Toespraak minister Ter Horst bij gezamenlijke ondertekening convenanten veiligheidsregio’s

De datum 1 juli 2008 staat voor veel Nederlanders in het geheugen als de eerste dag dat ze niet meer in een café mochten roken. Voor u had die datum ook nog een heel andere lading. U had tot 1 juli de tijd om voldoende draagvlak te krijgen om voor uw veiligheidsregio een convenant af te sluiten met het Rijk.

U bent daarin geslaagd en mijn waardering daarvoor is groot. Vandaag zet de rampenbestrijding in Nederland een flinke stap in de goede richting.
Zo’n stap is nodig. Anderhalf jaar geleden constateerden we dat het maar matig was gesteld met de rampenbestrijding. Het beeld was zorgelijk: Nederland was niet klaar voor grote calamiteiten, zoals een dijkdoorbraak of vliegtuigramp. Actie was geboden, juist in een periode dat veiligheid wat minder in de mode lijkt doordat er geen grote calamiteit heeft plaatsgevonden. ‘Haast je als je tijd hebt’, zeggen ze wel eens. Vooruitlopend op de Wet veiligheidsregio’s, wilde ik via deze convenanten al stimuleren dat de regio’s aan de slag gingen met de kwaliteitseisen.

Het was een spannend proces.
Tot het laatst toe bleef het ongewis met hoeveel regio’s we vandaag gezamenlijk een convenant konden ondertekenen. Zes andere veiligheidsregio’s gingen u voor in september 2007 tot maart dit jaar. Daarna bleef het even stil.
Gelukkig kregen we in mei weer allerlei aanmeldingen van regio’s die een convenant wilden afsluiten. Dat we dit nu met acht regio’s tegelijk kunnen ondertekenen vind ik een bescheiden feestje waard.

Om verschillende redenen.
Ten eerste is het goed nieuws voor alle mensen in de betrokken regio’s. Zij mogen verwachten dat de overheid zich goed voorbereidt op risico’s.

Ten tweede laat u zien dat u het ermee eens bent dat dit de juiste richting is voor de rampenbestrijding in Nederland. U neemt de verantwoordelijkheid om uw regio goed voor te bereiden op crises en rampen en u gaat daar inhoudelijke verplichtingen voor aan. Daar is bestuurlijke moed voor nodig, temeer omdat sommigen van u dit doen ondanks het feit dat niet alle gemeenten van de regio hier voorstander van waren.

Een gezamenlijke ondertekening wil niet zeggen dat we ook allemaal hetzelfde convenant ondertekenen. Het uitgangspunt is maatwerk. Wel zijn er twee onderwerpen die voor iedereen gelden en die als pijler fungeren voor de convenanten. En dat zijn de basisvereisten crisismanagement die in nauw overleg met het veld zijn opgesteld - en de regionalisering van de brandweer.

Bij dit laatste onderwerp spelen emoties een rol die we niet mogen onderschatten. Zeker niet als het gaat om de rol van de vrijwilligers. Ik heb zelf met vrijwilligers gesproken en het viel me op hoe genuanceerd ze spraken over de regionalisering. Eigenlijk was er niet zoveel veranderd: zelfde gebouw, zelfde collega’s.
Er bestaan kennelijk veel misverstanden over de regionalisering. Als het goed is worden de faciliteiten juist verbeterd voor hen. Mijn boodschap is dan ook: betrek hen zoveel mogelijk in het proces. Hun inbreng doet er toe. Om dit te onderstrepen heb ik een startsubsidie gegeven voor de Vakvereniging voor Brandweervrijwilligers die recent is opgericht.

Wat betreft de voortgang: ik houd in ieder geval jaarlijks contact met u.
De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid houdt via een eigen methodiek de vinger aan de pols, en komt begin 2010 met een eindrapportage.

Over het politieke proces kan ik kort zijn. De Kamerbehandeling van het wetsvoorstel Veiligheidsregio’s zal waarschijnlijk dit najaar plaatsvinden.
Intussen gaat u aan de slag met het uitvoeren van de afspraken die we nu maken. Misschien kunt u vandaag al gebruik maken van de situatie door met uw buurregio afspraken te maken over bijvoorbeeld bovenregionale bijstand.

Het vizier staat wat mij betreft gericht op eind 2009. Ik heb mijzelf tot doel gesteld dat de rampenbestrijding dan op orde is. Dat hebben we ook afgesproken in het regeerakkoord en in het bestuursakkoord met de VNG.

Mijn eigen rol is bescheiden. Ik kan een duw in de rug geven. Maar de slagkracht komt van u. U toont de ambitie om dit op te pakken en daarvoor heb ik veel respect. Ik wens u daarbij veel succes.