Taskforce Handicap en Samenleving was een gouden greep

Bij het afscheid van de Taskforce Handicap en Samenleving heeft staatssecretaris Bussemaker gewezen op het enorme belang ervan voor mensen met een beperking. De Taskforce, onder leiding van Hannie van Leeuwen, is het perfecte instrument gebleken om de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen.

Dames en heren,
De Taskforce Handicap en Samenleving is een gouden greep geweest. Onder de bezielende leiding van Hannie van Leeuwen is de Taskforce het perfecte instrument gebleken om de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen.
Dat is in de afgelopen jaren gebeurd door te werken aan een mentaliteitsverandering en actieve betrokkenheid van maatschappelijke partners. Maar het is ook vooral tot stand gekomen door een zeer praktische aanpak.
Ik noem hier even een paar voorbeelden van wat de Taskforce voor elkaar heeft gekregen:
• De mis(s) verkiezingen. We hebben over dat idee van tevoren wel even bedenkingen gehad. Niet iedereen houdt immers van dit soort competities. Het leidde tot veel discussie en liet zien wat de zogenoemde empowerment van mensen met een beperking in kan houden.
• Aandacht voor de positie van mensen met een beperking bij rampen. Als je er over nadenkt ligt dat natuurlijk voor de hand. Want bij een noodsituatie maakt het nogal wat uit of je gewoon weg kunt lopen, in een rolstoel zit of het alarm niet hoort. Je moet er dus voor zorgen dat je bij de oefeningen ook mensen met beperkingen betrekt. Bij de meest recente oefeningen is dat ook daadwerkelijk gebeurd.
Ik noem verder nog:
• grotere toegankelijkheid van stembureaus;
• de cursus van Connexxion, waarbij buschauffeurs leren omgaan met mensen die een beperking hebben;
• de vele lokale, gemeentelijke debatten die de Taskforce heeft georganiseerd. Daar kom ik zo ook nog even op terug;
• en natuurlijk het aandeel dat de Taskforce had in het project Bus 1202, dat zo mooi laat zien hoe dicht bewustwording en praktijkoplossingen bij elkaar kunnen liggen.
Het is maar een kleine opsomming van wat er allemaal in vier jaar bereikt is. En het zijn zeker niet alleen voorbeelden vanwege de concrete onderwerpen. Ze zijn juist zo effectief door de praktische aanpak.
Zo ging aan de debatten een training vooraf, waarbij de mensen van de gehandicaptenplatforms debatvaardigheden op konden doen, want het is natuurlijk wel belangrijk om goed beslagen ten ijs te komen. Of een ander voorbeeld: in één van de gesprekken tussen het gemeentebestuur en het gehandicaptenplatform kwam aan de orde dat mensen veel te lang op het vervoer moeten wachten. Hannie kon dit vervolgens als geen ander omzetten naar de mogelijkheden die een gemeente heeft om dit te voorkomen. Haar reactie was dan: “Dat is vervelend, maar je kunt de volgende dingen doen om dit soort zaken bij de aanbesteding dicht te timmeren.”

De Taskforce Handicap en Samenleving heeft dus een onmisbare rol gespeeld bij het streven naar inclusie. Daarbij wist Hannie van Leeuwen zich in de Taskforce omringd door tal van gelijkgestemden. Ook die hebben zichzelf beloofd de mooie ideeën tot uitvoering te brengen. Er waren in totaal 17 leden.
Ik ga ze hier niet allemaal noemen, maar zonder hun inspanningen was de Taskforce niet zo succesvol geweest. Bovendien zijn er natuurlijk mensen als Lucille Werner die, ook samen met de Taskforce, veel aandacht voor mensen met beperkingen in de maatschappij heeft opgewekt. De film die we eerder zagen, is daar een mooi voorbeeld van.
Verder zijn het VCP, de CG-raad en de GGZ-platforms en allerlei private organisaties, zoals Connexxion van grote waarde bij de emancipatie van mensen met beperkingen.

En laat ik ook mijn eigen organisatie niet vergeten. Ook ons beleid is er op gericht de gelijke behandeling van mensen met beperkingen zoveel mogelijk te bevorderen. De uitbreiding van de Wet gelijke behandeling is daar een belangrijk voorbeeld van. Wonen en het primair en voortgezet onderwijs vallen, als het aan mij ligt, binnenkort ook onder de werking van de Wet.
En nog voor deze zomer zal ik met een brief aan de Kamer duidelijk maken welke mogelijkheden tot uitbreiding er nog meer zijn. Zo komen we de afspraken in het coalitieakkoord na. En zo kunnen we ook steeds beter voldoen aan het gehandicapten verdrag van de VN, dat ik nog in deze kabinetperiode wil goedkeuren en invoeren. Allemaal zaken die de gelijke behandeling van mensen met beperkingen een flinke duw in de goede richting zullen geven.
De Taskforce houdt ermee op. Dat is niet jammer; dat is zoals het hoort met een Taskforce: de boel flink opschudden en eraan werken, dat daarna niet alles weer stil komt te liggen. Hierbij wil ik iedereen van de Taskforce daarvoor bedanken. En ze beloven dat alle inzet en energie de komende jaren niet verloren gaat.

Hannie, ook daar hebben we jou weer bij nodig. Je tomeloze inzet voor de Taskforce kunnen we ook de komende jaren niet missen. Je denkt niet aan pensioen. Je wilt midden in de samenleving blijven staan. En vanaf die plek richting geven aan de veranderingen die je zo na aan het hart liggen. De overleggen en debatten die jij met je Taskforce op lokaal niveau hebt georganiseerd, komen de gemeenten bij de invoering van de Wmo prima van pas. Het is daarom een goed plan om de lokale activiteiten verder uit te bouwen.
Met de Taakgroep Handicap en Lokale Samenleving ga je nog een tijdje het gesprek op lokaal niveau aan. Niet alleen met gemeenten, om ze te motiveren de participatie van mensen met beperkingen hoog op de agenda te zetten. Maar ook met de gehandicaptenplatforms, die hun stem moeten laten horen. Hannie, ik hoop dat je nog een tijdje door wilt gaan met het organiseren daarvan.

Maar hoe dan ook wil ik die optimistische voorspelling hier al op mijn manier verwoorden: over een paar jaar is het merendeel van de gemeenten door jouw aanpak “om”. Iedereen weet dan dat hulpmiddelen uitreiken en woningen aanpassen alléén niet voldoende is. En dat onze beschaving niet zonder echte participatie en gelijke behandeling van mensen met een beperking kan.
Leden van de Taskforce, hartelijk dank!