Antwoorden op kamervragen over politiekorpsen die op grote schaal de eigen wapenregels overtreden

Vragen van het lid Griffith (VVD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over politiekorpsen die op grote schaal de eigen wapenregels overtreden. (Ingezonden 30 mei 2008)

1

Heeft u kennisgenomen van het bericht “Agenten in de fout met vuurwapen”? 1)

Ja.

2

Is het waar dat u sinds 2004 op de hoogte bent van het feit dat agenten die zakken voor hun schiettoets, onterecht de straat op worden gestuurd met een vuurwapen? Heeft u reeds in 2004 aangegeven deze praktijk uit te bannen?

Uit onderzoek van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) in 2004 is gebleken dat in een aantal van de onderzochte korpsen niet-gecertificeerde toetsplichtigen zonder beperkingen ten aanzien van de bewapening dienst hebben gedaan in het publieke domein.
In reactie op dit onderzoek heeft mijn ambtsvoorganger aangegeven eraan te hechten dat de korpsen en de Politieacademie de prestaties rondom de inname verbeteren. Hij heeft aangegeven de inzet te blijven richten op volledige naleving van de regeling, zowel wat betreft certificering en inname als de registratie hiervan.

3

Welke concrete maatregelen heeft u genomen om aan deze onacceptabele praktijk een eind te maken? Wat hebben deze maatregelen concreet opgeleverd?

Eerdere maatregelen hebben zich in 2004/2005 vooral gericht op het stimuleren van de inname van geweldsmiddelen en het ondersteunen van de korpsen bij het op orde krijgen van hun administratie zoals door middel van het organiseren van workshops.
In de periode 2003-2006 is (de registratie van) de inname van geweldsmiddelen onderdeel geweest van de prestatieafspraken tussen het ministerie en de korpsen en daarbij jaarlijks onderwerp van gesprek geweest tussen mij en de korpsen.
Begin 2006 heb ik de korpschefs schriftelijk aangesproken op de onvoldoende (registratie van de) inname van geweldsmiddelen en hun verzocht een verklaring voor de lage cijfers te geven. Daarbij heb ik hun gelijktijdig verzocht een schriftelijk plan van aanpak aan te leveren waarin aangegeven wordt welke maatregelen op welke termijn ondernomen zullen worden om te bewerkstelligen dat de (registratie van de) inname over 2006 zou voldoen aan de norm van 100%. Uit de ingediende plannen blijkt dat korpsen de (registratie van de) inname van geweldsmiddelen serieus nemen en genoemde maatregelen op zich afdoende aansloten op gesignaleerde knelpunten.

Toen in 2007 wederom bleek dat de (registratie van de) inname van geweldsmiddelen onvoldoende was bij veel korpsen heb ik de korpsbeheerders per brief verzocht om mij voortaan jaarlijks schriftelijk te verklaren dat in het voorgaande jaar alle relevante geweldsmiddelen van ongecertificeerde medewerkers zijn ingenomen. Tot nu toe heb ik twintig verklaringen van de Korpsbeheerders ontvangen. Hieruit ontstaat het voorlopige beeld dat nog steeds sprake is van een registratieprobleem. Bovendien heeft in een beperkt aantal gevallen de inname niet tijdig plaatsgevonden. De desbetreffende korpsen geven aan dat deze geweldsmiddelen alsnog in de eerste helft van januari zijn ingenomen (norm is 31-12-2007).
Uit de ontvangen verklaringen en toelichtingen hierop blijkt dat de korpsen dit zeer ernstig opvatten en tot op het laatste wapen serieus hebben genomen.

4

Deelt u de mening dat het ongehoord is dat politieagenten en korpsbeheerders, als verantwoordelijken voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid, de regels met betrekking tot het dragen van een vuurwapen niet naleven?

Als een politiemedewerker niet gecertificeerd is - en dus niet bevoegd is - om zijn/haar vuurwapen te dragen dient het wapen ingenomen te worden en moet de medewerker tijdelijk aangepaste werkzaamheden vervullen. Indien deze regels niet worden nageleefd vind ik dat onacceptabel.

5

Welke sancties gelden er voor korpsen bij de niet-naleving van deze regels? Om hoeveel korpsen gaat het en om hoeveel agenten? Hoeveel agenten zijn in het verleden strafrechtelijk vervolgd door Justitie, dan wel hebben een disciplinaire maatregel opgelegd gekregen voor de niet-naleving van deze regels?

De desbetreffende regelgeving kent geen specifieke sanctiemogelijkheden. De algemene sanctiemogelijkheden uit de Politiewet zijn uiteraard wel van toepassing. In aanmerking zouden kunnen komen:
- Het geven van een aanwijzing:
Ik kan een aanwijzing geven gericht op het proces van verbetering, bijvoorbeeld dat de registratie en inname binnen een bepaalde periode op orde moet zijn.
- Het ontslaan van de korpsbeheerder:
Het ontslaan van de Korpsbeheerder is bedoeld als de Korpsbeheerder over een bredere linie niet goed functioneert. Voor dit soort situaties vind ik dat een te zware sanctie.

Om hoeveel agenten het gaat is op dit moment nog niet met zekerheid te zeggen. Op basis van de tot nu toe ontvangen verklaringen van de Korpsbeheerders, constateer ik dat ruim de helft van de korpsen melding maakt van enkele medewerkers waarvan het wapen niet tijdig was ingenomen. Op basis van de tot nu toe ontvangen verklaringen betreft het landelijk enkele tientallen medewerkers. In al deze gevallen is dit binnen circa twee weken alsnog ingenomen.

Het onrechtmatig in bezit hebben van geweldsmiddelen door niet-gecertificeerde agenten is een overtreding van interne wapenregels en daarom geen grond voor strafrechtelijke vervolgingen. Er is geen landelijk cijfermatig inzicht in eventuele disciplinaire maatregelen.

6

Worden klachten, verweren door de advocatuur in strafzaken dan wel anderszins geregistreerd of gemeld bij de verantwoordelijke? Wat gebeurt er met deze meldingen?

Indien door een schot van een agent een burger wordt geraakt volgt altijd een onderzoek door de Rijksrecherche. De uitkomst van dit onderzoek gaat naar het Openbaar Ministerie dat beslist of er al dan niet vervolgd zal worden. Aangezien afhandeling plaatsvindt langs de justitiële lijn is registratie van het verweer afhankelijk van het feit of de rechter het verweer accepteert. Betrokkene zal van de uitkomst op de hoogte worden gesteld.

Indien er een klacht ingediend wordt, zal deze afgehandeld worden volgens de klachtenregeling. Ieder regiokorps heeft een eigen – van de modelregeling afgeleide –
klachtenregeling en klachtenregistratie.

De regiokorpsen dienen meldingen van het gebruik van geweld te melden aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

7

In hoeveel gevallen is er een schadeclaim opgelegd aan politiekorpsen voor het niet naleven van de formele regels die gelden bij het geweldsgebruik? Kunt u beschrijven welke procedure van toepassing is indien agenten de examens voor de schiettesten niet halen?

Ik heb geen inzicht in het aantal door u bedoelde schadeclaims.

Indien een politiemedewerker de schiettoets niet haalt heeft hij/zij de mogelijkheid tot het volgen van extra training en het herkansen van de schiettoets.
Indien hij/zij er niet in slaagt zich binnen de gestelde periode (kalender halfjaar) alsnog te certificeren dienen de geweldsmiddelen te worden ingenomen. Deze medewerker moet tijdelijk aangepaste werkzaamheden vervullen tot het moment dat hij/zij zich alsnog certificeert.

8

Wat gaat u eraan doen om ervoor te zorgen dat met onmiddellijke ingang geen enkele “onbevoegde” agent nog politiewerkzaamheden verricht, waarbij onder meer een vuurwapen tot de uitrusting behoort? Per wanneer kunt u garanderen dat dit niet meer het geval zal zijn?

10

Bent u bereid op korte termijn verdere maatregelen te treffen om de interne registratie uiterlijk voor 1 september 2008 op orde te hebben?

Antwoord vraag 8 en 10
Zoals vermeld bij vraag 3 heb ik de Korpsbeheerders recentelijk schriftelijk aangesproken op hun verantwoordelijkheden in dit kader. Indien uit de verklaring van een korpsbeheerder blijkt dat geweldsmiddelen van niet gecertificeerde medewerkers niet (tijdig) zijn ingenomen zal ik van hen verlangen dusdanige maatregelen te treffen dat dit niet meer kan voorkomen en mij daarover te rapporteren. Indien dit niet tot een bevredigend antwoord leidt overweeg ik een aanwijzing te geven dat de inname per onmiddellijk op orde dient te worden gebracht en de registratie per 1 januari 2009. Er zijn namelijk twee momenten waarop de registratie van de inname van vuurwapens plaatsvindt: eind juni en eind december. Voor wat betreft de overige geweldsmiddelen geldt alleen de registratiedatum van eind december.

Mijn ambtgenoot en ik overwegen daarnaast de regelgeving aan te scherpen in die zin dat bij het niet slagen voor de schiettoets onmiddellijk het vuurwapen wordt ingenomen. Alvorens hiertoe over te gaan zal het korpsbeheerdersberaad hierover om advies gevraagd worden.


9

Waarom is het voor de politie zo moeilijk om agenten, die zakken voor de schiet- en geweldtoets, te registeren? Bent u in staat om cijfers aan te leveren van de aantallen agenten, die als gevolg hiervan hun vuurwapen hebben moeten inleveren? Zo neen, waarom niet en wat bent u voornemens hieraan te doen?

De door u gevraagde cijfers zijn beschikbaar in het jaarverslag Nederlands Politie dat u 21 mei 2008 is toegezonden.

De afgelopen jaren is de (registratie van de) inname van geweldsmiddelen verbeterd (inname vuurwapens van niet gecertificeerde medewerkers is gestegen van 34,9% in 2005 naar 51,2% in 2007). Dit is echter nog steeds ver onder de norm van 100% en dit vind ik zoals hiervoor aangegeven onacceptabel. Uit de verklaringen van de korpsen blijkt dat dit grotendeels problemen met de (tijdige) registratie betreft. Ik ben van mening dat als de juiste prioriteit wordt gegeven aan dit probleem en stevige sturing plaatsvindt ook de registratie op orde zal komen.

1) Nederlands Dagblad, 29 mei 2008