Toespraak bij de ondertekening van de intentieverklaring 'biomassa uit bos, natuur, landschap en de houtketen'

Toespraak van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, bij de ondertekening van de intentieverklaring ‘biomassa uit bos, natuur, landschap en de houtketen’, 14 februari 2008.

Dames en heren,
Van harte welkom op deze bijzondere bijeenkomst. Bijzonder omdat we vandaag - als overheid en sector – plechtig gaan beloven dat we alles op alles zetten om de komende jaren hard te gaan werken aan het realiseren van onze duurzaamheidsdoelstellingen.

U kent die doelstellingen vast nog wel. In het werkprogramma ‘Schoon en Zuinig’ van de pijler ‘duurzame leefomgeving’ uit het kabinetsbeleid, staan ze als volgt geformuleerd:

  • De uitstoot van broeikasgassen, met name CO2NL:Koolstofdioxide, moet in 2020 met dertig procent verminderd zijn, vergeleken met 1990.
  • Het tempo van energiebesparing moet de komende jaren verdubbeld worden van één procent nu naar twee procent per jaar.
  • Het aandeel duurzame energie in 2020 moet verhoogd worden van ongeveer drie procent nu naar twinting procent van het totale energiegebruik.

Een ambitieus klimaatbeleid! En als minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wil ik een forse bijdrage leveren aan deze drie doelstellingen. Vandaag gaat het met name om de derde doelstelling: het verhogen van het aandeel duurzame energie.

Om dat te bereiken wil ik samen met de Agrosectoren gaan proberen om tweehonderd Pèta-joules aan duurzame energie te realiseren in 2020. En tweehonderd Pèta-joules staat gelijk aan maar liefst een derde van de landelijke doelstelling!

U begrijpt. Dat wordt nog een hele klus. En ik kan het dan ook niet alleen. Ik kan stimuleren. En ik kan faciliteren. Maar als minister ben en blijf ik afhankelijk van de bereidwilligheid van sectoren en partijen. Immers, zij moeten het gaan doen, zij moeten het veld in, zij moeten die duurzame energie gaan produceren.

U kunt zich dan ook voorstellen, dat ik blij ben dat ik hier vandaag omringd ben met vertegenwoordigers van de bos-, natuur en landschapssector en met vertegenwoordigers van de houtketen, die mij hebben laten weten, dat ze me willen gaan helpen om die doelstelling te realiseren.

Uit het onderzoek van Ecofys blijkt dat vanuit deze sector maar liefst 32 Pèta-joules geleverd kan worden. Het Bosschap en het Platform Hout in Nederland hebben aangegeven dat ze zich gaan inspannen om die 32 Pèta-joules daadwerkelijk te gaan leveren.

Dames en heren, dat is maar liefst een zesde deel van mijn ambitie om tweehonderd Pèta-joules te leveren!
32 Pèta-joules, dat kun je vergelijken met de energie-opbrengst van één miljard kuub aardgas. Of om het nog concreter te maken: met 32 Pèta-joules zou je zo’n acht procent van alle Nederlandse huishoudens van energie kunnen voorzien.

En daarmee houdt het nog niet op! Want ik ben niet alleen blij met de snelheid en het enthousiasme waarmee het Bosschap en het Platform Hout in Nederland hebben gereageerd. Ik ben ook blij dat het gaat om biomassa, om binnenlandse producten uit natuur, bos en landschap en uit de houtketen die allemaal CO2-neutraal zijn geproduceerd.

Dames en heren, U kent de discussies over de duurzaamheid in relatie tot de biomassabenutting. We willen eerst produceren voor de mond en dan pas voor de motor. We willen geen verarming van de biodiversiteit als gevolg van de grootschalige teelt van gewassen. Daarom heeft het kabinet hoge verwachtingen van innovatieve technologieën voor de tweede generatie biobrandstoffen.

In het licht van deze belangrijke, maar ook complexe discussies, is het goed te kunnen melden dat voor de biomassa waar we het vandaag over hebben geen extra kostbare grond hoeft te worden vrijgemaakt. Ook concurreert het niet met voedsel en we hoeven het niet van de andere kant van de wereld naar Nederland te vervoeren.

Nee, een groot deel van de biomassa waar we het nu over hebben staat gewoon te groeien in onze Nederlandse natuur of is een reststroom in de houtverwerkende industrie.

Dat we energie uit hout kunnen halen, is een bekend verhaal. Zo is onlangs in Beetsterzwaag een splinternieuwe houtcentrale geopend, waarmee een school, een zwembad en een gymzaal worden verwarmd. Dat concept biedt kansen voor heel Nederland.

Maar niet alleen uit hout, ook uit allerlei maaisels en plagsels die vrijkomen bij het natuurbeheer, kunnen we energie halen.

Natuurbeheer is een dure zaak. Zo moeten er hoge stortkosten worden betaald voor het afzetten van de materialen. Door deze nu te gebruiken als biomassa, worden deze producten echter vermarktbaar. En dat biedt weer nieuwe kansen voor het natuurbeheer.

Dames en heren,
We kunnen direct aan de slag. Eerst natuurlijk door het oogsten van het laaghangend fruit, bijvoorbeeld door meer te gaan dunnen in onze bossen. In Schoon-en-Zuinig-termen noemen we dat ‘meters maken’.

Maar om de genoemde producten optimaal te kunnen aanwenden voor energie moeten nog de nodige innovaties plaatsvinden. ‘Meters voorbereiden’ noemen we dat. Innovaties die betrekking hebben op bijvoorbeeld inzamelstructuren voor snoeihout, of technische ontwikkelingen die houtige biomassa om kunnen zetten in brandstoffen.

Dat zijn geen eenvoudige vraagstukken. En ik daag het Bosschap en het Platform Hout in Nederland dan ook uit om daar oplossingen voor te vinden. En het spreekt natuurlijk vanzelf dat ik daarbij alles zal doen om kansen te benutten en eventuele problemen te helpen wegnemen.

Ik wens u heel veel succes!

Ik dank u wel.