Kamervragen over standpunt beloningsbureaus inzake topsalarissen

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 DE Den Haag

Ons kenmerk: FM 2008-00593 U

Geachte voorzitter,

In antwoord op de vragen van het lid Karabulut (SP) aan de minister over het sussen van de ophef over topsalarissen door beloningsbureaus, die mij zijn toegezonden per brief van 26 februari 2008 onder nummer 2070812810, deel ik u mede dat de vragen worden beantwoord als aangegeven in de bijlage.

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

Wouter Bos

2070812810

Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de minister over het sussen van de ophef over topsalarissen door beloningsbureaus (ingezonden 26 februari 2008).

1 Hebt u ook met veel interesse kennisgenomen van het bericht ‘ beloningsbureau sust ophef over topsalaris’ ?1

Ja.

2. Deelt u de mening dat het grote sussen van de topsalarissen weer is begonnen? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo neen, wat is uw oordeel over de onderzoeksresultaten van de beloningsbureaus Towers Perrin, Mercer en Hay Group?

Nee, dergelijke beloningsbureaus hebben onder andere tot doel de Nederlandse topsalarissen te vergelijken met de salarissen in de ons omringende landen. Ik zie dit niet als sussen van de topsalarissen maar eerder als een feitelijke constatering.

3. Deelt u de mening van de onderzoekers dat de salarissen van de top van het Nederlands bedrijfsleven ‘achterblijven bij hun internationale concurrenten ’ en dat dit aantoont dat het best meevalt met de hoogte van de salarissen in de top van het Nederlands bedrijfsleven? Zo ja, vindt u dat de top van het Nederlands bedrijfsleven deze achterstand moet inlopen? Zo neen, deelt u de mening dat de salarissen in de top in verhouding moeten staan tot de salarissen aan de basis?

4. Wat is uw reactie op de conclusie van het beloningsbureau Hay Group dat de salarissen van Nederlandse bestuurders in het niet vallen bij de inkomens van directeuren in Groot- Brittannië, Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten?

Uit het rapport van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code bleek reeds dat Nederland ten aanzien van de beloningshoogte geen koploper is in internationaal verband. Ik vind dat goede prestaties van bestuurders ook beloond mogen worden, maar excessen moeten worden ontmoedigd. Omdat de beloning van topbestuurders geen puur Nederlandse kwestie is, heeft het kabinet dit onderwerp ook op de Europese agenda geplaatst. Verder vind ik het wenselijk als bij de toekenning van bestuurdersbezoldiging rekening gehouden wordt met het loongebouw van de onderneming.

5. Deelt u de mening dat het onderzoek waarop beloningsbureau Hay Group zijn conclusies baseert aan alle kanten rammelt, omdat bijvoorbeeld in het onderzoek naar de 50 bedrijven uit de Britse beursgraadmeter FTSE, Shell als Britse onderneming wordt gezien waardoor het gemiddeld Nederlands topsalaris aanzienlijk lager uitvalt dan in werkelijkheid het geval is? Zo ja, bent u bereid om dit onderzoek naar de prullenbak te verwijzen? Zo neen, kunt u uiteenzetten welke conclusies van dit bureau u wel en welke u niet onderschrijft?

Hoewel getwijfeld kan worden aan de gehanteerde definities en reikwijdte van het onderzoek, komen de conclusies van het rapport, voor zover bekend middels het persbericht, voor een groot deel overeen met hetgeen de Monitoring Commissie Corporate Governance Code heeft geconstateerd.

Overigens, ofschoon de locatie van het hoofdkantoor van Shell in Nederland is gelegen, is de Holding Shell juridisch statutair gezien sinds enkele jaren een Britse onderneming. Het gevolg is onder meer dat Shell onderhevig aan de vennootschaprechtelijke wetgeving van het Verenigd Koninkrijk. In die zin is het onderzoek dus juist.

6. Vindt u een verdere stijging van de topsalarissen in Nederland over 2007, hoger dan de gemiddelde cao-loonstijging voor werknemers in 2007, acceptabel? Zo ja, waar ligt voor u die grens? Zo neen, welke acties gaat u ondernemen wanneer uit de jaarverslagen over 2007 blijkt dat dit wel het geval is?

Het is niet ondenkbaar dat de hoogte van de bestuurdersbezoldiging in de komende jaren nog verder zal toenemen. Aan de andere kant kan een eventuele economische neergang er voor zorgen dat de stijging van variabele beloningscomponenten wordt gedempt.

Belangrijk uitgangspunt blijft dat Nederlandse beursvennootschappen in staat moeten blijven om gekwalificeerde en deskundige bestuurders aan te trekken en te behouden. Dit hoeft er echter niet toe te leiden dat de beloning excessieve hoogtes aanneemt.

In de kabinetsreactie op het derde nalevingsrapport van de Monitoring Commissie heb ik aangegeven wat mijn plannen zijn om excessieve beloningen tegen te gaan.

1: http://www.volkskrant.nl/incoming/article506616.ece/Beloningsbureau_su