afghanistan.

Het is ook goed om hier nog eens te wijzen op de brief die recent door de secretaris-generaal van de VN Ban Ki-moon is geschreven over de situatie in Afghanistan, een paar dagen geleden in de GPD-bladen. En dan zegt de secretaris-generaal dat Afghanistan op de goede weg is en hij herbevestigt dat de internationale missie in Afghanistan de volle steun heeft van de VN.

Dat heb ik laatst nog kunnen constateren toen ik daar in Davos ook met hem over heb gesproken. De secretaris-generaal beschrijft dat het werk in Afghanistan er een is van lange adem, een meerjarig committent van de internationale gemeenschap is van groot belang. Er zijn veel uitdagingen, op het gebied van ontwikkeling, van bestuur en van veiligheid.

Dat is natuurlijk ook de essentie van die ministeriële NAVO-raad in Vilnius waar minister Van Middelkoop aanwezig is. Er vinden openhartige discussies plaats en er wordt ook gesproken over meer samenwerking met de VN en de Wereldbank.

Verder schrijft de secretaris-generaal dat Nederland een leidende positie heeft verworven bij pogingen om veiligheid en wederopbouw te laten samenvallen, te waarborgen in één van de moeilijkste provincies, moeilijkste regio's van Afghanistan, de zuidelijke provincie Uruzgan. Hij noemt bovendien ook ons geïntegreerde beleid, daar hebben we het samen over gehad; het 3D-concept. Dat is de combinatie van verdediging, ontwikkeling en democratie.

Ik denk dat de woorden van Ban Ki-moon ook gezien kunnen worden als een steun in de rug voor al degenen die het moeilijke werk daar doen. Een waardering van de hoogste man van de VN, secretaris-generaal, waarin hij zo nadrukkelijk zegt dat het werk van groot belang is. Dat de internatonale gemeenschap Afghanistan behoort te ondersteunen, dat het concept waar Nederland mee werkt van grote betekenis is en het is denk ik heel goed dat hij dit naar voren heeft gebracht.

Dan hebben we heel kort vooruitgeblikt op volgende week. U weet dat staatssecretaris Bijleveld en ik naar de Nederlandse Antillen en Aruba gaan. We hebben een volle week om tal van zaken te bespreken. Het bezoek is van belang in het kader van vernieuwing van de relaties binnen het Koninkrijk en het is urgent dat wordt doorgepakt op noodzakelijke hervormingen en verbetering van de voorzieningen van burgers en de verbetering van de rechtshandhaving. We zullen alle vijf eilanden van de Antillen bezoeken en evenzeer Aruba.

Het gaat vooral om gesprekken met bestuurders en met de representanten van diverse maatschappelijk geledingen. Het bezoek gaat een week duren. Ik zie ernaar uit.

Het eerste bezoek van mij was in 2005, het was een kennismakingsreis. Dus ik moet zeggen, ik heb zin om er weer heen te gaan. Dat betekent ook dat volgende week minister Bos hier zal staan en hij zal dan de ministerraad voorzitten.

Dan hebben we vandaag in afrondende zin gesproken over gelaatsbedekkende kleding. Daar hebben we het vorige week over gehad en we hebben vandaag de zaak afgerond. We hebben vastgesteld dat gelaatsbedekkende kleding in een open samenleving onwenselijk is. Het belemmert onderlinge communicatie tussen mensen en het belemmert gelijke kansen van mannen en vrouwen.

Vaak hebben we gezegd dat een algemeen juridisch verbod van de boerka niet mogelijk is maar op verschillende toegespitste gebieden zijn wel mogelijkheden om gelaatsbedekkende kleding te verbieden. Van die mogelijkheden wordt ook gebruikgemaakt.

Denk bijvoorbeeld aan de kledingvoorschriften die werkgevers kunnen stellen aan personeel. Als een werknemer of ambtenaar met gelaatsbedekkende kleding op het werk verschijnt, kan dat arbeidsrechterlijke consequenties hebben. Verder geldt op grond van de identificatieplicht, dat mensen zich moeten identificeren als daarnaar wordt gevraagd door politie of toezichthouder. Ook personen met gelaatsbedekkende kleding moeten daaraan meewerken, anders zijn zij strafbaar.

We hebben natuurlijk ook gekeken naar wat is de positie van gemeenten. Gemeenten hebben voldoende instrumenten om op grond van openbare orde en veiligheid binnen de lokale gemeenschap verbod op gelaatsbedekkende kleding in te stellen.

Vervoersbedrijven kunnen in hun vervoersvoorwaarden eisen stellen. Dat is misschien wel gezegd door minister Eurlings, want die heeft natuurlijk ook bij het touwtje gestaan, deze minister zal in gesprek treden met vervoersbedrijven over het in de algemene voorwaarden opnemen van de verbodsbepaling.

Op grond van de Wet personenvervoer kan het kabinet ter zake regels stellen. Gelet op hinder en risico's van gelaatsbedekkende kleding en het onbeheerd achterlaten van bagage in het openbaar vervoer is het kabinet bereid zonodig maatregelen te treffen. Voor het overige verwijs ik naar de brief die hierover nog zal verschijnen en naar de uitlatingen van de overige bewindslieden.

Dit waren een aantal zaken die vandaag aan de orde zijn geweest en mogelijk heeft u nog vragen.