Antwoord minister-president op Kamervragen over het Suikerfeest

Minister-president Balkenende heeft vragen beantwoord van Tweede Kamerlid Van der Staaij (SGP) over het Suikerfeest als mogelijke nationale feestdag.

Bijgaand doe ik u toekomen de antwoorden op vragen van het lid van uw Kamer, de heer C.G. van der Staaij (SGP), ingezonden dd. 5 september 2008, nr. 2070829010.

Mede namens de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,

mr.dr. J.P. Balkenende

Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister-president, minister van Algemene Zaken en de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het Suikerfeest als mogelijke nationale feestdag. (ingezonden 5 september 2008)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitlatingen van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over het Suikerfeest als mogelijke nationale feestdag?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Vertolkte de staatssecretaris de visie van het kabinet? Bent u bereid de komst van het Suikerfeest of enig andere islamitische feestdag als (extra) nationale feestdag uit te sluiten?

Vraag 3

Erkent u dat het Suikerfeest of enig andere islamitische feestdag in strijd is met de nationale identiteit van Nederland, die gestempeld wordt door de joods-christelijke traditie?

Vraag 4

Bent u bereid deze nationale identiteit te beschermen, ook bij groei van het aantal Nederlandse moslims?

Antwoord op vragen 2 t/m 4

Op 19 augustus 2008 heeft het kabinet de visie op identificatie en nationale identiteit verwoord in reactie op het WRR-rapport 'Identificatie met Nederland'. De kernwaarden van de Nederlandse rechtsstaat -vrijheid, solidariteit en gelijkwaardigheid- zijn de basis voor identificatie met Nederland.

In de visie van het kabinet moet de overheid zich inzetten voor een samenleving die mensen uitnodigt en deelname bevordert, onder meer door een veilige woon- en werkomgeving en voldoende kansen op onderwijs en arbeid. Tegelijkertijd is het de verantwoordelijkheid van iedere burger om daadwerkelijk mee te doen en zich betrokken te tonen bij de Nederlandse samenleving.

Het kabinet wil een boodschap uitdragen over identiteit die geen mensen uitsluit en die ruimte laat voor mensen om zich op eigen specifieke wijze met Nederland te kunnen identificeren binnen de grenzen van de rechtsstaat. De uitlatingen van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (zie de antwoorden op Kamervragen van de leden Fritsma en Wilders, ingezonden 5 september 2008), noch de uitlatingen van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (zie de antwoorden op Kamervragen van het lid Fritsma, ingezonden 4 september 2008) doen op generlei wijze afbreuk aan deze boodschap.

De betekenis die aan feestdagen wordt toegekend is overigens mede een aangelegenheid van maatschappelijke organisaties, zoals bijvoorbeeld sociale partners, en de afspraken die zij hierover maken.