Nationale Verklaring 2007 inzake ELGF en ELFPO

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Ons kenmerk: BZ 2008-322

Geachte voorzitter,

Hierbij bied ik u, namens het kabinet, aan: de tweede Nationale Verklaring over het financieel beheer van het Europees Landbouw Garantiefonds (hierna: ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (hierna: ELFPO) over het begrotingsjaar 16 oktober 2006 tot en met 15 oktober 2007. De Nationale Verklaring wordt - naast uw Kamer - ook aangeboden aan de Europese Commissie (hierna: de Commissie) ten behoeve van haar verantwoording over de Europese begroting aan het Europees Parlement. Alvorens deze verklaring toe te lichten, ga ik in op een aantal actuele ontwikkelingen in EU-verband met betrekking tot de verbetering van het financieel beheer.

Europese ontwikkelingen financieel beheer

In EU-verband is een aantal ontwikkelingen te constateren dat relevant is voor een verdere verbetering van het financiële beheer en de verantwoording van EU-gelden. Deze zijn:

  1. de verplichting tot het afgeven van een ‘Annual Summary’ door EU-lidstaten;
  2. de recentelijk gedane toezeggingen van de Commissie aan het Europese Parlement naar aanleiding van de kwijtingprocedure van de EU begroting 2006;
  3. het Actieplan voor een geïntegreerd interne controlekader.

Bovengenoemde ontwikkelingen worden hieronder toegelicht.

Annual Summary

Dit jaar is door de Commissie invulling gegeven aan de verplichting in het financieel reglement van de Europese Unie voor het afgeven van een Annual Summary over Europese fondsen in gedeeld beheer. Het betreft een door de lidstaat af te geven samenvattende verklaring van bestaande rapportageverplichtingen. De Annual Summary wordt op nationaal niveau afgegeven door een daartoe aangewezen coördinerende instantie.

De jaarlijkse samenvatting voor de structuurfondsen betreft alle afgeronde auditbevindingen, ingestelde terugvorderingen, de eventuele aanwezigheid van materiële punten voor het financieel beheer en eventuele verbeteracties. Voor de landbouwfondsen wordt een afzonderlijke Annual Summary afgegeven.

Het is verheugend dat inmiddels vijfentwintig lidstaten deels of geheel hebben meegewerkt aan deze nieuwe verplichting. De Annual Summary is een verdere stap naar verhoogde verantwoordelijkheid voor lidstaten met betrekking tot EU-middelen in gedeeld beheer. Het is echter nog geen verantwoording tot op het niveau van de Nationale Verklaring.

Hoewel de Nationale Verklaring en de Annual Summary beiden zijn gebaseerd op bestaande verantwoordingsinformatie, geeft de Nationale Verklaring – mede door het politieke karakter en de uitspraak over rechtmatigheid tot op het niveau van eindbegunstigden -, in combinatie met het onafhankelijk oordeel van de Algemene Rekenkamer, extra zekerheid bij de verantwoording van EU-geldstromen in Nederland. Daarentegen heeft de Annual Summary meer het karakter van een rapportagedocument dan van een verantwoordingsdocument. Lidstaten zijn bovendien niet verplicht hierbij overall eindconclusie te geven met verbetermaatregelen. Ook is onder druk van lidstaten het voorzien van de jaarlijkse samenvatting van een opinie van een onafhankelijke auditinstantie, zoals een nationale rekenkamer, slechts als een aanbeveling en dus niet als een verplichting opgenomen. Nederland zal zich daarom verder blijven richten op de uitbreiding van het systeem van nationale verklaringen in Europa.

Specifiek voor de landbouwfondsen heeft de Commissie met ingang van het begrotingsjaar 2007 de lidstaten verplicht tot het verstrekken van de jaarrekeningen van elk van hun betaalorganen, aangevuld met een borgingsverklaring die is ondertekend door de directeur van het betreffende betaalorgaan. De borgingsverklaringen kunnen punten van voorbehoud bevatten waa rin de mogelijke financiële gevolgen van die punten zijn gekwantificeerd. In dat geval moet de borgingsverklaring een verbeteractieplan en een nauwkeurig tijdschema voor de uitvoering daarvan bevatten. De borgingsverklaring moet zijn gebaseerd op een doeltreffend toezicht dat gedurende het hele jaar op het bestaande beheers- en controlesysteem is uitgeoefend. De borgingsverklaring is voorwerp van toetsing door de certificerende instantie.

Toezeggingen van de Commissie naar aanleiding van de kwijtingprocedure over de begroting 2006 in het Europese Parlement

De Europese Rekenkamer heeft in haar jaarverslag over de begroting 2006 vorig jaar voor de dertiende maal geen positieve betrouwbaarheidsverklaring (DAS) af kunnen geven. De problemen spitsen zich met name toe op de structuurfondsen in gedeeld beheer waar volgens de Europese Rekenkamer minimaal twaalf procent van de uitgaven onregelmatig was. Dit vertegenwoordigt een bedrag van circa vier miljard euro. Terwijl op andere onderdelen van de begroting verbeteringen zichtbaar zijn of aan de normen wordt voldaan, is de vooruitgang bij de structuurfondsen nauwelijks zichtbaar.

Nederland heeft in de ECOFIN van februari 2008 tegen een positief décharge advies bij de EU begroting 2006 gestemd. Dit omdat het décharge advies te weinig concrete acties bevatte om de problemen bij de structuurfondsen op te lossen. Met de tegenstem heeft Nederland de medeverantwoordelijkheid van de lidstaten benadrukt en is aan collega lidstaten het signaal gegeven dat concrete stappen nodig zijn. Inmiddels heeft het Europees Parlement onder voorwaarde décharge verleend aan de Commissie. De Commissie heeft ondermeer de volgende toezeggingen gedaan aan het Europees Parlement:

  • stevige politieke steun aan de initiatieven voor nationale verklaringen;
  • het nemen van alle nodige stappen om de naleving van het financieel reglement - en met name de afgifte van de Annual Summary - te handhaven;
  • het uitvoeren van een evaluatie van de kwaliteit van de Annual Summaries per lidstaat en per fonds;
  • commitment om over de resterende periode alle onterechte betalingen terug te vorderen nog voor de afsluiting van de programmaperiode. Over de financiële correcties wordt periodiek gerapporteerd;
  • interim rapportages per kwartaal over het Actieplan van de Commissie voor de structuurfondsen;
  • snellere stopzettingen van betalingen in geval van serieuze problemen in de systemen;
  • per kwartaal rapportage over correcties en terugvorderingen door de lidstaten;
  • meer transparantie over de subsidiebetalingen aan eindbegunstigden binnen de lidstaten.

Door een strikter handhavingsbeleid onder meer van financiële correcties en een verbetering van het rapportagestelsel (ook op lidstaatniveau) ontstaat naar onze mening een beter inzicht in de verhoudingen tussen lidstaten over de jaren heen en probleemgebieden. Hierdoor kan gerichter vervolgacties worden ondernomen.

Actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd interne controlekader

De Commissie heeft in februari 2008 gerapporteerd over de voortgang met betrekking tot het Actieplan voor een geïntegreerd interne controlekader. Hierin heeft zij aangegeven een groot deel van haar acties te hebben geïmplementeerd. De komende tijd zal het effect van de maatregelen zichtbaar moeten worden.

Voorts heeft de Commissie specifiek voor structuurfondsen een actieplan opgesteld dat met name de naleving van bestaande verordeningen en verplichtingen zal gaan volgen en zo nodig afdwingen door sancties.

Tot slot zal Nederland, samen met gelijkgestemde landen, actief blijven werken aan verbetering van financieel beheer en verantwoording op lidstaatniveau. Naar verwachting zal in 2008 het Verenigd Koninkrijk uitvoering geven aan hun initiatief voor de Nationale Verklaring en zal in 2009 ook Zweden volgen. Denemarken heeft in november 2007 haar verklaring van de Deense Rekenkamer over de EU fondsen 2006 afgegeven. Naast deze landen heeft ook Luxemburg zich in het openbaar uitgesproken voor een nationale verklaring.

Nationale Verklaring Financieel beheer ELGF en ELFPO 2007

Inleiding

De Nationale Verklaring is het instrument waarmee sinds mei 2007 het kabinet verantwoording aflegt over het functioneren van de financiële beheerssystemen en de rechtmatigheid van de transacties tot op het niveau van eindbegunstigden. Tot nu toe betreft dit uitsluitend de landbouwfondsen. In het vervolg van de programmaperiode 2007 – 2013 zal de Nationale Verklaring mede gaan omvatten het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Europees Visserij Fonds en de Eigen Middelen. In samenwerking met het ministerie van Justitie wordt ernaar gestreefd ook de migratiefondsen in deze periode onder de Nationale Verklaring te brengen.

Wijzigingen in de Nationale Verklaring 2007 ten opzichte van 2006

De invoering van de Nationale Verklaring is een leerproces waarbij gaandeweg verbeteringen worden doorgevoerd. Bij de opstelling van de tweede Nationale Verklaring zijn, overeenkomstig de aan de Algemene Rekenkamer toegezegde aanbevelingen, de volgende verbeteringen doorgevoerd:

  • Met de Algemene Rekenkamer is een assurance framework opgesteld waardoor via een efficiënte controleaanpak de rechtmatigheid tot op het niveau van eindbegunstigden geformuleerd kan worden. Deze aanpak komt er op neer dat de auditdienst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: LNV) het systeem en de afwikkeling van de door de technische diensten uitgevoerde fysieke controles beoordeelt en eventuele fouten extrapoleert.
  • Daarnaast geeft de auditdienst van LNV een accountantsverklaring bij de consolidatiestaat 2007 en een assurance report over de deugdelijke totstandkoming van de deelverklaring van de minister van LNV. Hierdoor kan een review door het ministerie van Financiën op de deelverklaring achterwege blijven.

Totstandkoming Nationale Verklaring 2007 nader toegelicht

De Nationale Verklaring wordt gebaseerd op deelverklaringen van de beleidsverantwoordelijke ministers voor de desbetreffende middelen. Voor de afgifte van de deelverklaring 2007 over de landbouwfondsen maakt de minister van LNV gebruik van verantwoordingen van betaalorganen en inspectiediensten, controlerapporten van de certificerende instantie en overige beschikbare informatie. De auditdienst van LNV geeft zekerheid bij de deelverklaring door middel van een assurance report en een accountantsverklaring. Het ministerie van Financiën voert een plausibiliteitstoets uit en integreert de deelverklaring van de minister van LNV in de Nationale Verklaring op basis van beschikbare verantwoordings- en controle-informatie.

Evenals bij de Nationale Verklaring 2006 zal de Algemene Rekenkamer ten behoeve van uw Kamer deze verklaring van haar oordeel voorzien. Een afschrift van dit oordeel zal door de minister van Financiën aan de Commissie worden aangeboden als aanvullende zekerheid bij de Nederlandse verantwoording.

In onderstaand model is de totstandkoming van de Nationale Verklaring schematisch weergegeven:

Beoordeling inspecties AID, Douane en IAD’s Algemene RekenkamerRapport bij Nationale VerklaringTweede Kamer der Staten-GeneraalMinister van LNVOndertekeningDeelverklaring LNVDirectie FEZ LNVConcept deelverklaringDepartementale auditdienstAuditdienst LNVCertificerende rapporten Minister van FinanciënNationale VerklaringEuropese CommissieNationale verklaringAfschrift oordeel AREuropees ParlementEuropese RekenkamerFinancië nPlausibiliteitstoets

Auditdienst LNV

Assurance report

Inhoud Nationale Verklaring 2007

Namens het kabinet wordt over het Nederlandse deel van het financieel beheer van het ELGF en ELFPO voor het begrotingsjaar 16 oktober 2006 tot en met 15 oktober 2007 verklaard dat op basis van de informatie die de minister van Financiën tot zijn beschikking heeft en naar beste weten:

  1. de financiële beheerssystemen in Nederland een redelijke mate van zekerheid bieden voor de wettigheid en regelmatigheid van transacties tot op het niveau van eindbegunstigden en;
  2. de gesaldeerde uitgaven en ontvangsten met betrekking tot die fondsen wettig en regelmatig zijn tot op het niveau van eindbegunstigden.

Over het begrotingsjaar 2006/2007 is bij ELGF en ELFPO respectievelijk € 1.013,1 miljoen en € 18,1 miljoen aan uitgaven gedeclareerd. Op basis van de beschikbare inspectieresultaten (fysieke inspecties) heeft extrapolatie plaatsgevonden van de geconstateerde onrechtmatigheden.

Het totaal aan geëxtrapoleerde onregelmatigheden bij de gedeclareerde uitgaven blijft met een betrouwbaarheid van 95 procent beneden de materialiteitsgrens van 2 procent, onverlet inherente onzekerheden ten aanzien van de interpretatie van Europese regelgeving die altijd kan optreden.

De minister van Financiën baseert zich voor de Nationale Verklaring 2007 in het bijzonder op de voor de Europese landbouwfondsen ELGF en ELFPO afgegeven (deel)verklaring van de minister van LNV. In die deelverklaring is toegelicht dat er sprake is van rechtmatigheid tot op het niveau van eindbegunstigden met betrekking tot de in deze brief opgenomen consolidatiestaat van uitgaven en ontvangsten. Over de praktische uitwerking van het begrip rechtmatigheid tot op het niveau van eindbegunstigden bestaat tussen de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer echter op dit moment een verschil in benadering. Om dit verschil in benadering – hopelijk tijdelijk - te overbruggen, is, in overleg met de Algemene Rekenkamer en de betrokken ministeries van LNV en Financiën, een assurance framework opgesteld dat ertoe leidt een uitspraak over rechtmatigheid te kunnen doen tot op het niveau van eindbegunstigden.

Niettemin is het wenselijker dat er een eenduidige normatiek op EU-niveau is. Het kabinet zal blijven aandringen dat hierover op korte termijn overeenstemming wordt bereikt tussen de Commissie en de Europese Rekenkamer.

Voorbehoud met betrekking tot controles op randvoorwaarden

Hoewel er duidelijk vooruitgang is geboekt in 2006/2007, is - evenals in de Nationale Verklaring 2006 - een voorbehoud voor de uitvoering van de zogenoemde cross compliance-regeling (controles op de rand­voor­waarden) opgenomen.

De uitvoering van controles op randvoorwaarden (het voldoen aan wettelijke bepalingen over milieu, voedselveiligheid en dierenwelzijn, voor betaling van inkomenssteun of bedrijfstoeslag aan agrariërs) in Nederland is in januari 2007 onderworpen aan een onderzoek door de Commissie. De voorlopige bevindingen van de Commissie hebben betrekking op de inzet van andere overheden als medehandhavers bij de controles op randvoorwaarden en het rekenmodel voor de berekening van de korting bij niet-naleving.

Deze bevindingen maken aanpassing van het Nederlands controlesysteem noodzakelijk. In 2007 is een aanpassing van het rekenmodel voorbereid, welke per 1 januari 2008 in werking is getreden. De kortingberekening voldoet hiermee aan de Europese eisen. Daarnaast laat de inzet van medehandhavers in 2007 al een duidelijk stijgende lijn zien ten opzichte van 2006. Verdere concrete afspraken met medehandhavers over hun inzet bij de uitvoering van de cross compliance controles wil de minister van LNV in 2008 bekrachtigen in een samenwerkingsconvenant. De minister van LNV gaat er op grond van de aangebrachte verbeteringen vanuit dat in de deelverklaring over 2008 het voorbehoud niet meer noodzakelijk zal zijn.

Oordeel Algemene Rekenkamer Nationale Verklaring 2007

De Algemene Rekenkamer richt haar oordeel bij de Nationale Verklaring 2007 op drie onderdelen:

  1. de totstandkoming van de lidstaatverklaring en de onderliggende deelverklaring met bijbehorende consolidatiestaat;
  2. de kwalificatie van de systemen en de daarin vervatte maatregelen voor het beheer en de controle van de EU-fondsen;
  3. de kwalificatie van de wettigheid en regelmatigheid van de verantwoorde financiële transacties tot op het niveau van de eindbegunstigde.

De Rekenkamer geeft op deze drie onderdelen een algemeen positief oordeel en doet een aantal aanbevelingen voor de toekomst. Aanbevelingen zullen zo veel mogelijk worden betrokken bij de voorbereiding van de Nationale Verklaring 2008.

Financiële betekenis ELGF en ELFPO 2007

Het gaat bij de Europese landbouwfondsen om de volgende gesaldeerde uitgaven en ontvangsten (in bijlage 1 zijn deze fondsen nader financieel gespecificeerd):

  • ELGF: € 1013 mln;
  • ELFPO: € 18 mln.

De uit het ELGF gefinancierde steunregelingen hebben onder andere tot doel landbouwers van een redelijk inkomen te verzekeren (inkomenssteun) en de EU-landbouwmarkt te stabiliseren. Door middel van marktmaatregelen (heffingen en restituties) worden de verschillen tussen de EU-prijzen voor landbouwproducten en de wereldmarktprijzen vereffend. Deze laatste vorm van steun is de laatste jaren steeds verder beperkt ten gunste van rechtstreekse betalingen (bedrijfstoeslag) aan agrariërs.

De uit het ELFPO gefinancierde steun betreft financiering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland (POP 2007-2013).

Overige aandachtspunten

Er zijn tekortkomingen geconstateerd bij zowel het tijdig verwerken van bij inspecties geconstateerde afwijkingen als het debiteurenbeheer. Door het niet tijdig verwerken van inspectieresultaten worden vorderingen (boetes) soms te laat ingesteld. Tekortkomingen met betrekking tot het debiteurenbeheer betreft vooral een tijdelijke, administratieve kwestie die te maken heeft met de conversie van vijf naar één betaalorgaan.

In 2007 is al gewerkt aan verbetering. De verbetering zal in 2008 gecontinueerd worden. Het financieel belang van deze tekortkomingen in relatie tot het totaal aan EU geldstromen voor landbouw is overigens gering en niet materieel.

Aanvullende achtergrondinformatie Nationale Verklaring 2007

In het kader van de Nationale Verklaring 2006 heeft het kabinet naar aanleiding van suggesties van de Algemene Rekenkamer toegezegd uw Kamer meer achterliggende informatie met betrekking tot de Nationale Verklaring en de deelverklaring ter beschikking te stellen. Het betreft informatie over:

  • Het door het ministerie van Financiën gebruikte wegingskader bij de consolidatie van de Nationale Verklaring. Hierin zijn opgenomen de gehanteerde criteria voor de kwantitatieve beoordeling van materialiteit en de gehanteerde criteria voor het benoemen van mogelijke aandachtspunten en reserves (zie bijlage 2);
  • De certificerende rapporten van de auditdienst van LNV met daarin relevante verbeterpunten en andere relevante informatie. Deze zijn ter inzage gelegd bij de griffie van de Tweede Kamer (zie bijlage 3);
  • Een samenvatting van de definitieve beschikkingen van de Commissie inzake geschilpunten met de Commissie of financiële correcties op basis van door de Commissie uitgevoerde onderzoeken (zie bijlage 4).

Deze informatie is als bijlagen bijgevoegd en is ook raadpleegbaar op www.minfin.nl, onder het dossier ‘ Financieel Management Overheid/Auditbeleid/Europa’.

Tot Slot

Het streven is de Nationale Verklaring te laten aansluiten op de verantwoordingscyclus van de Commissie. Dat betekent dat voor de Nationale Verklaring en onderliggende deelverklaringen gestreefd wordt naar afgifte in februari van het jaar zodat deze kunnen worden meegenomen in de annual activity reports van de afzonderlijke DG’s van de Commissie en het overall syntheseverslag van de Commissie.

Met deze tweede Nationale Verklaring – op basis van vrijwilligheid – neemt het kabinet zijn (mede)verantwoordelijkheid voor het financieel beheer van EU-gelden, in casu de Europese landbouwfondsen ELGF en ELFPO, in Nederland. Bij de totstandkoming van de tweede Nationale Verklaring is gebruik gemaakt van de ervaringen van vorig jaar, de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer en opmerkingen van de Europese Rekenkamer.

Het kabinet wil die ervaringen verder benutten bij de uitbreiding van de Nationale Verklaring naar onder andere de structuurfondsen in 2009. Wij zullen de Algemene Rekenkamer vragen wederom te participeren in deze voorbereiding.

Ook door de actieve opstelling van de Algemene Rekenkamer op dit vlak in haar contacten met rekenkamers van andere lidstaten, de ERK en het Europees Parlement wordt een krachtig signaal gegeven. Daarnaast zal het kabinet in EU-verband blijven aandringen op het belang van nationale verklaringen bij het verantwoordingsproces van de Europese Unie. Voorts zullen we aandringen op transparantie van de prestatie van afzonderlijke lidstaten op het gebied van financieel beheer. Uw betrokkenheid en opstelling richting EU-collega’s is daarbij minstens zo belangrijk.

Hoogachtend,

De minister van Financiën,

Wouter Bos

Bijlage 1

Consolidatiestaat ELGF en ELFPO begrotingsjaar 16 oktober 2006 tot en met 15 oktober 20071

Omschrijving ELGF

Definitief 2007 €

Granen

15.159.063

Rijst

0

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten

32.828.479

Voedselprogramma's

0

Suiker

18.018.510

Olijfolie

0

Vezelgewassen

1.517.610

Groenten en fruit

68.515.989

Producten van de wijnbouwsector

5676

Afzetbevordering

3.045.447

Overige plantaardige producten/overige maatregelen

5.061.723

Melk en zuivelproducten

151.989.620

Rundvlees

4.646.501

Schapen- en geitenvlees

0,00

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van bijenteelt

6.471.843

Fonds voor de suikerherstructurering

17.728.050

Totaal

324.988.511

Ontkoppelde rechtstreekse steun

293.858.923

Andere rechtstreekse steun

498.380.547

Extra steunbedragen

8.889.957

Aanvullende rechtstreekse steun

-207.741

Totaal

800.921.685

Financiering van plattelandsontwikkeling via het ELGF

-4.822

Totaal

-4822

Controle van de landbouwuitgaven

2.421.118

Totaal

2.421.118

Besluit – 2006/678/EG – Conformiteitgoedkeuring

-33.511.369

Betaalde en teruggevorderde bedragen

-14.271.931

Extra heffing – verkoopseizoen 87/88 – levering

-575.898

Tijdelijke herstructureringsheffing

-66.891.309

Totaal

-115.250.507

Interventiemaatregelen voor visserijproducten

160.818

Overige maatregelen

0,00

Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's

0,00

Totaal

160.818

Totaal Generaal ELGF

1.013.075.985

ELFPO

Definitief 2007 €

Verbetering van de concurrentiekracht land- bosbouwsector

2.352.347

Milieu- en natuurverbetering

15.394.853

De leefkwaliteit op het platteland en diversificatie van de plattelandseconomie

361.333

Leader

0,00

Technische bijstand

0,00

Totaal ELFPO

18.108.533

Totaal generaal (ELGF + ELFPO)

1.031.184.518

Bijlage 2

Wegingskader en proces Financiën m.b.t. de consolidatie van de deelverklaring van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Het ministerie van Financiën heeft in het kader van de Nationale Verklaring als taken:

  • Het consolideren van de deelverklaring van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna: LNV) tot een nationale verklaring2 door het uitvoeren van een plausibiliteitstoets;
  • Beleidsontwikkeling m.b.t. de Nationale Verklaring en onderliggende structuren;
  • Het opstellen van het tijdpad en het bewaken van de planning m.b.t. de Nationale Verklaring;
  • Het voorbereiden van de besluitvorming in de ministerraad over de afgifte van de Nationale Verklaring aan de Tweede Kamer en de Europese Commissie (hierna: Commissie);
  • Het aanbieden van de Nationale Verklaring aan de Algemene Rekenkamer (hierna: AR) voor het vormen van een oordeel;
  • Het coördineren van de besprekingen met de AR over de Nationale Verklaring en het oordeel van de AR;
  • Het organiseren van de afgifte van de Nationale Verklaring aan de Commissie. Financiën stelt een begeleidende brief op voor Tweede Kamer en de Commissie met een toelichting.

Procedure afgifte deelverklaring LNV

De minister van LNV is verantwoordelijk voor de afgifte van de deelverklaring. Bij de opstelling van de deelverklaring baseren de ambtenaren van LNV zich op de certificerende rapporten van de auditdienst voor het Europees Landbouwgarantiefonds (hierna: ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (hierna: ELFPO) (opgesteld conform Richtsnoer 5: Modelrapport), borgingsverklaringen bij Dienst Regelingen (hierna: DR) en Dienst Landelijk Gebied (hierna: DLG) (opgesteld conform Richtsnoer 4), het oordeel van de auditdienst van LNV bij de borgingsverklaringen (opgesteld conform Richtsnoer 7) en overige informatie zoals deze bekend is uit de reguliere P&C cyclus. Zij hanteren daarbij een eigen procedurebeschrijving, te weten “Consolidatie en weging aandachtspunten bedrijfsvoeringsparagraaf LNV 2007 (inclusief deelverklaring GLB)” . De auditdienst van LNV (hierna: AD LNV) stelt over het functioneren van de systemen en de daarin vervatte maatregelen voor beheer en controle, hierin inbegrepen de wijze van totstandkoming van de deelverklaring, een assurance report op. Ten behoeve van de ondertekening van de deelverklaring maakt de minister van LNV aan de hand van de beschikbare informatie en het assurance report een eigen weging. Na ondertekening wordt de deelverklaring afgegeven aan het ministerie van Financiën.

Reikwijdte plausibiliteitsonderzoek:

  • Object: de deelverklaring van de minister van LNV en alle overige daarbij beschikbare informatie.
  • Aspecten: de checklist zoals deze wordt gehanteerd in het onderzoek beschrijft alle relevante aspecten die in het onderzoek aan de orden zullen komen.
  • Diepgang en nauwkeurigheid worden bepaald door de materialiteitsgrens van 2% en op basis van een collegiaal gesprek met de AD LNV over uitvoering en werkwijze (vooraf en achteraf).

In het vervolg van dit wegingskader wordt dit verder uitgewerkt. Opgemerkt hierbij zij dat daarbij rekening gehouden dient te worden met de specifieke verantwoordelijkheden van de departementen van LNV en Financiën. Het ministerie van Financiën zal daarnaast in belangrijke mate steunen op de conclusies en bevindingen in het assurance report zoals dat is aanbevolen door de AR inzake de deugdelijkheid van de totstandkoming van de deelverklaring. Dit betekent dat Financiën niet zelfstandig een review zal doen op de deelverklaring. Financiën voert een marginale toets uit op onjuistheden, onvolledigheden en de volledigheid in het doorlopen proces zoals is overeengekomen tussen de AR, LNV en Financiën. Daarvoor wordt de volgende procedure gevolgd en het bijbehorende wegingskader gebruikt.

Weging en Consolidatie Nationale Verklaring

De minister van Financiën stelt de Nationale Verklaring op. Daarbij baseert hij zich op de informatie die verstrekt wordt door de minister van LNV (deelverklaring, assurance report en overige relevante informatie). Het ministerie van Financiën voert een plausibiltiteitstoets uit. Dat wil zeggen dat een marginale toets op onjuistheden en onvolledigheden wordt uitgevoerd op de deelverklaring en het totstandkomingsproces (deze heeft geen betrekking op de gemaakte beleidsmatige keuzes door LNV). Hiervoor worden gesprekken met het ministerie van LNV gevoerd waarin conclusies naast elkaar gelegd en vergeleken worden op basis van de door LNV verstrekte informatie en toelichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de onderstaande checklist en professional judgement.

Checklist

De deelverklaring LNV wordt op basis van het assurance report besproken aan de hand van de volgende vragen en informatie:

  • Doet de deelverklaring van LNV een expliciete uitspraak over de wettigheid en regelmatigheid van transacties tot op het niveau van eindbegunstigden?
  • Stemt de deelverklaring van de minister van LNV overeen met de informatie die is verstrekt in de rapporten van de AD LNV, de accountantsverklaringen, het assurance report en het wegingskader van FEZ LNV? Is het wegingskader van LNV geheel doorlopen?
  • Blijft het totale percentage onregelmatigheden van de gesaldeerde uitgaven en ontvangsten onder de Europese norm van 2% onrechtmatigheden (nauwkeurigheid), waarbij gecontroleerd wordt met een betrouwbaarheid van 95%?
  • Is er sprake van kwalitatieve onzekerheden? Zo ja, worden deze genoemd in de verklaring als voorbehoud? Is dit in overeenstemming met het wegingskader van het betreffende departement? Hebben deze alleen betrekking op het actuele financiële jaar of over meerdere jaren?
  • Welke eventuele verbeteracties worden ingezet op in de deelverklaring genoemde reserves en/of opmerkingen?
  • Zijn voor de reserveringen uit het voorgaand jaar verbeteracties uitgevoerd? Zo ja, zijn hierdoor de knelpunten of onzekerheden deels of geheel opgelost?
  • Stemt de deelverklaring – voor zover relevant - cijfermatig overeen met het assurance report?
  • Zijn er opmerkingen te vinden in de accountantsverklaring en/of het assurance report van de AD LNV die van invloed zijn op de deelverklaring (transactie en/of systemen) en is deze invloed weergegeven in de deelverklaring?
  • Zijn er opmerkingen te vinden in de accountantsverklaring en/of het assurance report van de AD LNV die van invloed zijn op de deelverklaring (transactie en/of systemen) en die daarin niet zijn opgenomen? Zo ja, is hie rvoor een onderbouwing in lijn met het wegingskader van het departement?
  • Is er overige relevante informatie bekend bij Financiën die niet is opgenomen of vermeld in de deelverklaring? Zo ja, is er een onderbouwing in lijn met het wegingskader van het departement voor het achterwege laten van deze informatie in de deelverklaring?
  • Is er sprake van claims en/of andere geschilpunten waarvoor door de Commissie een definitieve beschikking is afgegeven en zijn deze claims opgenomen in de deelverklaring? Zo ja, hebben deze betrekking op het actuele financiële jaar of ook op voorgaande jaren? Zijn er claims die door de AD LNV in hun assurance report worden genoemd maar niet in de deelverklaring worden genoemd? Zo ja, is hiervoor een onderbouwing?
  • Zijn de toezeggingen van het kabinet in haar kabinetsreactie m.b.t. het rapport van de AR bij de eerste lidstaatverklaring gestand gedaan?
  • Zijn de overige van materieel belang zijnde issues bij het proces van totstandkoming van de deelverklaring betrokken en zijn hierover opmerkingen of reserveringen gemaakt in de deelverklaring die mogelijk afwijken ten opzichte van de lijn volgens het wegingskader van het departement?

De informatie uit bovenstaande gesprekken leidt tot de opstelling van een nationale verklaring en de besluitvorming over de afgifte van de Nationale Verklaring door de ministerraad.

De opstelling van het assurance report is erop gericht meer zekerheid te verkrijgen over de deelverklaring. Het leidt er ook toe dat verschillen van inzicht in de totstandkoming van de deelverklaring naar voren komen nog voordat de minister van LNV de deelverklaring ondertekent. De kans dat opmerkingen van de AD LNV niet zijn verwerkt in de eindversie van de getekende deelverklaring is daarmee gering.

De plausibiliteitstoets van Financiën en de gesprekken hierover met de AD LNV en FEZ LNV moeten uitwijzen of inderdaad geen sprake is van verschillen. Als uit de toets door Financiën materiële aandachtspunten naar voren komen dan worden deze opgelost door wijziging van de deelverklaring of als onderdeel van de Nationale Verklaring voorgelegd aan de ministerraad in het kader van de besluitvorming. Van de gesprekken met LNV worden verslagen opgesteld en deze worden toegevoegd aan het dossier van inzage voor de AR.

Materieel

In de Nationale Verklaring worden alleen afwijkingen van materieel belang opgenomen. Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden tussen kwantitatief en kwalitatief materieel belang.

  • Kwantitatief materieel belang: Het totale percentage van onrechtmatigheden bedraagt meer dan 2 % van de voor het landbouwjaar 2007 gesaldeerde uitgaven en ontvangsten. Gezien het relatief gering financieel belang en het feit dat dit aanzienlijk meer extra werkzaamheden met zich zou meebrengen, wordt geen aparte tolerantie voor de ontvangsten bepaald.
  • Kwalitatief materieel belang: Informatie is van materieel belang als het weglaten of onjuist weergeven daarvan de beslissingen die gebruikers (de Tweede Kamer, de Commissie, het maatschappelijk verkeer) op basis van de Nationale Verklaring nemen zou kunnen beïnvloeden. De materialiteit van de post of de fout is afhankelijk van de omvang daarvan, beoordeeld onder de bijzondere omstandigheden waaronder het weglaten of onjuist weergeven plaatsvindt. De inschatting van de kwalitatieve materialiteit gaat gepaard met een hoge mate van professional judgement. (bron: COS 320). Meer concreet wordt hierbij aansluiting gezocht bij Richtsnoer 4; paragraaf 4.1. Bij de beoordeling of tekortkomingen van belang zijn wordt rekening gehouden met de volgende factoren:
  • Het aantal tekortkomingen;
  • De duur van de tekortkomingen;
  • Speciale factoren die het reputatierisico voor het betaalorgaan vergroten;
  • Het bestaan van compenserende maatregelen op het niveau van het betaalorgaan die het geconstateerde risico doeltreffend verkleinen.

Oordeel Algemene Rekenkamer

De AR doet onderzoek naar de Nationale Verklaring naar aanleiding van het verzoek hiertoe van de minister van Financiën. Ten behoeve van dit onderzoek verstrekt Financiën de volgende rapporten en documenten:

  • de nationale verklaring van de minister van Financiën namens de ministerraad;
  • het wegingskader en proces consolidatie deelverklaring van Financiën;
  • transparantie over het afwegingsproces van bevindingen en de gemaakte afwegingen (toepassing wegingskader en gespreksverslag) om al dan niet te komen tot een voorbehoud.

Opstelling deelverklaring LNVAssurance report AD LNVPlausibiliteitstoets bespreking FIN:Conclusies AD LNV Deelverklaring FEZ + proces weging LNV Voorbespreking FIN:Opzet assurance onderzoek AD LNV concept deelverklaring en wegingspunten FEZ FIN opstelling nationale verklaringen besluit minister Rapportage weging FIN en verslag besprekingen (plausibiliteitstoets) Besluitvorming ministerraadOordeel Algemene RekenkamerVerzending aan Tweede KamerVerzending NV aan Europese CommissieFIN afschrift oordeel AR

Bijlage 3

Certificerende rapporten van de Auditdienst van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Beide rapporten zijn ter inzage beschikbaar bij de Griffie van de Tweede Kamer.

Bijlage 4

Samenvatting van de definitieve beschikkingen van de Commissie

In het certificeringsrapport inzake de jaaraangifte van het ELGF-betaalorgaan Dienst regelingen is een totaal gedeclareerd bedrag opgenomen van ad € 1.050.480.998,13. Dit is exclusief verrekeningen op basis van besluiten van de Europese Commissie. Deze verrekeningen worden door het Coördinerend Bureau van de Directie Internationale Zaken gecorrigeerd op de rekening van het lopende jaar.

TRCAD/2008/55

1.050.480.998,13

Verrekend*

-37.405.012,78

Totaal

1.013.075.985,35

*In 2007 heeft de Europese Commissie (DG AGRI) in het kader de goedkeuring van de rekeningen over voorgaande jaren verrekeningen toegepast tot een totaalbedrag van € 37.405.012,78 welke zijn verrekend met de ingediende rekeningen.

Besluit EG

2007/327

ELGF

46.993,52

2007/327

ELGF

2.374.124,47

2007/327

ELGF

-6.314.761,59

2006/932

ELGF

-6.687.550,00

2006/243

ELGF

-26.823.819,18

Totaal

-37.405.012,78

Besluit (EG) 2007/327

Het bedrag van € 6.314,761,59 betreft een afdracht als gevolg van een herziening van de Europese regelgeving aangaande de gelijke verdeling het debiteurenrisico op oude vorderingen. De overige bedragen betreffen verrekeningen in het geldverkeer met de Europese Commissie over 2006.

Besluit (EG) 2006/932

Dit betreffen niet-subsidiabele bedragen als gevolg van budgetoverschrijdingen in de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2000-2006, welke in goed overleg met betrokken partijen in 2007 zijn verrekend.

Besluit (EG) 2006/243

Dit betreft een financiële claim als gevolg van gebreken in EU-conformiteit van uitvoering van de Douanecontroles op door begunstigen ingediende aanvragen voor exportrestitutie in de periode van 1999 tot en met 2001. Het ministerie van LNV heeft In overleg met het ministerie van Financiën deze claim in 2007 afgewikkeld.

Bovenstaande informatie is ontleend aan de deelverklaring van de minister van LNV

1: Door afrondingen wijkt de som van de bedragen af van het Totaal Generaal
2: Dit jaar is alleen nog een deelverklaring LNV beschikbaar zodat voor 2007 dit proces is beperkt tot het wegen van de LNV verklaring en hoeven er nog geen afzonderlijke deelverklaringen worden omgezet in één nationale verklaring.