Toespraak bij de opening van de Week van de bodem

Speech van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Gerda Verburg, opening Week van de bodem, Den Haag, 26 november 2008, uitgesproken door DG A. Wouters.

Dames en heren, We lopen erover heen. Maken er gebruik van. Stoppen er van alles in. Maar we staan er zelden bij stil hoe belangrijk de bodem voor ons is.

We hebben het hier vandaag, deze hele week, over de bodem onder ons bestaan. Letterlijk, maar ook in overdrachtelijke zin. 'A nation that destroys its soil, destroys itself', zei de Amerikaanse president Roosevelt al in 1937.

Dat is maar al te waar. Door slechte omgang met de bodem zijn oude beschavingen ten onder gegaan. Op dit moment gaat wereldwijd jaarlijks rond de 18 miljoen hectare vruchtbare grond min of meer verloren. De belangrijkste oorzaak daarvan is onjuist beheer. En dat terwijl de druk op de bodem groter wordt, vooral door de groei van de wereldbevolking.

Alle reden dus om zorgvuldig met onze bodem om te gaan. We lopen daarbij voortdurend tegen dilemma's aan. Enerzijds willen we gebruik maken van wat de bodem ons biedt. Anderzijds mogen en willen we de bodem niet uitputten of vervuilen. We moeten voortdurend tegengestelde belangen tegen elkaar afwegen. Dat is een belangrijke en interessante opgave. Daarom ben ik met veel plezier hier naartoe gekomen om de 'Week van de bodem' te openen.

Het spreekt mij aan dat u vandaag start met de 'Dag van het maatschappelijk debat'. Het zou een mooie opbrengst van deze week zijn, als het lukt om meer mensen bewust te maken van wat de bodem ons biedt. En dat we daar op een verantwoorde manier mee om moeten gaan. Ik wil daar graag aan bijdragen!

Ik doe dat door u te laten zien hoe de bodem bij het ministerie van LNV als een rode draad dwars door alle verschillende beleidsterreinen heen loopt. Of misschien kan ik beter zeggen: er als een rode loper ónder ligt. De bodem is de grondlegger van ons landschap en de natuur om ons heen. Een rode loper waar je zorgvuldig mee omgaat. Die je schoon en mooi houdt. En die je tegelijkertijd tóch gebruikt om prettig over te lopen en vooruit te komen.

Een gezonde bodem is de basis van een vitaal platteland. Daarom koesteren wij onze bodem bij LNV en investeer ik in duurzaam bodemgebruik in het landelijk gebied.

Een goed voorbeeld is het Stimuleringsprogramma Duurzaam Bodembeheer en Agrobiodiversiteit, kortweg 'Spade'. Doel daarvan is kennis over duurzaam bodemgebruik in de landbouw beter te delen. Het mooie van Spade is dat we dat samen doen. Met andere overheden, ondernemers, boeren, brancheorganisaties.

Inmiddels gaan we een stap verder. Duurzaam gebruik van de bodem is niet langer een doel op zich, maar ook een middel om bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Zo werken we al een aantal jaren aan de ontwikkeling van bodemdiensten en groenblauwe diensten. Agrariërs kunnen een vergoeding krijgen als zij door verantwoord gebruik van hun land bijdragen aan maatschappelijke doelen. Bijvoorbeeld behoud en ontwikkeling van natuur, landschap of cultuurhistorie. Beloning voor deze maatschappelijke diensten moet wat mij betreft onderdeel zijn van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Ons uiteindelijke doel is dat de bodem een integraal onderdeel is bij alle afwegingen die we op het gebied van landbouw en natuur maken. LNV is met kennisinstituut Alterra een studie gestart om te kijken op welke manier de bodem kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken waar LNV mee te maken heeft. Ik noem twee voorbeelden: voedsel en klimaat en energie.

De wereldvoedselvoorziening is en blijft een grote zorg. De voedselcrisis van begin dit jaar liet dat nog weer eens zien. Niet voor niks is het uitbannen van armoede en honger uit de wereld een van de Millenniumdoelen. We verwachten dat er in 2050 9 miljard mensen op de wereld leven. De wereldvoedselorganisatie FAO schat in dat boeren bijna 30% meer graan moeten gaan verbouwen om al die mensen te kunnen voeden. Een bijna onmogelijke opgave. Waarbij de bodem aan het begin staat van de oplossing.

Ten eerste hebben we de bodem nodig om te zorgen voor voldoende voedsel. De bodem is immers een belangrijke productiefactor voor gezond voedsel. Wij wonen hier in Nederland in een vruchtbare delta met veel activiteiten. Vruchtbare grond is een schaars goed en een belangrijke waarde in het landelijk gebied. Moet je daar dan een nieuwe stad op bouwen of moet je die verharden met nieuwe wegen? Dat soort vragen moeten wij veel meer stellen. We moeten de bodem intelligenter gebruiken. Een goed voorbeeld daarvan zien we in Californië. Daar werkt men met een systeem van 'prime farmland'. Dat is land dat door zijn goede eigenschappen geschikt is voor verschillende landbouwkundige gewassen. In de ruimtelijke ordening wordt met die aanduiding rekening gehouden.

Ook in Nederland moeten wij zorgvuldig met vruchtbare landbouwgronden omgaan. We moeten heel goed kijken wát we op welke plek doen en waar mogelijk functies koppelen.

We moeten ook kijken naar onze Westerse manier van leven. Om de leefstijl van de gemiddelde Nederlander mogelijk te maken is een gebied van 4,4 hectare nodig. Dat komt door de manier waarop wij wonen, werken, reizen, eten. Omgerekend gebruiken wij in Nederland ongeveer 25 keer de oppervlakte van ons eigen land! Ik wil dat de consument zich daar meer van bewust is. Zodat hij of zij eerder zal kiezen voor gezond en duurzaam voedsel. Voedsel dat bijvoorbeeld dichtbij geproduceerd wordt. Binnenkort kom ik met een visie op voedsel en consument waarin ik hier uitgebreider op inga.

Ten tweede is de bodem van belang voor de kwaliteit van ons voedsel. We pakken bodemverontreiniging bijvoorbeeld aan om te kunnen zorgen voor veilig voedsel. Maar we zouden ook meer moeten kijken naar de positieve kwaliteit van de bodem. De bodemgesteldheid beïnvloedt de kwaliteit en ook de smaak van ons voedsel. Graan uit de Verenigde Staten en Canada bevat bijvoorbeeld meer van het nuttige sporenelement seleen dan graan uit Europa. We moeten meer onderzoek doen naar de manier waarop de bodem positief kan bijdragen aan de kwaliteit van onze voedsel. LNV wil ervoor zorgen dat de consument weer weet waar zijn voedsel vandaan komt. Beginnen bij de bodem ligt voor de hand. Met meer aandacht voor de invloed van positieve bodemkwaliteit op voedsel en gezondheid.

Dan klimaat en energie. We spreken tegenwoordig veel over klimaatverandering. En terecht. Ook daarbij kan de bodem een belangrijke rol spelen. De bodem biedt een mogelijkheid voor opslag en vastlegging van koolstof. Tegelijkertijd kan de bodem de emissie van broeikasgassen vergroten. Door bijvoorbeeld verandering in landgebruik en de manier van ploegen. Voor lachgas, een zeer sterk broeikasgas, is de bodem zelfs de belangrijkste bron voor broeikasgasemissies. Een complex systeem waarover we nog lang niet alles weten.

Ook onze energievoorziening is een 'hot item'. Vooral in de glastuinbouw. Hoe kunnen we een transitie naar een duurzame energiehuishouding bereiken? Daar kan de bodem aan bijdragen. Wordt de bodem, als leverancier van energie, straks ook voor de glastuinbouw een belangrijke vestigingsfactor? Ik heb bijvoorbeeld heel veel respect voor die ene ondernemer in de glastuinbouw die op eigen risico aardwarmte is gaan gebruiken. Ik wil dat meer ondernemers zijn voorbeeld volgen. Daarom werk ik samen met het ministerie van EZ aan een garantiefonds voor boringen naar aardwarmte, onder andere door glastuinders. De regeling start waarschijnlijk in april 2009.

Over het gebruik van de bodem voor klimaat- en energiedoelen weten we nog niet genoeg. Daarom wil ik kennis en innovatie op dit gebied bevorderen. Ik wil dan ook de bodem integraal onderdeel maken van het programma Schoon en Zuinig van het kabinet.

Dames en heren,

Ik heb onze voedselvoorziening en klimaat en energie gekozen om te laten zien dat de bodem kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Maar de bodem kan ons ook meer vertellen over de ontstaansgeschiedenis van ons landschap en onze cultuur. De bodem is bovendien een schatkamer aan genen, aan bodemleven. Veel grote uitvindingen komen voort uit bodembiodiversiteit, bijvoorbeeld antibiotica. Welke mogelijkheden liggen daar nog meer? We weten daar nog veel te weinig van. In elke hectare zit het gewicht van zeven koeien aan bodemleven. Een bron van biodiversiteit en van onschatbare waarde voor bovengrondse biomassaproductie. Ook hier is meer gerichte kennis nodig en moeten we openstaan voor innovaties.

Concluderend.

Bewust en duurzaam gebruik van onze bodem kan én moet meer bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Ik heb voorbeelden gegeven van waar en hoe dat zou kunnen. Maar daarbij zijn geen pasklare oplossingen. Die zijn er vaak gewoon nog niet. Maar als ze er komen, dan wil ik ze samen met u toepassen. Met agrariërs, ondernemers, wetenschappers, andere overheden, maatschappelijke organisaties.

We moeten daarbij mensen meer bewust maken van het belang en de waarde van de bodem. Gericht onderzoek doen, kennis ontwikkelen en innovatie bevorderen. Hoe meer we weten over de mogelijkheden van de bodem, hoe beter we die kunnen benutten.

En tenslotte moeten we samen wérken aan duurzaam gebruik van die bodem. Niet door steeds meer regeltjes op te stellen, of nóg meer cijfers achter de komma. We moeten focussen op waar het echt om gaat. Kijk naar de bodem, benoem de dilemma's en werk ermee. Ga uit van de bodem als een mooie rode loper. En zorg dat de bodem leeft en blijft leven. Ik wens u vandaag een inspirerende dag en een mooie week toe!