Antwoorden op kamervragen van Leijten over problemen met het organiseren en leveren van huishoudelijke zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DMO-K-U-2875143

6 oktober 2008

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op Kamervragen van het kamerlid Leijten over problemen met het organiseren en leveren van huishoudelijke zorg.

Vraag 1
Wat is uw reactie op de situatie bij de thuisorganisatie Verian? 1)

Antwoord 1
Ik betreur het dat een aantal mensen één of twee weken geen hulp heeft gehad.

Vraag 2
Hoeveel andere thuiszorgorganisaties in Nederland zijn op dit moment en/of in afgelopen drie maanden niet in staat geweest om bestaande cliënten van huishoudelijke zorg te voorzien? Indien dit niet bekend is, bent u dan bereid hier onderzoek naar te doen en de Kamer voor de volgende tussenrapportage over de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) hierover in te lichten? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Mij is niet bekend hoeveel andere thuiszorgorganisaties tijdens de vakantieperiode problemen hebben gehad. Wel weet ik dat het door vakanties voor organisaties lastig kan zijn om in de vakantieperiode voldoende bezetting te hebben. Afhankelijk of een instelling in staat is voldoende vakantiekrachten aan te trekken, leidt dit al dan niet tot problemen.
In overleg met de VNG, Actiz en BTN wil ik graag goede voorbeelden verspreiden van de wijze waarop dit vraagstuk kan worden opgelost.

Vraag 3
Erkent u dat de problemen in de huishoudelijke zorg voor mensen met een beperking in gevaar is, omdat er minder mensen werkzaam willen en kunnen zijn in de thuiszorg? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om er voor te zorgen dat de huishoudelijke zorg een aantrekkelijke sector blijft om in te werken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3
De spanningen op de arbeidsmarkt voor de thuiszorg hebben mijn bijzondere aandacht. Ik verwijs u daarvoor graag naar de Arbeidsmarktbrief 2007 (TK 2007 – 2008, 29282, nr. 46) en de brief die uw Kamer binnenkort onvangt naar aanleiding van de motie-Schippers (TK 2007 – 2008, 29282, nr. 50).
Daarnaast zijn gemeenten vaak zelf met aanbieders in overleg om te bezien hoe personeel geworven kan worden opdat aan hun compensatieplicht en leveringsplicht kan worden voldaan. Zo is de gemeente Apeldoorn bijvoorbeeld met Vérian een pilot gestart om klanten van de sociale dienst toe te leiden naar een baan in de thuiszorg. Dat vind ik een positieve ontwikkeling. Ook in andere regio’s en gemeenten zijn inmiddels – met steun van de overheid – projecten gestart om meer mensen te werven en op te leiden voor de zorg.

Vraag 4
Erkent u dat mensen die afhankelijk zijn van deze zorg in de problemen komen, indien zij deze zorg plotseling niet krijgen? Hoe gaat u er voor zorgen dat de persoonlijke situatie en de geestelijke en lichamelijke gezondheid van deze mensen niet in gevaar komt?

Antwoord 4
Thuiszorgorganisatie Verian heeft haar cliënten ruim van te voren geïnformeerd over de bezetting rond de vakantieperiode en heeft in overleg met haar cliënten gezorgd voor oplossingen. Het is dus niet zo dat mensen plotseling geconfronteerd werden met het wegvallen van ondersteuning.
Primair is het de verantwoordelijkheid van gemeenten om er voor te zorgen dat burgers de ondersteuning krijgen die nodig is. Ik zie op dit moment geen aanleiding om te twijfelen aan de wijze waarop gemeenten hier invulling aan geven.

Vraag 5
Hoe worden mensen die geen huishoudelijke zorg ontvangen, terwijl zij daar wel voor geïndiceerd zijn, op dit moment geholpen, en hoe worden zij door gemeenten gecompenseerd?

Antwoord 5
In de regio Apeldoorn was er sprake van een tijdelijk probleem gedurende de vakantieperiode. Met betrokkenen is telkens gezocht naar een oplossing. Inmiddels is de vakantieperiode weer voorbij en wordt iedereen die een indicatie voor hulp bij het huishouden heeft weer geholpen.

Vraag 6
Erkent u dat hier niet voldaan kan worden aan de compensatieplicht? Hoe rijmt
u dat met uw antwoord op eerdere Kamervragen? 2)

Antwoord 6
Nee. Er is hier, in tegenstelling tot de casus waar u naar verwijst in eerdere Kamervragen, geen sprake geweest van een klantenstop. Om te kunnen voldoen aan hun compensatieplicht sluiten gemeenten contracten af met thuiszorgorganisaties en zien toe op de naleving van het contract. Als dit door omstandigheden moeilijk lukt, moeten de partijen samen op zoek naar een oplossing. In het geval van Apeldoorn en omringende gemeenten is dit ook gebeurd.

Vraag 7
Welke maatregelen heeft u inmiddels genomen, c.q. bent u van plan te gaan nemen om de aanhoudende problemen in de huishoudelijke thuiszorg op te lossen?

Antwoord 7
Ik heb uw Kamer middels de arbeidsmarktbrief 2007 (TK, 2007-2008, 29282, nr. 46) geïnformeerd over de acties van de centrale overheid om knelpunten op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk te voorkomen. Binnenkort ontvangt uw Kamer de reactie op de motie-Schippers (TK, 2007-2008, 29282, nr. 50) om de genoemde acties verder uit te werken.
Tevens zijn op 18 juni 2008 twee subsidieregelingen in werking zijn getreden, gericht op mobiliteitsbevordering thuiszorgsector en personele gevolgen Wmo 2008. Hiervoor heb ik in 2008 euro40 miljoen beschikbaar gesteld.

Daarnaast zal ik u binnenkort een voorstel tot wijziging van de Wmo sturen waarbij burgers met een indicatie voor hulp bij het huishouden expliciet kunnen kiezen voor hulp in natura, een persoonsgebonden budget of een financiële vergoeding voor het inhuren van een alfahulp. Dit betekent dat de hulp die geleverd wordt in natura nooit een alfahulp kan zijn. De arbeidsmarkt voor thuishulpen wordt zo aantrekkelijker, door betere arbeidsvoorwaarden.

1)
http://www.destentor.nl/regio/apeldoorn/apeldoorn/3600569/Clienten-zonder-hulp-van-Verian.ece
2)
antwoorden-op-vragen-van-kamerlid-leijten-sp-over-klantenstops-huishoudelijke-zorg