Uitdragen kernwaarden van de rechtsstaat

Dames en heren,

Allereerst wil ik de heer Van de Donk en alle commissieleden hartelijk danken voor hun belangrijke werk. De discussie rond de kernwaarden van de rechtsstaat leeft momenteel sterk onder de bevolking. Zeker als er waarden tegenover elkaar staan zoals de vrijheid van godsdienst versus de vrijheid van meningsuiting, of de vrije nieuwsgaring tegenover het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Vrijwel dagelijks hebben burgers en bestuurders met deze dilemma’s te maken. Daarom ben ik blij dat we hier nu een interessant advies hebben liggen, waarin de commissie een nieuw licht werpt op het uitdragen van de kernwaarden van de rechtsstaat. Zij onderstreept het belang van voldoende vertrouwen in de rechtsstaat en van het behoud van het draagvlak daarvoor.

De commissie ging veelbelovend van start. Destijds kopte een dagblad: ‘Burgerschap begint in de box, Wim van de Donk wil waarden terug in de maatschappij’. En deze belofte is waargemaakt. Ik denk dat de brede samenstelling van de commissie hieraan zeker heeft bijgedragen. Er is niet alleen maar ‘in’, maar ook veel ‘out of the box’ gedacht.

Mensen met verschillende achtergronden hebben intensief gediscussieerd en samengewerkt. Dat is een wezenlijk element : de kracht van de ontmoeting om iedereen, ongeacht afkomst, politieke gezindheid of geloofsovertuiging binnen boord te houden in een democratie. Het advies dat mijn collega van BZK en ik vandaag in ontvangst mogen nemen is weer een stap in de goede richting naar constructieve en vruchtbare ontmoetingen tussen mensen. Het advies beslaat een breed gebied, daarom zullen we het bespreken met alle betrokken bewindslieden, en ons inspannen om nog vóór de zomer van 2008 met een kabinetsstandpunt te komen.

Dat betekent niet dat er ondertussen niets gebeurt. Zoals de commissie zelf al zegt: soms moet de overheid vooral zelf niets doen en anderen de kans geven om iets te doen. En dat is vandaag gebeurd. Voor u staat daarom een optimistische Minister van Justitie. De bijeenkomst met de debattafels, die straks begint, geeft aan dat de rechtsstaat u in ieder geval niet onverschillig laat.

De invulling van de kernwaarden stelt ons vandaag de dag voor nieuwe dilemma’s en dat wordt in brede kring zo gevoeld. Daarom vind ik het belangrijk dat hierover gesproken wordt, want juist die discussies helpen ons verder. De ontmoeting en het gesprek met elkaar is de beste manier om de verscheidenheid te integreren in onze samenleving en uitsluiting tegen te gaan. Uitsluiting van mensen leidt tot verdeeldheid. We moeten juist benadrukken wat we gemeen hebben, dat iedereen erbij hoort, en iedereen bijzonder is. Als mensen in Nederland daarvan overtuigd zijn, zal dat bijdragen aan het vertrouwen in de rechtsstaat.

Maar alleen discussies voeren is niet genoeg. We moeten samen de uitdagingen aangaan en oplossingen vinden voor de dilemma’s . Denk aan de leraar die te maken krijgt met extreme, provocerende meningen van leerlingen. Of de voetbaltrainer die moet toezien hoe ouders zich langs het veld misdragen. Maar dat gaat niet vanzelf.

Gelukkig zijn er veel burgers, maatschappelijke organisaties en instituties die zich inzetten en de problemen op een vernieuwende en creatieve manier aanpakken. Ik heb waardering voor deze initiatieven.

Dat ieder gelijk wordt behandeld, houdt ook in dat we krachtig moeten ingrijpen als mensen de rechten van anderen aantasten door notoire overlast of criminaliteit. Uiteraard hoort elk overheidsingrijpen te voldoen aan de uitgangspunten waarop onze democratische rechtsstaat is gebaseerd. Maar ik zou daaraan willen toevoegen: de werkelijke ontmoeting tussen mensen, lokaal, regionaal, is daarbij een onmisbare component. In de dagelijkse praktijk ligt de belangrijkste sleutel voor het behoud en het vergroten van het draagvlak voor de rechtsstaat, aldus de commissie.

Terecht legt de commissie, wat mij betreft, nadruk op het belang van het goede voorbeeld. Vertegenwoordigers van de overheid moeten zich houden aan de regels en het goede voorbeeld geven. Dat is essentieel voor de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de instituties van de rechtsstaat. Tegelijkertijd dienen zij de ruimte te krijgen om leiderschap te tonen en problemen op te lossen, zodat de burger zich gehoord en geholpen voelt.

In het verlengde hiervan ligt de aanbeveling van de commissie om het belang van toezicht en handhaving niet uit het oog te verliezen en meer oog te hebben voor het, wat ik maar even noem, ‘maatschappelijk toezicht’ door conciërges, trambestuurders, conducteurs en buurtbewoners. Een gedachte waar het kabinet zeker op terug zal komen. Ook hiervoor geldt: de rechtsstaat maken we samen.

De aanbeveling om een discussie te voeren over betrokkenheid van burgers bij de rechtspraak is een interessant vervolg op de gesprekken die we hier reeds over hebben gevoerd.

Hoe kunnen we burgers betrekken bij de justitiële instituties en waar liggen de grenzen? Er is al een aantal concrete projecten opgezet. We proberen de leesbaarheid van uitspraken te verbeteren en er wordt in 2009 een Open Dag voor de Rechtspraak georganiseerd. Verder blijkt de lezersjury uiterst succesvol bij de regionale dagbladen. Vijf jaar geleden startte het Dagblad van het Noorden en sindsdien is het concept overgenomen door zeven regionale dagbladen. Daarnaast doen we veel aan publieksvoorlichting van justitiabelen en jongeren, met bijvoorbeeld de jeugdsite www.rechtvoorjou.nl en het stripverhaal TeRecht! Ja, als we de jeugd willen bereiken, moeten we creatief te werk gaan.

Dames en heren,

Ik ben blij met het advies van de commissie en denk dat het ons allemaal verder helpt bij het vormgeven van onze rechtsstaat die, zoals de commissie terecht stelt, dagelijks wordt uitgedaagd.

Het is nu aan ons om hier iets mee te doen. Een democratische rechtsstaat ontstaat niet door woorden of wetten alleen, en ook niet ineens. Daar is mensenwerk voor nodig. Betrokkenheid en verdraagzaamheid. Vertrouwen en verantwoordelijkheid.

Dit besef lijkt steeds meer tot mensen door te dringen. Als voorbeeld noem ik de reacties op een column op mijn website die ik had geschreven naar aanleiding van de instelling van deze commissie. Hier ontstond een aardige discussie over het belang van de rechtsstaat tussen twee scribenten, te weten de heer H.J. Kleijwegt en ene Garfield. De laatste schreef onder andere de wijze woorden: “Elke samenleving is zo sterk als de mate waarin mensen bereid zijn zich er vrijwillig voor in te zetten.” Inspirerende woorden niet alleen voor vandaag, maar ook voor de toekomst.

Ik dank u hartelijk.