Juridische procedures faillissement Van der Hoop Bankiers

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Ons kenmerk: FM 2007-00321 M

Geachte voorzitter,

Op 1 februari 2007 heeft met de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer een Algemeen Overleg plaatsgevonden over het faillissement van Van der Hoop Bankiers N.V (Van der Hoop). De vaste commissie heeft daarbij haar zorgen geuit over de mogelijkheid van jarenlange juridische procedures waarin gedupeerde rekeninghouders verwikkeld zouden kunnen raken. Naar het oordeel van de vaste commissie zou zoveel mogelijk moeten worden gedaan om eventuele langslepende procedures te vermijden.

Ik ben het met de vaste commissie eens dat langdurige procedures met betrekking tot de afwikkeling van Van der Hoop in niemands belang zijn en dat alles gedaan moet worden om deze te vermijden. Een open dialoog is daarbij naar mijn mening van het grootste belang voor een goede en spoedige afwikkeling van eventuele geschillen. Tijdens het Algemeen Overleg heb ik de vaste commissie dan ook toegezegd te bezien of ik hierover in overleg kan treden met de Nederlandsche Bank (DNB) en de Tweede Kamer daarover te informeren.

Het grootste deel van alle rekeninghouders is inmiddels voor alle geleden verliezen volledig gecompenseerd. Van de overige rekeninghouders – degenen die een tegoed hadden van meer dan € 114.000 bij Van der Hoop – wordt vrijwel iedereen uiteindelijk naar verwachting voor 75% of meer van de geleden verliezen gecompenseerd. Dit neemt niet weg dat er rekeninghouders zijn, maar ook andere partijen zoals aandeelhouders, die aanzienlijke verliezen hebben geleden. Een of meer van hen zou ervoor kunnen kiezen te proberen deze schade op DNB te verhalen.

Voorop gesteld moet worden dat een eventuele aansprakelijk­stelling een aangelegenheid is tussen private partijen die daarbij zelf moeten beslissen over de wijze van geschilbeslechting. Daarin is voor mij in beginsel geen rol weggelegd.

Daarnaast wil ik benadrukken dat bij gedupeerden geen valse hoop moet worden gewekt. De kans op succesvolle aansprakelijkstelling van DNB in deze zaak acht ik zeer klein. Voorts zijn er in dit geval naar mijn mening geen bijzondere redenen om af te wijken van de bestaande (wettelijk vastgelegde) garanties voor rekeninghouders of om de uitkeringen die aan hen zijn gedaan op grond van het depositogarantiestelsel verder te verhogen. Van een aanleiding om een schikking te treffen is, wat DNB betreft, dan ook geen sprake.

DNB deelt evenwel de wens van mijzelf en de vaste commissie om langdurende juridische procedures te voorkomen. Ik heb er bij DNB op aangedrongen dat zij zich in alle juridische procedures waarin zij partij is zich zal inspannen om geen onnodige vertraging te laten ontstaan. Ik heb DNB ook verzocht open te staan voor alle mogelijke suggesties van gedupeerde rekeninghouders om eventuele procedures te bespoedigen.

Op dit moment loopt er één procedure waarbij DNB is betrokken. Dit betreft een bodemprocedure bij de rechtbank Den Haag met betrekking tot de samenloop van de eerste uitdeling uit de boedel van Van der Hoop en het depositogarantie­ stelsel. In overleg met de curatoren en de stichting die de belangen van de rekeninghouders behartigt heeft DNB haar verzet tegen de eerste uitdeling gestaakt. Tegelijk kwamen de partijen gezamenlijk overeen een bodem­procedure te starten met als inzet de vraag of DNB voor alle door haar gedane depositogarantie-uitkeringen deelt in de eerste boedeluitdeling. Door haar verzet te staken tegen de eerste uitdeling, heeft DNB in mei 2006 de weg naar een spoedige compensatie van alle depositohouders vrijgemaakt. De definitieve einduitdeling aan crediteuren is echter mede afhankelijk van de uitkomst van deze procedure. DNB heeft mij desgewenst verzekerd dat zij alles in het werk zal stellen om deze procedure geen onnodige vertraging te laten oplopen.

Voor zover mij bekend is er vooralsnog geen sprake van formele aansprakelijk ­stelling van DNB voor schade die geleden is tengevolge van het faillissement van Van der Hoop. Mochten een of meer procedures aanhangig worden gemaakt waarin hiertoe wordt overgegaan, dan zal DNB, zo heeft zij mij verzekerd, alles in werk stellen om in de afwikkeling hiervan geen onnodige vertraging te laten ontstaan.

De minister van Financiën,

G. Zalm