Rapportage vreemdelingenketen: stijging aantal kennismigranten

De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Albayrak van Justitie ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van de rapportage vreemdelingenketen over de periode januari tot en met juni 2008. In deze periode ligt het aantal kennismigranten dat naar Nederland komt 22 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. De rapportage toont ook een stijging van met name het aantal eerste asielverzoeken van Irakezen en Somaliërs. De bezetting van de asielopvang is in deze periode vooral door de grote inzet van gemeenten bij huisvesting van toegelaten vluchtelingen en pardonvergunninghouders gedaald met 13 procent.

Er is in het bedrijfsleven een grote behoefte aan hooggekwalificeerde arbeidskrachten. De kennismigrantenregeling maakt het sinds enkele jaren mogelijk voor deze groep om via een extra snelle verblijfsprocedure naar Nederland te komen als zij een baan hebben gevonden boven de inkomensgrens van circa 47.000 euro. In de rapportageperiode kwamen circa 3.200 kennismigranten naar Nederland.

De rapportage bevestigt dat het aantal eerste asielaanvragen van Somaliërs en Irakezen is toegenomen. Dit leidt - zoals reeds in de vorige rapportage gemeld - tot een stijging van de totale asielinstroom met circa 32 procent ten opzichte van de tweede helft van vorig jaar. Voor Irak en Somalië gold in de rapportageperiode een extra beschermingsbeleid. Onlangs heeft het kabinet bekend gemaakt dat het beschermingsbeleid voor Irakezen wordt stopgezet, nu de situatie in Irak zich aan het verbeteren is. Ook nareizende gezinsleden uit Irak en Somalië vroegen om verblijf bij hun familieleden in Nederland. Mede hierdoor is ook het totaal aantal aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf in de rapportageperiode gestegen met 29 procent. Uit de rapportage blijkt wel dat het aantal tweede en vervolgaanvragen asiel is gedaald tot circa 900.

De bezetting van de asielopvang is in de rapportageperiode verder gedaald met 13 procent tot circa 19.650 personen op 1 juli 2008, 38 procent van hen is in het bezit van een verblijfsvergunning en wacht op huisvesting in de gemeente. Het huisvestingsproces van de pardonstatushouders is in de eerste helft van 2008 goed op gang gekomen. De gemeenten hebben tot 1 juli maar liefst 12.000 huisvestingsplaatsen bij het COA aangemeld. In de rapportageperiode vonden gemeenten daarnaast voor 2.375 toegelaten vluchtelingen een woning. De achterstanden ten opzichte van de taakstelling voor de gemeenten zijn met 250 dan ook historisch laag. De bezetting van de Tijdelijke Noodvoorziening Vreemdelingen, waar asielzoekers hun procedure afwachten nam in de rapportageperiode toe tot meer dan 1.750 personen. Om dit aantal terug te dringen is begin dit jaar het aanmeldcentrum Zevenaar heropend en is door de IND extra capaciteit ingezet.

Het totaal aantal vreemdelingen dat Nederland in de rapportageperiode aantoonbaar heeft verlaten bedraagt circa 5.250. Dat is een daling van 10 procent ten opzichte van de vorige periode. Een van de oorzaken van de daling is het lagere aantal aan de grens geweigerde vreemdelingen die direct daarop vertrekken. Ook is sprake van een lager aantal overdrachten aan België en Duitsland vanuit het Mobiel Toezicht Vreemdelingen. Van de groep van 5.250 werden 3.200 gedwongen uitgezet.