VWA-handhaving leeftijdsgrenzen Drank- en horecawet

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP/ADT 2884995

27 oktober 2008

Tijdens het Voortgezet Algemeen Overleg over Alcoholbeleid op 19 juni 2008 heb ik toegezegd de Tweede Kamer te informeren over de manier waarop het systeem van zelfcontrole voor detailhandel en horeca werkt, op basis van welke criteria de VWA beoordeelt of zelfcontrole daadwerkelijk effect heeft en wanneer en hoe vaak wordt overgegaan tot een verlaagde toezichtfunctie.

Volgens de VWA dient een goed zelfcontrolesysteem te voldoen aan drie vereisten:

  1. Het moet gaan om een goed omschreven en deugdelijk systeem. Daarbij valt te denken aan cameratoezicht, piepsignalen bij de kassa, polsbandjes in de horeca, etc.

  2. Aandacht moet zijn besteed aan de continuïteit van het systeem. Hierbij valt te denken aan een periodieke instructie van het personeel, het inwerken van nieuw personeel, het inbouwen van evaluatiemomenten, etc.

  3. Een element van zelfcontrole mag niet ontbreken, om zodoende regelmatig te kunnen controleren of het systeem nog optimaal functioneert.

Indien een systeem voldoet aan bovengenoemde voorwaarden, dan gaat de VWA het systeem gedurende een afgesproken periode onderwerpen aan een audit. Als de resultaten van de audit er vervolgens op wijzen dat het systeem goed functioneert, dan zal dat op termijn leiden tot minder controles.

Minder controles op plaatsen waar een dergelijk zelfcontrolesysteem wordt ingezet, betekent dat de aandacht van de VWA kan worden verlegd naar plaatsen waar veel jeugd komt en waar de bepalingen van de Drank- en Horecawet minder goed worden nageleefd.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink