Antwoorden op kamervragen van Agema over de boerkini in Nederlandse zwembaden

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

S-K-U-2844857

23 april 2008

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het Kamerlid Agema over de boerkini in Nederlandse zwembaden (2070817230).

Vraag 1
Wilt u alstublieft het fatsoen opbrengen om onze vragen over de boerkini in Nederlandse zwembaden individueel te beantwoorden, en dan met name de vragen over

  • het volgens islamieten onzedig zwemmen door vrouwen die geen boerkini dragen,

  • het tot uitdrukking brengen van de onderdrukking van de vrouw door het dragen van een
    boerkini en

  • de glijdende schaal in het meegaan met islamieten door het toestaan van de boerkini? 1)

Antwoord 1
Bij de beantwoording van uw vorige vragen over hetzelfde onderwerp op 11 januari en
3 maart heb ik duidelijk gemaakt wat het kabinetsstandpunt is in deze. Daarbij is tevens helder dat het kabinet uw mening niet deelt. Het kabinet vindt niet dat er sprake is van onderdrukking of een glijdende schaal. Integendeel, de boerkini verschaft vrouwen die anders thuis zouden blijven zitten de gelegenheid om te zwemmen in openbare gelegenheden en dit werkt bevorderend voor de zwemvaardigheid, sportdeelname, gezondheid, emancipatie en integratie van deze vrouwen. Andere groepen worden hiermee niet geschaad.

Vraag 2
Denkt u nou werkelijk dat onze damesestafetteploeg ooit nog een wereldrecord zwemt als ze boerkini’s aan zou trekken wanneer u in uw antwoord de boerkini één op één vergelijkt met het speedo zwempak voor topzwemsters?

Antwoord 2
Met de illustratie van een boerkini en een speedo zwempak heb ik laten zien dat de badkleding aan diverse ontwikkelingen onderhevig is, ook in de topsport.

Vraag 3
Wilt u het enorme verschil tussen de superstrakke vorm van het speedo zwempak en de allesverhullende lappen van de boerkini niet zien?

Antwoord 3
Jawel, zie de op 3 maart toegezonden illustratie voor overeenkomsten en verschillen.

Vraag 4
Beseft u dat u met deze dhimmitude houding de islamisering van de sport in Nederland inzet en stimuleert? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4
In tegenstelling tot u ben ik van mening dat hier geen sprake is van islamisering van de sport, maar van integratie in de sport. Onder islamisering wordt immers verstaan: “de maatschappij organiseren volgens islamitische principes”. Hiervan is in Nederland geen sprake. In ons land gelden de basiswaarden en grondprincipes van democratie en rechtsstatelijkheid. Alle religies, ook de islam, zijn in Nederland gelijk voor de wet.

1) Aanhangsel Handelingen, nr. 1938, vergaderjaar 2007-2008