Antwoorden op kamervragen over overheidsformulieren

Antwoorden op kamervragen van het lid Smilde (CDA), ingezonden 30 september 2008.

1. Vraag
Kent u het artikel “Schulden door vrees voor formulieren”? in Dagblad van het Noorden, 27 september 2008

1. Antwoord
Ja.

2. Vraag
Klopt het bericht, dat mensen, die de taal niet goed beheersen en/of laag opgeleid zijn, uit vrees voor formulieren niet in aanmerking komen voor toeslagen en uitkeringen, omdat ze de formulieren niet kunnen en durven invullen?

2. Antwoord
Uit het SCP onderzoek ‘Geld op de plank’ 1) blijkt inderdaad dat de rompslomp die een aanvraagprocedure geeft, de hoeveelheid tijd die ermee samengaat en de complexiteit van de aanvraagformulieren mensen ervan kan weerhouden om een aanvraag te doen. Deze niet-aanvragers zijn volgens het onderzoek echter niet eenduidig in de traditionele kwetsbare doelgroepen (ouderen, laagopgeleiden, niet-westerse allochtonen) in te delen. Binnen mijn project begrijpelijke formulieren wordt aandacht besteed aan het begrijpelijk maken van formulieren voor de doelgroep waar die formulieren voor bestemd zijn. Die doelgroep kan ook een van de traditionele kwetsbare groepen betreffen die hier boven worden genoemd. Daarmee wordt in ieder geval een groot deel van de niet-aanvragers bereikt.

3. Vraag
Is u bekend of hierdoor mensen ook onnodig in zware schulden zitten, zoals de directeur van de Gemeenschappelijke Kredietbank in Assen stelt?

3. Antwoord
Aan het ontstaan van een problematische schuld kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen. Eén van de oorzaken is dat mensen geen gebruik maken van de voorzieningen en regelingen waarop ze wél recht hebben. Maar er zijn veel meer oorzaken voor het ontstaan van problematische schulden, zoals het aangaan van te veel financiële verplichtingen, sociaal en/of financieel niet zelfredzaam zijn, getroffen worden door een plotselinge inkomensterugval door bijvoorbeeld werkloosheid of een scheiding. Om deze reden heeft het kabinet een groot aantal verschillende maatregelen ingezet om overkreditering en problematische schulden te voorkomen en de effectiviteit van de schuldhulpverlening te verbeteren. Hierover heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid u in zijn brief van 15 september jl. 2) geïnformeerd.

4. Vraag
Bent u bereid om, bijvoorbeeld in overleg met de Gemeenschappelijke Kredietbanken en Gemeentelijke Sociale Diensten, prioriteit te geven aan het begrijpelijk maken van die formulieren, die voor mensen van belang zijn voor hun inkomen of aanvulling daarop, juist zoals de overheid met de toeslagen, uitkeringen en kortingen beoogt?

4. Antwoord
Ik geef prioriteit aan het begrijpelijk maken van overheidsformulieren en heb daarover binnen het kabinet afspraken gemaakt. Zo heb ik aan Uw Kamer gemeld dat eind 2008 25 veel gebruikte formulieren voor burgers begrijpelijk zijn gemaakt. Van deze formulieren maken diverse formulieren deel uit die betrekking hebben op inkomens en aanvullingen daarop: bijvoorbeeld formulieren voor huurtoeslag, zorgtoeslag en aanvraag WW. Ook heb ik recent aan de Kamer toegezegd om met de VNG te gaan praten om te wijzen op de mogelijkheden die gemeenten hebben om ondersteuning te geven aan analfabeten, digibeten en mensen met beperkte administratieve vaardigheden bij het aanvragen van regelingen en invullen van formulieren.

Wat de gemeentelijke formulieren betreft, heb ik in het Bestuursakkoord met de VNG afgesproken dat alle nieuwe gemeentelijke formulieren vanaf september 2008 begrijpelijk zullen zijn. Ik ondersteun gemeenten in hun inspanningen om dit te kunnen realiseren. Ik heb daarvoor de volgende activiteiten in gang gezet:

  • Ik heb een formulierenwaaier laten ontwikkelen waarmee formulieren begrijpelijk gemaakt kunnen worden (www.formulierenwaaier.nl);
  • Ik organiseer workshops voor gemeentelijke formulierenmakers. Deze workshops zijn een succes en zullen in 2009 worden uitgebreid.
  • Ik zet gebruikerspanels in om formulieren te testen en er ik heb een adviesdienst voor formulierenmakers opgezet.
  • Via EGEM bied ik begrijpelijke modelformulieren digitaal aan gemeenten aan.

Al deze gezamenlijke inspanningen moeten er toe leiden dat overheidsformulieren, inclusief formulieren voor mensen die belangrijk zijn voor hun inkomen of een aanvulling daarop, zo spoedig mogelijk begrijpelijk zijn of worden gemaakt.

1) Sociaal en Cultureel Planbureau 2007, het rapport ‘Geld op de plank - Niet-gebruik van inkomensvoorzieningen’.

2) Kamerstukken II, 2007-2008, 24515, nr. 140.