Wijzing Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften medewerkers van het ministerie van Financiën exclusief de Belastingdienst

Besluit van de minister van Financiën van 20 oktober 2008, nr. BenC 2008/1860, Stcrt. nr. 218, tot wijziging van het besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften medewerkers van het ministerie van Financiën exclusief de Belastingdienst[1]

De Minister van Financiën,
Gelet op de Algemene wet bestuursrecht,

Gehoord het Georganiseerd Overleg Financiën,

Besluit:

Artikel I
Het Besluit instelling commissie advisering bezwaarschriften medewerkers van het ministerie van Financiën exclusief de Belastingdienst wordt als volgt gewijzigd:

A
In artikel 3, eerste lid, onder b wordt het woord "WJB" vervangen door: BJZ.

B
Na artikel 3 wordt een nieuw artikel 3a ingevoerd, luidende:

Artikel 3a
1. Gelet op artikel 1, tweede lid, van het Vacatiegeldenbesluit 1988 heeft een voorzitter recht op een vacatiegeld van € 260,- en een lid recht op een vacatiegeld van € 200,- per vergadering waaraan hij deelneemt.
2. Voorzitters en leden hebben per vergadering recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten op basis van het Reisbesluit binnenland.

C
Artikel 4 komt te luiden:
4. De commissie wordt bijgestaan door een door de Minister op voordracht van de directeur Bedrijfsvoering en Communicatie aan te wijzen secretaris.


Artikel II
Deze regeling treedt, in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt voor wat betreft Artikel I, onderdeel C, terug tot 1 januari 2008.


Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,
namens deze,
de plaatsvervangend secretaris-generaal,
dr. A.S.M. Koeleman

[1] Besluit van 10 december 1997, Stcrt. nr. 1998, nr. 13.

Toelichting

Naast enkele wijzigingen die een actualisering van de betreffende bepalingen bevatten is een nieuw artikel 3a in het besluit opgenomen. Krachtens artikel 1, tweede lid van het Vacatiegeldenbesluit 1988[2] stelt de minister onder wiens ministerie een commissie ressorteert bij beschikking het vacatiegeld vast. Er is besloten de hoogte van het vacatiegeld voor de commissie advisering bezwaarschriften medewerkers van het ministerie van Financiën exclusief de Belastingdienst te regelen in het instellingsbesluit van die commissie.

De vergoeding van de voorzitter en leden bedraagt € 136,36 en is sinds 1999 niet meer aangepast, terwijl de maximumvergoedingsbedragen in 2004 wel zijn aangepast.
Mede daarom is voor de hoogte van de vergoeding de keuze gemaakt om aan te sluiten bij de maximale ruimte die het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de daarop gebaseerde Regeling maximumbedragen Vacatiegeld 2004 biedt. Dit houdt in dat de externe voorzitter € 260, - en de externe leden € 200, - ontvangen. Daarnaast is de hoogte van die vergoeding gelijk aan de vergoedingen zoals die bij andere departementen en de bezwarencommissie personele aangelegenheden Expertisecentrum arbeidsjuridisch voor voorzitters en leden van de betreffende departementale bezwarencommissie worden gehanteerd.
Om te bepalen wie in aanmerking komt voor vacatiegeld, dient rekening gehouden te worden met artikel 2 van het Vacatiegeldenbesluit 1988. In dit artikel wordt bepaald wie van toekenning van vacatiegeld zijn uitgesloten.

Hoewel in de Nota van Toelichting op de Regeling maximumbedragen vacatiegeld 2004[3] is aangegeven dat het vacatiegeld onder meer omvat de vergoeding voor eventueel noodzakelijke reis- en verblijfskosten, is besloten om voorzitters en leden van de onderhavige commissie recht te geven op een aparte vergoeding wegens reis- en verblijfkosten in verband met het bijwonen van een vergadering, omdat deze kosten nogal kunnen verschillen per persoon. Dit recht op vergoeding is geregeld in het tweede lid van artikel 3a. Alleen de werkelijk gemaakte kosten worden vergoed.

[2] Stb. 1988, nr. 205, (laatstelijk) gewijzigd bij besluit van 27 november 1996, Stb. 1996, nr. 583.
[3] Stcrt. 2004, nr. 231.