Antwoorden op kamervragen van Van Gerven over subsidiering gezondheidscentra in Vinexgebieden

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2842507

19 mei 2008

Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het kamerlid Van Gerven (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over subsidiering gezondheidscentra in Vinexgebieden (2070816050).

Vraag 1
Wat is uw reactie op de problemen die Zorg op Noord in Rotterdam ondervindt bij het verkrijgen van subsidie in het kader van de subsidieregeling voor Vinexlocaties? 1)

Antwoord 1
Ik heb de procedure van het toekennen van de subsidie voor Zorg op Noord in Rotterdam met het CVZ doorgenomen en erken dat in de praktijk blijkt dat de huidige subsidieregeling ingewikkeld en administratief belastend is. Hierdoor is de nodige tijd gemoeid met de aanvraag, maar ook zijn de stukken – volgens het CVZ - vaak niet compleet genoeg om de subsidie toe te kennen. Toch is het veld gebaat bij een snelle, overzichtelijke en niet complexe afhandeling om een goede start te kunnen maken in een nieuwe wijk, waar de behoefte aan zorgvoorzieningen nodig en wenselijk is. Ik onderschrijf dit ook in mijn visie ‘dynamische eerstelijnszorg’.

Vraag 2
Is de duur van de subsidieaanvraag van bijna twee jaar zonder dat er een besluit is genomen niet veel te lang?

Antwoord 2
Ja, ik vind de duur van twee jaar te lang als daar geen goede redenen voor zijn.

Vraag 3
Hoe beoordeelt u de faillisementsdreiging voor de centra in Berkel en Rodenrijs en Rotterdam Nesselande waarbij er een direct gevaar is voor de continuïteit van de patiëntenzorg van 7000 patiënten?

Antwoord 3
Zoals ik ook bij vraag 2 heb aangegeven, is het veld gebaat bij een snelle en niet complexe afhandeling van het subsidieverzoek om een goede start te kunnen maken in een nieuwe wijk. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de continuïteit van patiëntenzorg in gevaar komt. In mijn visie ‘dynamische eerstelijnszorg’ van 25 januari jongstleden heb ik benadrukt dat het systeem geen belemmeringen mag opwerpen en er naar streef de dynamiek in het veld te bevorderen. Nieuwe initiatieven moeten worden toegejuicht en indien nodig ondersteund. Dit geldt zeker voor gezondheidscentra in Vinex-wijken. Ik ben van mening dat er spoedig een adequate oplossing moet worden gezocht om te voorkomen dat de continuïteit voor de patiëntenzorg in gevaar komt. Daar tegenover staat dat nieuwe initiatieven zich natuurlijk wel moeten kunnen verantwoorden om in aanmerking te komen voor de subsidie.

Vraag 4
Is het waar dat de problematiek van Zorg op Noord niet op zich staat maar dat dit ook speelt op een aantal andere locaties in Nederland? Wat is daarvan de reden? Welke Vinexlocaties betreft het?

Antwoord 4
Het klopt dat er ook bij andere Vinex-locaties in Nederland problemen zijn bij de toekenning van de subsidieaanvraag. Kort gezegd heeft het CVZ heeft op 31 maart 2008 vijf aanvragen in behandeling genomen op grond van de tijdelijke subsidieregeling 2007-2008. Twee aanvragen zijn nog in behandeling op grond van de oude regeling Zorgverzekering (paragraaf 2.2.3). Alle aanvragen zijn nog niet afgehandeld, omdat –volgens het CVZ niet is voldaan aan de voorwaarden die zijn neergelegd in beide subsidieregelingen, dan wel dat aanvullende vraagstelling noodzakelijk is. Daardoor vertraagt de procedure van toekenning. Het CVZ stelt de gezondheidscentra in de gelegenheid een aanvraag te completeren. Het CVZ heeft mij een overzicht gegeven van zeven vinex-lokaties waar de procedure voor toekenning nog in gang is. Het gaat om de volgende locaties: Haagse Veen, Leidsche Rijn, 3B, Nesselande Noord, ’t Zand, Saendelft en In de groote Wielen.

Vraag 5
Hoe verhouden deze ontwikkelingen zich tot uw streven om tot meer geïntegreerde samenwerkingsverbanden te komen?

Antwoord 5
Ik verwijs u naar antwoord 3.

Vraag 6
Wat vindt u van de mening van de Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn die vindt dat de CVZ-aanvraagformulieren voor subsidiëring samenwerkingsverbanden Vinexlocaties volkomen zinloze vragen bevat en in dezen spreekt van een “omvangrijke administratieve belasting” die het doel van de subsidieregeling frustreren? 2)

Antwoord 6
Ik verwijs u naar antwoord 1.

Vraag 7
Is het waar dat het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) bij deze kwestie betrokken is? Hoe beoordeelt dit adviescollege de werkwijze van het College voor zorgverzekeringen (CVZ)? 3)

Antwoord 7
Ja, het Adviescollege is hierbij betrokken en heeft de melding serieus bekeken. Conclusie van Actal is dat er meer helderheid moet komen over de werkwijze en de eisen c.q. voorwaarden die CVZ stelt. De formulierenset (aanvraag) vraagt grote administratieve inspanning 40 tot 80 uur door een adviseur.

Vraag 8
Bent u bereid uw verantwoordelijkheid te nemen en uw invloed aan te wenden om tot een bevredigende oplossing te komen zodat de gezondheidscentra in die gebieden zich verder kunnen ontwikkelen?

Antwoord 8
Ja, ik ben bereid mijn verantwoordelijkheid te nemen hieromtrent.

Vraag 9
Hoe wordt de in de Kamer aangenomen motie, aangaande de geïntegreerde eerstelijnscentra, over de voortzetting van de subsidieregeling voor Vinexlocaties door het kabinet uitgevoerd? 4)

Antwoord 9
Op dit moment ben ik met de relevante partijen in overleg over de wijze waarop de nieuwe regeling het beste vorm kan krijgen en praktisch uitvoerbaar is. Ik verwacht in de zomer met een definitieve nieuwe regeling te komen, die tegemoet komt aan de aangenomen motie hierover.

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Schippers (VVD), ingezonden 31 maart 2008, (vraagnummer 2070816000)

1) Klacht Zorg op Noord aan SP-fractie, 26 maart 2008.
2) Brieven LVG van 5 september en 3 oktober 2007 aan het ministerie van VWS.
3) Brief LVG van 3 oktober 2007 aan ministerie van VWS
4) Kamerstuk 29 247 nr. 66