Toespraak bij het in ontvangst nemen van het eerste exemplaar 'Kleine Geschiedenis van het Groene Hart'

Toespraak door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), mevrouw G. Verburg, bij het in ontvangst nemen van het eerste exemplaar 'Kleine Geschiedenis van het Groene Hart' op 29 oktober 2008 in Alphen a/d Rijn.

Dames en heren,

Er is een scheurkalender, er zijn kookboeken, fotoboeken en reisboeken. Een landelijk ochtendblad heeft een Groene Hart editie. Thuis heb ik een plank vol uitgaven over het Groene Hart.

Tòch dacht u: 'Ik mis iets… En ik maak een boek. Een heel nieuw boek over het Groene Hart.'

Dat vind ik boeiend en opwindend. Er zijn dus blijkbaar verhalen, anekdotes, geschiedenissen die nog steeds willen worden gehoord en gelezen. Eerlijk gezegd kan ik me, als Groene Harter, daar alles bij voorstellen.

Ik ben er dan ook opgegroeid. De beelden en verhalen zitten in mijn genen. Het houten hek voor het land. Geluid van grazende koeien en de geur van hooi. De kerkklok die zeven slaat. Bruine boterhammen met pindakaas en knikkeren op het schoolplein. Rammelende melkbussen. Kluiten aan je klompen. Slootje springen. Zo ging dat vroeger. En nu: een suizende horde wielrenners. Naast koeien in de mistige ochtendzon ook paarden. Roeiers, die nog even dat tandje bij zetten. Hooi in zwarte plastic rollen. Een ooievaarsnest. En je moet tegenwoordig parkeren buiten het dorp.

Het is heel prettig om te merken dat er over de streek waar ik al bijna mijn hele leven woon, wordt geschreven. Ik heb er nog niet naar gekeken, maar mij is verteld dat het boek met vaart leest. Dat lijkt me niet onbelangrijk, want er staan maar liefst zestien vervolgdelen op de rol! Dus eens komt alles uit de archieven boven.

Zo kan een veel groter publiek er kennis van nemen en dat is van grote waarde.

U heeft daar een samenwerkingsverband voor gesmeed. Met organisaties uit de streek. Heel verstandig natuurlijk, want dan heb je snel toegang tot de wereld van het Groene Hart. Maar het zegt ook iets over de partijen in die streek. Zij helpen graag de geschiedenis van dit gebied breed uitdragen.

Dat vind ik typisch Groene Hart. Het Hart heeft veel vrienden. Het is een bijzonder spanningsveld van overheden en maatschappelijke organisaties die iets in het Groene Hart willen. Of die iets van het Groene Hart willen. Er speelt van alles, en er zijn ook nog eens heel veel mensen die het aangaat. Extra interessant vind ik het, als de private sector de mogelijkheden en kwaliteiten gaat zien en respecteert. Het is mij heel duidelijk dat het bedrijfsleven oog voor het Groene Hart heeft. Kijk maar naar de vele samenwerkingsverbanden die tussen ondernemers ontstaan. Dat vergroot de mogelijkheden voor de bezoekers en verlevendigt de samenhang. Het onderstreept het belang van het gebied voor alle betrokkenen. En het geeft aan, dat het Groene Hart niet voor niets een nationaal landschap is.

De 'kwaliteiten' van het Groene Hart: het blijft natuurlijk wel bestuurstaal. Want hoe zit het nu? We wonen in het Hart, maar zijn we inwoner van Zwammerdam of Zegveld, Alphen aan den Rijn of Woerden, en werknemer in Amsterdam of Rotterdam. Toch is het belangrijk dat we werken aan de kwaliteiten. De Groene Hart-provincies zijn hier erg van doordrongen en spelen hierop in door een kwaliteitsatlas te ontwikkelen. Een belangrijk onderdeel van die atlas wordt een website waar je de Groene Hart kwaliteiten aan de hand van beelden kunt ontdekken. Een waardevol hulpmiddel, maar laten we ons daar niet in verliezen. Eigenlijk, en dat vertelt het verleden ons ook, moeten we voortdurend in een staat van alertheid zijn en blijven. Om te voorkomen dat we elkaar over vijtien jaar vertellen: 'Het is ons uit de handen geglipt en we waren er allemaal bij'. Plannen en visies zijn dus mooi, ze moeten er vooral zijn, maar het komt ook op de mensen die de mouwen opstropen. Voor de publieke sector, waar ik zelf toe behoor, is dat een extra grote uitdaging.

Ik noem drie punten.

  • Het tegengaan van bodemdaling. Je ziet het misschien niet, maar heel langzaam zakt de bodem. Het is dus wel een probleem dat we moeten oplossen.
  • Verder komt water van alle kanten, niet alleen van boven maar ook van andere kanten. We hebben te maken met een stijgende zeespiegel. Het aantal centimeters is welliswaar onduidelijk maar het Groene Hart ligt onder het zeeniveau en dus moeten we er rekening mee houden. Daarbij is onze eigen inzet van groot belang.
  • Tenslotte; de toekomst van het Groene Hart. Dat heeft het kabinet weergegeven in de structuurvisie Randstad 2040. Daarin wordt gesproken over metropolitane parken. Deze term is planologentaal; maar het gaat erom dat er geen Randstad 2040 is zonder boeren of zonder koeien in de wei. Daar mag u mij op afrekenen. Ik durf te zeggen dat ik langer Groene Harter ben dan minister. En samen moeten we hier handen en voeten aan geven. Het gaat om stadsparken met boeren die hun boterham er kunnen verdienen en koeien in de wei. Of je het nu de achtertuin van de stad noemt, of de binnentuin van de stad. Het Groene Hart is er niet bij de gratie van de grote steden; maar de grote steden zijn er bij de gratie van het Groene Hart.

Tenslotte, en zeker niet in de laatste plaats een waarderend woord voor iemand die dit ook aan zijn groene hart gaat. De heer Harm Hoogendoorn, de auteur van dit boek. Want ik heb het wel vaak over samen werken, maar eentje moet het echte werk doen. Eentje moet het allemaal bedenken, aanzwengelen en opschrijven. En ik kijk dus ook uit naar de overige zestien delen.

Ik heb van uw collega's van Gottmer uitgeverij vorig jaar het eerste exemplaar van de reisgids van het Groene Hart in ontvangst mogen nemen. Toen heb ik gezegd dat zo'n reisgids een prima basis is om het Groene Hart verder te verkennen. Uw uitgeverij speelt daar op een prima manier op in. Ik zou haast denken: dat heeft u goed afgestemd! Uw concullega schetst het gebied, en u reikt de gebruiker een jaar later een verdiepingsslag aan. U geeft perspectief aan de cultuur-, landschaps- en natuurwaarden waar zij zo op zijn gesteld. Dus waar anders had dit boekje kunnen verschijnen dan bij dit fonds, dat speciaal thuis is in het domein van de regionale geschiedenis en ons erfgoed?

Ik wens uitgeverij Waanders en de auteurs heel veel succes met deze uitgave. En hoop dat bij iedereen het groene hart warm voor dit prachtige gebied blijft kloppen.