“Cliënten moeten leren partner te zijn in de zorg”

Henny Vermolen komt als voorlichter van KansPlus veel in contact met cliënten en hun vertegenwoordigers. Als ervaringsdeskundige ouder van een verstandelijk en autistisch gehandicapte dochter weet ze als geen ander wat er nodig is om de zorgzwaartebekostiging tot een succes te maken.

Zorgzwaartebekostiging

Individuele zorgvraag staat centraal

“Een heel positieve ontwikkeling”, noemt Henny Vermolen de nieuwe bekostiging van de zorg. “Het centraal stellen van de individuele zorgvraag van cliënten en daar het aanbod op afstemmen is de kern van zorg op maat. Dat zou in het verleden natuurlijk ook het geval moeten zijn, maar toen bepaalden alleen de zorgaanbieders wat nodig was voor cliënten. Cliënten wachtten op hun beurt veel meer af. Door de collectieve financiering was het eigenlijk niet nodig te weten hoe het precies werkte.”

Als partners samenwerken

Mevrouw Henny Vermolen van Kans Plus.

In haar rol als voorlichter signaleert ze dat cliënten en hun ouders door de zorgzwaartebekostiging gedwongen worden voor zichzelf op te komen. “Ze moeten krachtig worden en moeten leren een partner te zijn voor de zorgaanbieder. Het systeem is daar ook op gebaseerd. Maar mensen die zorg nodig hebben zijn meestal niet zelfstandig en niet assertief. Dat is een punt van zorg”, is haar conclusie.

Knelpunten

Echte knelpunten ziet ze in zaken waarover nog geen duidelijkheid is. “Hoe zit het met het persoonsgebonden budget en de zzb, zijn de tarieven voor de dagbesteding toereikend, hoe worden de bijzondere en extreme zorgvragen gefinancierd? En wat is er geregeld voor de jeugd?”. Vermolen signaleert ook dat er nog een grote kennisachterstand is over de zorgzwaartepakketten bij het groepspersoneel. “Hoe moeten zij invulling geven aan zorg op maat? Ook is de budgettaire neutraliteit een gevaar voor de kwaliteit van de zorg. “De eis budgettair neutraal te zijn is in tegenspraak met zorg op maat. Je hebt gewoon de zorg en ondersteuning nodig die noodzakelijk is om je problemen op te kunnen lossen.”

Cliënten hebben kennisachterstand

Omdat instellingen nog druk bezig zijn met de organisatorische kant van de zzb, schiet cliëntenvoorlichting erbij in. Vermolen: “Instellingen hebben de opdracht hun cliënten in samenspraak met cliëntenraden of familieverenigingen te informeren, maar enkele goede uitzonderingen daargelaten, worstelen ze voornamelijk nog met de systematiek en invoering van de zzp’s en de zorgplannen” vertelt Vermolen. “Er is een woud aan zorgplanvarianten en dat maakt het nóg lastiger voor de belangenbehartigersorganisaties om zorgvragers te ondersteunen bij het helder krijgen wat zij belangrijk vinden voor het zorgplan.”

Meer cliëntenvoorlichting nodig

Haar grote frustratie is het feit dat er nauwelijks geld is voor goede voorlichting aan cliënten en hun vertegenwoordigers. Vermolen: “Zorgaanbieders worden terecht ondersteund door de overheid om de nieuwe wijze van verantwoording goed te kunnen realiseren. Maar wil je het systeem tot een succes maken dan is investeren in kennis van de zorgvrager echt noodzakelijk. Dat is ook een taak van de overheid. Er is een grote kennisachterstand. En daardoor is er wantrouwen en bestaat er een grote behoefte aan hulp bij het opstellen en invullen van het zorgplan vanuit het cliëntperspectief. Niet met ingewikkelde systemen, maar met eenvoudige, praktische en korte handreikingen.”

Gebruikersgidsen te globaal

“De gebruikersgidsen zzb zijn een prima naslagwerk voor basisinformatie, maar het onderscheid in de pakketten is heel algemeen aangeduid. Cliënten en hun vertegenwoordigers moeten leren daarmee om te gaan.” Indertijd, bij de invoering van de vernieuwde AWBZ (2003) heeft Vermolen samen met Van de Kaa een methode opgesteld om helder te krijgen welke zorg en ondersteuning een cliënt nu eigenlijk nodig denkt te hebben. Deze ‘Methode opstellen, actualiseren en evalueren van zorgplannen vanuit het cliëntenperspectief op basis van de zeven functies van de AWBZ’ (Ouders helpen ouders) gebruikt Vermolen nog steeds in haar voorlichtingsbijeenkomsten.

Onafhankelijke cliëntondersteuning

Vermolen: “Ik vertel de ouders van cliënten dat het uitermate belangrijk is zelf een inschatting te maken van de zelfstandigheid van degene die zorg nodig heeft.” Zélf leren nadenken is haar motto en weten met welke zorg de cliënt is geholpen. Vermolen vindt het een echt voordeel van de zzb dat duidelijk gaat worden welke zorg en ondersteuning echt noodzakelijk is. Zelf denkt ze dat alle partijen erbij gebaat zijn als er - zeker in de beginfase - onafhankelijke cliëntondersteuners zijn voor cliënten/cliëntvertegenwoordigers bij het indicatietraject en het maken van de zorgplannen. “De patiënten- en belangenbehartigersorganisaties kunnen hier een belangrijke rol in spelen en zouden hiervoor de middelen moeten krijgen”