Beloningsbeleid AFM

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE

Ons kenmerk: BJZ 2007-323 M

Geachte voorzitter,

Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer laatstelijk in 2005 geïnformeerd over zijn afspraken met de Raad van Toezicht van de AFM inzake het beloningsbeleid voor het AFM-bestuur. Naar aanleiding van de benoeming van een nieuwe voorzitter heb ik getoetst of dat beloningsbeleid voldoet aan thans te hanteren uitgangspunten. Overleg met de Raad van Toezicht heeft geleid tot een lagere beloning van een nieuwe AFM-voorzitter.

Bij de beoordeling van een (nieuw) beloningsbeleid voor het AFM-bestuur is het publieke karakter van de toezichthouder van belang. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de salarissen in de publieke en semi-publieke sector worden genormeerd respectievelijk gemaximeerd. Uitwerking van het coalitieakkoord heeft op dit punt nog niet plaatsgevonden. Niettemin acht ik het van belang voor zover mogelijk in de geest van het coalitieakkoord te handelen. Concreet betekent dit, dat het beloningsbeleid voldoende gematigd moet zijn.

Binnen dat kader ben ik van mening dat voor het AFM-bestuur een specifiek beloningsbeleid moet worden voortgezet, waarbij een door de bijzondere arbeidsmarktomstandigheden gemotiveerde uitzondering op het maximale ministersalaris wordt gemaakt.

Ik heb in overleg met de Raad van Toezicht besloten de beloning van de nieuwe AFM-voorzitter te versoberen door het beloningsverschil tussen voorzitter en bestuurders te verkleinen naar 10%, waar dat nu nog 25% is. Een nieuwe voorzitter zal daardoor een beloning ontvangen van € 274.780, een daling van 12% t.o.v. de beloning van de huidige voorzitter (wiens beloning sinds 2005 is bevroren op € 312.250). De beloning van een nieuwe voorzitter houdt met deze verlaging het midden tussen de in 2005 door bureau Berenschot vastgestelde mediaan van de beloning voor vergelijkbare functies in de marktsector en de publieke vergelijkingsmaatstaf. Bovendien bevindt de beloning voor de nieuwe voorzitter zich binnen de bandbreedte die Berenschot in 2005 voor deze functie adviseerde, waar deze zich de afgelopen jaren boven die bandbreedte bevond. De beloning van de twee bestaande (en t.z.t. nieuw te benoemen) bestuurders blijft ongewijzigd.

Nu de beloning van een nieuwe voorzitter is versoberd, zullen de primaire beloningen van het AFM-bestuur vanaf 1 januari 2008 in principe worden gekoppeld aan de ontwikkeling van de primaire salarissen volgens de Algemene Bank-CAO.

Ook met de Raad van Commissarissen van DNB wil ik komen tot afspraken over een nieuw beloningsbeleid. Zodra het overleg met de raad is afgerond, zal ik u over de uitkomst daarvan informeren.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

Wouter Bos