Donner bekijkt langere periode bevallingsverlof bij couveusekindjes

Minister Donner bekijkt hoe hij het zwangerschaps- en bevallingsverlof kan aanpassen zodat moeders van wie de baby niet direct na de geboorte naar huis kan, toch voldoende bevallingsverlof hebben om thuis voor het kind te zorgen. Het gaat om moeders met te vroeg geboren baby’s of baby’s die na de geboorte een tijd in het ziekenhuis moeten blijven. Dit schrijft de minister aan de Vereniging van Ouders van Couveusekinderen (VOC).

De VOC heeft bij de minister aandacht gevraagd voor de situatie van moeder met baby’s die te vroeg worden geboren of met medische complicaties ter wereld komen. In de huidige regeling hebben vrouwen recht op totaal 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. De feitelijke verlofperiode hangt af van de datum waarop de baby daadwerkelijk wordt geboren. Na de bevalling is er altijd recht op 10 weken bevallingsverlof voor het lichamelijke herstel van de moeder na de bevalling en verzorging van het pasgeboren kind. Als kinderen te vroeg worden geboren voorziet de regeling in een verschuiving van het zwangerschapsverlof naar de periode na de bevalling.

Vrouwen met couveusekinderen kunnen onvoldoende tijd hebben om thuis voor hun baby te zorgen; het kind verblijft een deel van de verlofperiode immers in het ziekenhuis. Donner vindt het uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van moeder en kind belangrijk om de regeling in de Wet arbeid en zorg zo aan te passen, dat ook in deze gevallen de moeder voldoende bevallingsverlof heeft om thuis voor het kind te zorgen. De huidige regeling kan ook een probleem zijn als het kind op tijd is geboren, maar nog een langere periode in het ziekenhuis moet blijven.

Lees het afschrift van de brief van minister Donner aan de VOC