Dyslexie

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Z-VU-2862044

2 juli 2008

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij op 1 juli 2008 in een extra procedurevergadering gevraagd om een nadere schriftelijke toelichting op mijn dyslexiebeleid. Met deze brief geef ik graag gehoor aan dat verzoek.

Op 29 mei 2008 heb ik u het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit zorgverzekering overgelegd waarin is uitgewerkt op welke wijze het kabinet de verzekerde prestaties op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) wil uitbreiden met dyslexiezorg. De Kamer heeft vele vragen gesteld over de afbakening van de doelgroep die voor dyslexiezorg in aanmerking komt.

Het ontwerpbesluit zoals dat aan de Kamer is overgelegd, regelt dat de te verzekeren prestatie betrekking heeft op zorg in verband met ernstige dyslexie aan kinderen bij wie de zorg op zeven- of achtjarige leeftijd aanvangt en die op of na 1 januari 2001 geboren zijn.

Voor het aanvangen van de zorg op zeven- of achtjarige leeftijd was op advies van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) gekozen om twee redenen. Ten eerste hebben scholen de tijd nodig om het voortraject uit te voeren. In dat traject moeten zij de problemen bij het kind signaleren, het kind begeleiden om de ernst en de hardnekkigheid van de lees- en spellingsproblemen vast te stellen, de resultaten beoordelen en rapporteren. Ten tweede zijn deze kinderen rijper voor de diagnose dan jongere kinderen. Een intensieve dyslexiebehandeling met dagelijkse thuistaken sluit beter aan bij deze kinderen dan bij jongere kinderen. De meest gunstige leeftijd om met de diagnostiek en behandeling te starten is zeven of acht jaar. Het starten op een bepaalde leeftijd houdt niet in dat de behandeling binnen één schooljaar van de basisschool moet worden afgemaakt.

De datum van 1 januari 2001 was gekozen om een inhaalslag te voorkomen. De kosten van een inhaalslag zijn door het CVZ geschat op ongeveer euro 43 miljoen. Dit is een voorzichtige schatting. De datum van 1 januari 2001 is slechts tijdelijk en is over een aantal jaar uitgewerkt. Dan resteert alleen nog de inhoudelijke omschrijving van het recht op zorg.

In het algemeen overleg met de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 juni 2008 over het pakketadvies 2008 hebben verschillende leden van de Kamer gevraagd om een andere invulling van de te verzekeren dyslexiezorg. In hoofdlijnen gaat het er om dat ook oudere kinderen op de basisschool nog in aanmerking moeten kunnen komen voor het vergoeden van de dyslexiezorg. Een verbreding van de groep kinderen die in aanmerking komt voor dyslexiezorg leidt tot meerkosten. Om deze meerkosten beperkt te houden, stel ik een ingroeimodel voor. Dit houdt in dat stapsgewijs het recht op dyslexiezorg wordt uitgebreid naar alle kinderen van de basisschool, beginnend met kinderen van zeven en acht jaar op 1 januari 2009. Vanaf 2010 komen daar de kinderen van negen jaar bij, in 2011 van tien jaar, enzovoorts. Ik raam de kosten van dit model op enkele miljoenen extra per jaar vanaf 2010. Deze extra kosten zullen in de begroting voor 2009 verwerkt worden.

Met dit model kom ik tegemoet aan de wens van de Kamer. Ik zal het ontwerpbesluit zo aanpassen dat alle basisschoolkinderen met ernstige dyslexie vanaf hun zevende jaar recht hebben op dyslexiezorg. In een overgangsbepaling zal ik het hiervoor geschetste ingroeimodel regelen. De geboortedatum van 1 januari 2001 kan hiermee komen te vervallen.

De voordracht voor het aldus gewijzigde ontwerpbesluit kan vervolgens plaatsvinden en aan de zorgverzekeraars kan begin juli duidelijkheid worden verstrekt over de aanpassingen per 1 januari. Zij hebben jaarlijks de duidelijkheid rond 1 juli nodig om de polissen voor het komende jaar op tijd te kunnen aanpassen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

dr. A. Klink