Europees Hof: Staat moet afstand doen van bijzonder aandeel

Het Europees Hof van Justitie heeft bepaald dat het houden van het bijzonder aandeel in TNT NV een belemmering vormt voor het vrij verkeer van kapitaal. De Staat zal, in overleg met de onderneming, zo snel mogelijk uitvoering geven aan deze uitspraak. De uitspraak past in de intentie die de Staat al jaren heeft om uiteindelijk het belang in TNT NV en dus ook het gouden aandeel op te geven.

Europees Hof: Staat moet afstand doen van bijzonder aandeel

28 september heeft het Europees Hof van Justitie in Luxemburg uitspraak gedaan in de procedure die de Europese Commissie in 2004 had aangespannen tegen de Nederlandse Staat. De Europese Commissie heeft voor het Hof betoogd dat het bijzonder aandeel dat de Staat nog houdt in TNT in strijd is met bepalingen over vrij verkeer van kapitaal in Europese verdragen. Het Hof heeft de Europese Commissie nu in het gelijk gesteld.

Het Europees Hof van Justitie is het met de Europese Commissie eens dat het houden van het bijzonder aandeel in TNT NV een belemmering vormt voor het vrij verkeer van kapitaal. Het Hof stelt dat de rechten van de Staat die zijn verbonden aan het bijzonder aandeel investeerders uit andere lidstaten ervan kunnen weerhouden in de onderneming te investeren. Zo heeft de Staat onder meer het recht vooraf goedkeuring te verlenen aan besluiten over fusie of splitsing van de onderneming, grote investeringsbeslissingen en belangrijke statutenwijzigingen.

De Staat is voornemens zo spoedig mogelijk uitvoering te geven aan deze uitspraak. De Staat zal in overleg treden met TNT NV over de wijze waarop en termijn waarbinnen de Staat afstand zal doen van het bijzonder aandeel in TNT NV en de hieraan verbonden rechten en verplichtingen worden beëindigd.

Achtergrondinformatie

Na de verzelfstandiging van de Koninklijke PTT Nederland, volgde in 1994 de beursgang van de inmiddels tot KPN N.V. omgevormde telecommunicatie- en postonderneming. Hoewel de liberalisering van de telecommunicatie- en postmarkt al in gang was gezet, was KPN N.V. nog eigenaar van vrijwel het gehele landelijke post- en telecommunicatiesysteem in Nederland. Met een verdergaande liberalisering in het vooruitzicht vroeg een goede uitvoering van de post- en telecommunicatievoorzieningen (waarvan de eisen en randvoorwaarden publiekrechtelijk waren verankerd) om een goede en betrouwbare concessieuitvoerder . Hiermee zou de continuïteit van de dienstverlening gegarandeerd blijven. Destijds was hiertoe onvoldoende wettelijk kader voorhanden. Mede daarom is in 1994 met de beursgang van KPN besloten tot het houden van een bijzonder aandeel en de hieraan verbonden rechten. Deze rechten zijn vastgelegd in de statuten van de onderneming.

Vanaf 1997 heeft de Europese Commissie onderzoek verricht naar zeggenschapsrechten van de lidstaten in vennootschappen. Uit deze onderzoeken is de Europese Commissie de constructie van het bijzonder aandeel in KPN NV en TNT NV gebleken. Per brief heeft de Commissie de Nederlandse Staat in 2000 laten weten dat de Commissie van mening is dat het bijzonder aandeel in strijd is met Europese verdragen. De Staat heeft vervolgens bepleit dat het bijzonder aandeel in Nederland een algemeen vennootschapsrechtelijke figuur is, omdat het eigenlijk een prioriteitsaandeel is, en het gebruik van een bijzonder aandeel nodig te vinden omdat een goede verlening van de postdienstverlening een goede uitvoerder vergt. In een met reden omkleed advies heeft de Commissie in 2003 erkend dat een ononderbroken postdienstverlening een publiek belang is, maar dat de aan het bijzonder aandeel verbonden rechten verder strekken dan enkel dit publiek belang. Bovendien zouden alternatieven voorhanden zijn die gebruikt kunnen worden. In een verweer heeft de Staat laten weten het bijzonder aandeel een adequaat middel te vinden voor het borgen van het publiek belang, waarop de Commissie in 2004 de kwestie aanhangig gemaakt heeft bij het Europees Hof van Justitie. In april van dit jaar heeft de Advocaat-Generaal het Hof geadviseerd het bijzonder aandeel in strijd met Europese verdragen te verklaren.