Antwoorden op kamervragen van Agema over handhaving rookvrije horeca

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-K-U-2882186

7 oktober 2008

Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over handhaving rookvrije horeca (2008Z03281/2080901260).

Vraag 1
Bent u bekend met de berichten “Na 1 oktober boetes bij overtreden rookverbod” en “Rookverbod in Europa”?

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Kunt u zich nog herinneren dat u het tijdens het mondelinge vragenuur van 1 juli jl. roerend met mij eens was en zei, ik citeer: “I couldn’t agree more. Niet alleen de eerste dagen, maar überhaupt zal het zo zijn dat er bij de eerste overtreding een waarschuwing volgt en vervolgens pas een boete." Waarom verandert u een standpunt waar u eerst zo een groot voorstander van was? Deelt u de mening dat dit uw betrouwbaarheid als minister beslist niet ten goede komt?

Antwoord 2
Na de invoering van de rookvrije horeca, sport en kunst/cultuur heeft de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) consequent eerst waarschuwingen uitgedeeld bij overtreding van de regelgeving. Dat is precies in lijn met hetgeen ik hierover in het mondeling vragenuur van 1 juli 2008 heb gezegd. Uit de gegevens van de VWA blijkt dat de horeca de nieuwe regelgeving in het algemeen zeer goed naleeft, maar dat de naleving bij de cafés lager ligt dan bij andere horecasectoren. De VWA zal daarom gerichter bij cafés gaan controleren. Tevens blijkt dat er cafés zijn die de regelgeving bewust negeren en roken in hun gelegenheid (weer) toestaan. Dat kan natuurlijk niet zo zijn. Het bewust negeren van de regelgeving vereist een andere handhavingsaanpak. Een waarschuwing beoogt betrokkene te attenderen op het verbod en de implicaties van het negeren daarvan. Zodra het verbod echter bewust wordt genegeerd, verliest de attenderende functie van de waarschuwing goeddeels haar betekenis. Dit betekent dat de VWA aan horecagelegenheden die de regels bewust overtreden direct een boete zal opleggen. Dit neemt niet weg dat de VWA aan horecaondernemers die hun best doen om aan de regelgeving te voldoen nog steeds eerst een waarschuwing zal geven als, ondanks hun inspanningen, in hun zaak onverhoopt een sigaret wordt opgestoken.

Vraag 3
Deelt u de mening dat, wanneer in Ierland als gevolg van het rookverbod 800 horecaondernemingen genoodzaakt waren te sluiten, dat in Nederland deze misère hoe dan ook voorkomen moet worden door het opheffen van het rookverbod in tenminste kleine cafés met één ontvangstruimte, zoals in Duitsland?

Antwoord 3
De ervaringen in andere Europese landen bevestigen dat het rookvrij maken van de horeca in het algemeen geen negatieve effecten heeft op de omzet of de werkgelegenheid. Juist uit Ierland blijkt bijvoorbeeld dat de ‘volume indices of retail sales’ voor cafés sinds 2001 aan het dalen was. Na 2004 – het jaar van de invoering van de rookvrije horeca in Ierland – is deze daling tot stilstand gekomen, waarna er weer sprake is van een lichte stijging van de ‘retail sales’. Dit wil niet zeggen dat bij individuele cafés er geen verschuivingen in omzet en klandizie hebben plaatsgevonden, maar geeft wel aan dat de rookvrije horeca voor de cafésector als geheel geen negatieve effecten heeft gehad.
Op basis van de positieve ervaringen in andere Europese landen is de verwachting gerechtvaardigd dat het algemene beeld in Nederland na de invoering van de rookvrije horeca, sport en kunst/cultuur ook positief zal zijn. Niettemin zal ik de ontwikkelingen in Nederland na de invoering goed volgen. Ik zal een onafhankelijk onderzoeksbureau hiertoe opdracht geven. Daarbij zal ook aandacht besteed worden aan de diverse subsectoren binnen de horeca. Ik zal de Kamer informeren over de planning van deze evaluatie, zodat duidelijk wanneer u deze tegemoet kunt zien.