Antwoorden op vragen over kosten voor raddraaiers

Antwoorden op vragen van het Kamerlid Brinkman (PVV) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over kosten voor raddraaiers (2070827950, ingezonden 22 augustus 2008)

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel “Raddraaier kost miljoenen” (Telegraaf, 21 augustus 2008)?

Antwoord
Ja

Vraag 2
Deelt u de mening dat het totaal van 6,5 miljoen euro over een periode van twee jaar, voor circa 150, voornamelijk allochtone, hangjongeren, zijnde een bedrag van ruim 43.000 euro per persoon, buiten alle proporties is? Bent u bereid deze burgemeester deze rekensom te presenteren en hem te vragen waar hij in hemelsnaam mee bezig is? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Naar aanleiding van uw vragen heb ik informatie ingewonnen bij de gemeente Amsterdam. Uit deze informatie blijkt dat er op dit moment 123 jongeren begeleid worden door jongerencoaches in het kader van de pilot ‘acht tot acht’ arrangementen. De kosten van deze pilot bedragen euro 1,5 miljoen in 2008. De gemeente Amsterdam gaat uit van een gemiddelde begeleiding van een jongere van één jaar. Volgens de gemeente Amsterdam wordt dit jaar gemiddeld per jongere euro 10.000 uitgegeven, waarbij alle kosten zijn inbegrepen. Het is een lokale afweging te beoordelen welke maatregelen c.q. trajecten men wil inzetten om de problemen met hangjongeren terug te dringen en in hoeverre de kosten hiervoor proportioneel zijn. De gemeente, als regievoerder van het lokale veiligheidsbeleid, en de politie spelen hierbij een belangrijke rol. Waar mogelijk en gewenst ondersteun ik hen bij het invulling geven aan deze verantwoordelijkheid, zoals met de maatregelen uit het in maart jl. aan uw Kamer aangeboden Actieplan Overlast en Verloedering.

Vraag 3
Kunt u aangeven of de genoemde 144 geselecteerde hangjongeren/straatterroristen, antecedenten hebben? Zo ja, hoeveel en waarvoor en hoeveel van deze personen in aanmerking zouden kunnen komen voor een heropvoed programma als in Den Engh of Glenn Mills?

Vraag 4
Deelt u de mening dat een dergelijk opvoedprogramma een betere weg is dan deze hangjongeren/straatterroristen te belonen voor hun slechte gedrag en hen in vrije tijd met 20 jongerencoaches te begeleiden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Uit de informatie van de gemeente Amsterdam blijkt dat de aanpak van de ‘acht tot acht’ arrangementen zuiver preventief van aard is. De jongeren die geselecteerd zijn voor de ‘acht tot acht’ arrangementen hebben geen of nauwelijks antecedenten. De jongeren worden door de buurtregisseurs gesignaleerd in jeugdgroepen of worden aangemeld bij bureau Halt. Er worden geen jongeren geselecteerd met twee of meer delicten. De doelgroep van ‘acht tot acht’ is daarmee “te licht” voor de programma’s van Den Engh of Glenn Mills.

Vraag 5
Kunt u aangeven waarom de Amsterdamse burgemeester terecht allerlei bestuurlijke maatregelen heeft afgekondigd tegen, voornamelijk autochtone, hooligans, terwijl dergelijke bestuurlijke maatregelen kennelijk niet worden afgekondigd tegen deze groep, voornamelijk Marokkaanse en Turkse, hangjongeren/straatterroristen? Waarom hebben deze jongeren geen gebiedsontzegging gekregen?

Antwoord
Het kabinet stelt het lokale bestuur een instrumentarium ter beschikking om maatwerk bij lokale overlastsituaties te kunnen leveren. Een goed voorbeeld hiervan is het wetsvoorstel Voetbalvandalisme en ernstige overlast dat ik samen met de Minister van Justitie onlangs aan Uw Kamer heb aangeboden en dat de burgemeester en de officier van justitie extra bevoegdheden geeft om notoire overlastgevers aan te pakken. De afweging welke maatregelen en instrumenten in welke situaties moeten worden ingezet vindt lokaal plaats. Daar ligt de verantwoordelijkheid en daar is ook het beste inzicht in de lokale problemen.

Net als het kabinet kiest Amsterdam voor een aanpak waarin preventie en repressie hand in hand gaan. De gemeente Amsterdam treedt met behulp van Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA) op tegen jeugdgroepen die regelmatig voor overlast zorgen. De SAOA doet dat door middel van straatcoaches, die permanent op straat aanwezig zijn en jongeren direct aanspreken en gezinsbezoekers, die ouders medeverantwoordelijk maken voor het gedrag van hun kinderen. De SAOA werkt in de uitvoering nauw samen met de politie en de ‘acht tot acht’-arrangementen.