De overdracht van het beheer over de N69 aan de provincie Noord-Brabant

Alleen de uitgesproken tekst geldt.

Beste mensen,

Wat goed hier te zijn op deze historische dag voor deze regio. Als ik mensen met een ‘zachte G’ hoor praten, voel ik me direct thuis. Ik weet – net als u – hoe belangrijk het is dat ook het zuiden van ons land goed bereikbaar is. Ik weet dat u graag zèlf knelpunten in de bereikbaarheid oplost met de regionale en lokale overheden onderling.

Daarom draag ik vandaag het beheer van de N69 over aan de provincie Noord-Brabant. Een belangrijk moment, want het Rijk heeft deze weg vele decennia beheerd. Een moment om vol vertrouwen uit te kijken naar de toekomst, maar ook een moment om terug te blikken op de veelbewogen geschiedenis van de N69.

Nadat Napoleon deze verbinding in het begin van de 19e eeuw aanlegde, had de weg vele gezichten. De weg is aangelegd door Napoleon. Het is de vervoersader voor de bloeiende sigarenhandel. De toegangspoort voor de geallieerden na de Tweede Wereldoorlog.

In de jaren na de oorlog, kreeg Rijkswaterstaat het beheer van de weg in handen. Dit deden we met een groot aantal professionals, zoals de Henk van Alphen. Hij verhuisde vijftig jaar geleden naar Valkenswaard om voor Rijkswaterstaat te werken als kantonnier. Hij ruimde rommel op uit de berm en verzorgde klein onderhoud aan de weg. Als het vroor, strooide hij zout.

De heer van Alphen was een betrokken werknemer, en gaf zijn enthousiasme door aan de volgende generatie. Zijn zoon Wil van Alphen is vandaag de dag hoofd van de eenheid inspectie van Rijkswaterstaat Noord-Brabant. Zijn inspecteurs zijn razendsnel ter plekke als er een ongeval op de N69 gebeurt.

Henk en Wil van Alphen hebben de ontwikkeling van de N69 van dichtbij meegemaakt. Vijftig jaar geleden bestond het wegdek nog uit kinderkopjes. Later werd het beton en in de jaren ’70 zagen zij hoe er asfalt werd gestort.

Vader en zoon Van Alphen zagen de verkeersdrukte op de N69 sterk toenemen. Niet alleen omdat het autogebruik overal toenam, maar ook omdat de regio zich sterk ontwikkelde. Eindhoven versterkte haar positie als belangrijk economisch centrum.

Het kabinet hecht grote waarde aan deze economische groei. Daarom investeren we honderden miljoenen in het hoofdwegennet rondom Eindhoven. Dit blijkt wel uit het feit dat we in het laatste bestuurlijke overleg tot overeenstemming zijn gekomen over de ruit Eindhoven en over de aanpak van de A67. We willen dat Eindhoven een Europese toppositie bereikt als innovatieve kennisregio met hoogwaardige industrie.

We hebben ook in de N69 geïnvesteerd. We plaatsten verkeerslichten op vijf kruispunten om daarmee een groene golf mogelijk te maken. We legden een busbaan aan. We legden twee rotondes aan. En we stelden een inhaalverbod in.

Helaas moeten we constateren dat de investeringen in de weg de groei van het verkeer niet konden bijbenen. Dat kunnen we hier vanaf de markt met eigen ogen zien. Twee banen zijn simpelweg te weinig: als er een vuilniswagen afval ophaalt, dan staat het verkeer vast. Mensen in Valkenswaard ondervinden overlast van de weg.

Daarom kijkt u – de provincie en de betrokken gemeenten - naar alternatieven. U overweegt om een nieuwe doorgaande verbinding aan te leggen, zodat het verkeer ten zuiden van Valkenswaard kan afbuigen naar de A67.

Dit kost natuurlijk geld. Daarom draagt het Rijk 70 miljoen euro bij, en heeft u zelf ook 70 miljoen euro gereserveerd. Ik vind het belangrijk dat de beslissing over deze weg in de regio wordt genomen. Wat mij betreft is dit een schoolvoorbeeld van het vaakgebruikte adagium centraal wat moet; decentraal wat kan. U weet immers als geen ander wat de lokale knelpunten zijn en u kent de wensen van uw eigen inwoners.

Daarom draag ik bij deze de verantwoordelijkheid over deze weg aan u over. Ik leg het beheer van de N69 in regionale hand. Voor de toekomst wens ik u veel mobiliteit en een goede bereikbaarheid.