Toespraak bij de Deltatop 2008

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Dames en heren,

Hollands Glorie is een term die bekendheid verwierf door de gelijknamige roman van Jan de Hartog uit 1940.
Het is niet toevallig dat een roman over zeevaart die titel kreeg. Van oudsher zijn Nederlanders trots op alles wat ze op of met het water doen. Waterbeheer is ook iets waar ons land, door de omstandigheden gedwongen, altijd goed in is geweest. Dat heeft ertoe geleid dat we vandaag de dag wereldwijd een uitstekend imago hebben op het gebied van water. Aansprekende projecten als de Afsluitdijk en de Deltawerken hebben aan onze goede reputatie bijgedragen. We staan in Nederland voor de uitdaging onze dichtbevolkte delta blijvend bewoonbaar te houden. Problemen als de zeespiegelstijging, extremere piekafvoeren van de rivieren, toenemende verzilting en verdroging en bodemdaling komen op ons af. We moeten die problemen oppakken in een ruimtelijke opgave waarin veiligheid, ecologische én economische ontwikkeling hand in hand gaan.
De overheid krijgt dit niet alleen voor elkaar, maar heeft daarbij de hulp van het bedrijfsleven en van kennisinstellingen hard nodig. Daarom is het verbinden van kennis binnen en met Deltares ook zo’n goede stap. En is samenwerking van ons allemaal in het Netwerk Deltatechnologie en nu, vandaag in de Deltatop, cruciaal. Zonder sector geen ondernemersschap, zonder overheid geen kaders, zonder kennis geen feiten.
En als we er samen in slagen om Nederland blijvend bewoonbaar te houden, dan leggen we de basis voor Hollands glorie in de 21ste eeuw.

Bij het ontwikkelen van de ruimtelijke opgave waar we als Nederland voor staan, spelen veel dingen mee. Vandaag beperk ik me tot twee zaken: het belang van modern innoveren en het belang van het combineren van functies.

Ten eerste innovatie.
De afgelopen jaren is de rolverdeling tussen overheid en markt rond innovatie ingrijpend veranderd. Vroeger, in het traditionele model, hield de overheid het heft zelf stevig in eigen handen. Nieuwe onderwerpen of maatschappelijke problemen werden – in de beslotenheid van de eigen organisatie – opgepakt en uitgevoerd.

De werking van dit traditionele model is achterhaald. Maatschappelijke vraagstukken zijn gewoonweg té complex om met dit naar binnen gekeerde model op te lossen. Tegenwoordig betrekt de overheid bedrijven en kennisinstellingen liever in een zo vroeg mogelijke fase van een project. Dat is innoveren anno 2008, een eigentijdse vorm van polderen, gericht op vernieuwing en op tempoversnelling. Het is bijvoorbeeld gebruikt bij de ontwikkeling van de IJkdijk in Groningen, waar diverse partners sensortechnologie in dijken testen.

Verkeer en Waterstaat opereert steeds meer volgens dit moderne innovatiemodel. Door de markt vroegtijdig te consulteren kunnen we al bij het formuleren van de scope van een project de creativiteit van de markt, de kenniswereld en de samenleving benutten en die partijen ook de ruimte geven voor toepassing van innovaties. Dat is ook precies wat we bij de Afsluitdijk hebben gedaan. U weet, vorig jaar bij het 75-jarig bestaan van de dijk heb ik het startschot voor de toekomstverkenning van de Afsluitdijk gegeven. Ik heb waterbouwend en innovatief Nederland opgeroepen om te kijken hoe de veiligheid van de dijk gecombineerd kan worden met functies op het gebied van recreatie, natuur en energiewinning. Aanstaande vrijdag ontvang ik het tussenrapport. U begrijpt dat ik me bijzonder verheug op vrijdag, om te horen wat realistische combinaties zouden kunnen zijn. Ook ben ik benieuwd of u tijdens uw rondetafelgesprek nog met andere toepassingen voor de Afsluitdijk bent gekomen.

En zo ben ik eigenlijk al bij het tweede punt gekomen, het belang van het combineren van functies. Het lijkt bijzonder kansrijk om ons te richten op innovaties die specifiek op combinaties inzetten. Hiermee kunnen we namelijk de internationale positie van Nederland als Delta-experts versterken. Denk aan de exportpositie van ons bedrijfsleven, maar ook aan de internationale verantwoordelijkheid die wij als best beschermde delta-economie hebben ten opzichte van minder goed beschermde en veelal veel minder rijke landen.

De uitdaging voor de Delta-sector is dan ook om samen met de overheid en in dialoog met de samenleving de komende jaren op zoek te gaan naar de verbindingen met andere sectoren. Een goed voorbeeld daarvan is de combinatie van water en energie. Verschillende bedrijven en kennisinstellingen uit de Nederlandse energiesector proberen om in Nederland energie uit water te winnen. En daarbij is ook de kennis en kunde uit de Delta-sector nodig. Wie weet gaan we over een aantal jaren op grote schaal energie uit water winnen rond de Afsluitdijk, in het IJsselmeer of voor de kust. Oude iconen uit ons deltaverleden kunnen zo een tweede leven krijgen.

Dames en heren,
Een programma dat bewust aan de slag gaat met het combineren van functies is het programma Building with Nature. Het loopt vandaag als een rode draad door de bijdragen en de discussies heen. Bouwen met de natuur betekent meegroeien, meebewegen met de natuur; gebruik makend van de in de natuur aanwezige krachten, materialen en interacties. Building with Nature combineert maatregelen voor het verbeteren van veiligheid met maatregelen die de leefomgeving en de ecologie verbeteren. Niet alleen omdat we dat willen, maar ook omdat dit soms noodzakelijk is. De Zuid-Westelijke Delta, bijvoorbeeld, is een gebied waar verbeteringen gecoördineerd moeten worden, omdat functies van de verschillende Deltawateren elkaar onderling beïnvloeden.

We vergeten wel eens, dat we leven en werken in een ecologisch systeem. Dat bewustzijn moeten we reanimeren en gaan koesteren. Ook in het waterbeheer. Building with Nature levert daar een belangrijke bijdrage aan. Ik ben dan ook aangenaam verrast door het feit dat juist vanuit een hardwerkende no-nonsense bedrijfstak van ingenieurs, waterbouwers en baggeraars, dit initiatief is gekomen.

Dit illustreert dat economie en ecologie heel goed kunnen samen gaan. In het Beleidsprogramma van dit kabinet en in de Watervisie hebben we het waterbeleid gepositioneerd als ‘duurzame schakel tussen economie en ecologie’. Het uitvoerende consortium Ecoshape kan dat concreet maken en laten zien dat dit inderdaad kansen biedt op een duurzame ontwikkeling van dit waterrijke laagland.

Dames en heren,
Er liggen nogal wat grote vraagstukken op ons bord. De ontwikkeling van de kust, het IJsselmeer, het rivierengebied, de zuid-westelijke delta, de veenweidegebieden, de Randstand met zijn Groene Hart. De komende eeuw zal Nederland veranderen. In het Nationale Waterplan zal het kabinet daarvoor de route uitstippelen. Ik zal daarin innovaties en kennisontwikkeling een prominente plaats geven. Verwacht van de overheid geen kant en klare blauwdrukken. Zo wilt u het niet meer en ik ook niet.

U mag wel verwachten dat de overheid richting geeft aan de ontwikkeling van ons land, met een inspirerend toekomstbeeld én met concrete maatregelen die daarbij passen. Daar lever ik graag mijn bijdrage aan, maar wel samen met u. En met de moraal van Jan de Hartog in zijn befaamde boek in het achterhoofd: glorie ontleen je niet alleen aan prestaties of eindproducten. Hollands glorie zijn de mensen die hun kennis en vernuft voortdurend inzetten in het belang van de gemeenschap en de toekomstige generatie.
Daarin schuilt de kracht van onze prachtige delta.

Dank u wel.