Antwoorden op kamervragen over ‘uitlatingen dat de helft van de politietop binnen drie jaar voor de helft uit vrouwen of allochtonen zou moeten bestaan’

Met deze brief geeft minister Ter Horst antwoord op kamervragen van kamerlid Brinkman (PVV) over ‘uitlatingen dat de helft van de politietop binnen drie jaar voor de helft uit vrouwen of allochtonen zou moeten bestaan’ (ingezonden 25 maart).

Vraag 1
Is de uitlating, dat de politietop binnen drie jaar voor de helft uit vrouwen of allochtonen zou moeten bestaan, volgens u een voorbeeld van positieve discriminatie? 1)

Antwoord 1
De afspraak die ik met korpsbeheerders heb gemaakt gaat over invulling van vacatures, niet over de samenstelling van de gehele politietop. Volledigheidshalve herhaal ik de gemaakte afspraak:

  • A. Van de kroonbenoemingen met betrekking tot de korpsleiding in de periode tot 2011 moet 50 % een vrouw en/of allochtoon zijn. De indicatieve verwachting is dat het in de periode 2008-2011 om circa 20 kroonbenoemingen gaat. Hiervan zal de helft door vrouwen en/of allochtonen worden ingevuld.
  • B. Ten aanzien van de kroonbenoemingen in de schalen 15 en 16 niet zijnde korpsleiding is afgesproken dat 30% van de benoemingen in de periode tot 2011 vrouw en/of allochtoon zijn. De indicatieve verwachting is dat het in de periode 2008-2011 om circa 35 benoemingen gaat. Hiervan zal 30% door vrouwen en/of allochtonen worden ingevuld.

Op uw vraag of het bovenstaande een voorbeeld is van positieve discriminatie, ga ik in bij de beantwoording van vraag 2.

Vraag 2
Deelt u de mening dat voor vacatures aan de top van de politie de capaciteit van een kandidaat de doorslag zou moeten geven en niet het geslacht of de afkomst? Zo neen, mogen de burgers bij het aanstellen van iemand met minder capaciteit, ook minder belastinggeld betalen?

Antwoord op de vragen 1 en 2
Van positieve discriminatie is geen sprake. De competenties en kwaliteiten van de kandidaat geven de doorslag. Er zijn voldoende vrouwen en allochtonen die beschikken over uitstekende kwaliteiten.

Vraag 3
Hoe vermijdt u het vooroordeel dat toekomstige vrouwelijke of allochtone hoofdcommissarissen zullen krijgen, namelijk dat zij hun functies enkel aan hun geslacht of afkomst hebben te danken?

Antwoord 3
De kwaliteit van de kandidaat geeft de doorslag, zoals ik hiervoor al aangaf. Niemand wordt enkel op basis van geslacht of afkomst benoemd. Het vooroordeel dat u schetst herken ik dan ook niet als een te verwachten probleem.

Vraag 4
Is het waar dat de regiopolitie Amsterdam-Amstelland tien formatieplaatsen in dienst heeft specifiek voor het diversiteitsbeleid? Zo neen, hoeveel formatieplaatsen en werknemers heeft de regiopolitie Amsterdam-Amstelland wel in dienst voor het diversiteitsbeleid?

Antwoord 4
Het korps Amsterdam-Amstelland streeft er naar in haar personeelssamenstelling een afspiegeling van de samenleving te zijn. Om deze doelstelling te halen is een aanzienlijke extra inspanning nodig. Bij het programmamanagement van het korps zijn drie formatieplaatsen gericht op activiteiten van behoud van de diverse doelgroepen. Bij de dienst Personeel en Arbeidsvoorwaarden zijn in totaal 14 fte in de formatie opgenomen voor initiële werving én de selectie van personeel in algemene zin met bijzondere aandacht voor diversiteitsdoelstellingen. De werkzaamheden richten zich tevens op arbeidsmarktcommunicatie in het kader van de (zij-)instroom en de werving van administratief-technisch personeel.

Vraag 5
Hoeveel formatieplaatsen en werknemers zijn in elke politieregio werkzaam voor het diversiteitsbeleid en hoeveel geld vertegenwoordigd deze inzet?

Antwoord vraag 5
Dat is afhankelijk van onder andere de omvang van het korps en de prioriteit die het desbetreffende korps geeft aan diversiteitsbeleid. Het merendeel van de korpsen heeft tussen de 0,5 en 2 formatieplaatsen beschikbaar voor diversiteitsbeleid. De salariskosten per formatieplaats variëren tussen de 40.000 en 62.000 euro, afhankelijk van de inschaling per korps en de leeftijd en ervaring van de diversiteitsmedewerker.

Vraag 6
Hoeveel geld wordt er jaarlijks uitgedeeld aan de diversiteitsprijzen binnen politie Nederland?

Antwoord vraag 6
Het betreft 1,5 miljoen euro, verdeeld over vijf prijzen in verschillende categorieën.

Vraag 7
Vind u deze extra inzet voor het werven van allochtonen opwegen tegen de voordelen en had u al dit geld niet beter kunnen besteden voor een betere CAO? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 7
De politie moet aansluiting houden bij een snel veranderende samenleving en dat kan alleen door daar in te investeren: in een divers samengestelde politie, de kwaliteit van het werk en van de mensen. Diversiteitsbeleid richt zich onder andere op werving, betere doorstroom en behoud van allochtone politiemedewerkers. Ook leren alle politiemedewerkers om in een multiculturele samenleving goed te opereren, via de ontwikkeling naar multicultureel vakmanschap bij de politie. Ik vind dat een verantwoorde en noodzakelijke besteding van middelen, afgezet tegen de totale politiebegroting.

1 DAG, 17 maart 2008